Bedrag op spaarrekening wordt criterium bij toekenning sociale woningen
Sociale huisvestingsmaatschappijen zullen controleren hoeveel kandidaat-huurders op hun rekening hebben staan. Wie te veel spaargeld heeft, krijgt vanaf 2024 geen sociale woning meer. De regeling zal alleen gelden voor wie nu nog geen sociale woning heeft. Dat meldt Het Laatste Nieuws.
Momenteel kijken sociale huisvestingsmaatschappijen alleen naar iemands inkomen om te bepalen of hij of zij op de wachtlijst voor een sociale woning kan terechtkomen. Maar in 2024 wordt er ook een zogenaamde ‘middelentoets’ ingevoerd, waarbij gekeken wordt naar hoeveel spaargeld een kandidaat-huurder heeft. De Vlaamse regering had dit al beloofd in het regeerakkoord. Nu is het ze het ook eens geraakt over de regeling die minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) ervoor heeft uitgewerkt. Concreet zal iemand die een klein jaarinkomen bij elkaar gespaard heeft (25.850 euro in het geval van een alleenstaande zonder kinderen, 43.107 euro voor een gezin met twee kinderen) in de toekomst geen recht meer hebben op een sociale woning.
Een kandidaat-sociale huurder die zich inschrijft op een wachtlijst voor een sociale woning, zal op eer moeten verklaren hoeveel er op zijn bankrekeningen staat. Het gaat om de saldi van bank- en spaarrekeningen in binnen- en buitenland, en om beleggingsrekeningen. Bij de toewijzing van een sociale woning zullen de kandidaat-huurders uittreksels ter staving van de beschikbare middelen moeten voorleggen. Op basis van die stukken zal de woonmaatschappij dan verder onderzoek kunnen voeren als blijkt dat de realiteit niet strookt met wat aangegeven is. De regeling zal alleen gelden voor wie nu nog geen sociale woning heeft.
De regeling zal alleen gelden voor wie nu nog geen sociale woning heeft.
‘Daar zijn twee redenen voor’, zegt Diependaele. ‘Ten eerste willen we sparen zeker niet ontmoedigen. Een sociale woning blijft een springplank naar de private huur- of koopmarkt. Maar vooral, als je er in bent geslaagd om een mooie spaarboek op te bouwen in 9 jaar tijd (de maximumduurtijd vooraleer een contract opnieuw geëvalueerd wordt, red.), dan heb je dat in de meeste gevallen kunnen verwezenlijken door een verhoogd inkomen te genereren. Op basis van het gestegen inkomen zal je dan hoe dan ook geen recht meer hebben op een sociale woning.’
Eerder werd al een inkomenstoets ingevoerd bij de inschrijving voor en toewijzing van een sociale woning. Dat nu ook de beschikbare middelen mee in rekening worden gebracht, moet het volgens Diependaele mogelijk maken om misbruiken eruit te filteren en het rechtvaardigheidsgevoel binnen de sociale huur te verhogen. ‘Sociale woningen zijn er immers voor wie er echt nood aan heeft’, besluit de minister.