Brusselse regering verlengt steunmaatregelen voor dienstenchequesector
Het gaat om de aanvullende steun voor tijdelijke werkloosheid voor huishoudhulpen en de verhoogde gewestelijke tussenkomst voor daadwerkelijk gepresteerde uren. Ook komt er een specifieke opleiding voor het veilig opnieuw op gang brengen van de activiteiten.
De Brusselse dienstenchequesector blijft hard te lijden hebben onder de coronacrisis. De activiteiten komen erg traag op gang en veel huishoudhulpen komen niet aan hetzelfde aantal werkuren als vóór de crisis, zegt minister van Werk Bernard Clerfayt (DéFI). ‘Tot nog toe werd amper 30 procent van de activiteiten in de dienstenchequesector hervat. Veel gebruikers zien af van de diensten, om financiële redenen, vanwege het telewerken of uit angst voor besmetting. Dit zijn allemaal elementen die een verlenging van de steunmaatregelen rechtvaardigen.’
Daarom is de looptijd van twee maatregelen verlengd tot eind juni. Het gaat om de gewestelijke tussenkomst voor gepresteerde uren die wordt verhoogd van 14,60 naar 16,60 euro en om de toeslag van 2,50 euro bruto per uur werkloosheid voor de huishoudhulpen, ‘zodat ze een loon ontvangen dat in de buurt komt van wat ze aanvankelijk zouden verdienen’.
Tot nu hebben 15.264 huishoudhulpen extra steun gekregen voor tijdelijke werkloosheid, of 85 procent van de beoogde werknemers. Het Brussels gewest betaalde ook een verhoging van 2 euro voor 65.779 gepresteerde uren. ‘In totaal maken we bijna 10 miljoen euro vrij om de sector, en vooral zijn werknemers, te blijven ondersteunen’, zegt Clerfayt.
De Brusselse regering heeft ook beslist om een opleiding te financieren die ervoor moet zorgen dat de activiteiten, zowel voor de werknemers als voor de klanten, in veilige omstandigheden heropgestart kunnen worden.