Bart De Wever: “15 miljard besparen kan zonder sociaal bloedbad”
Terwijl de natie met spanning wacht op de nota van Elio Di Rupo, legt Bart De Wever uit wat hij in het werkstuk van de formateur wil lezen, en waar een compromis mogelijk is. “Maar het aanvaarden van het status-quo zou de Vlamingen naar de ondergang leiden,” zegt de voorzitter van de N-VA.
Het is donderdagvoormiddag, 23 juni. Bart De Wever wandelt het hoofdkwartier van de N-VA aan de Koningstraat binnen, met de kranten en het boek ‘Hadrianus, de Rusteloze Keizer’ van Anthony Everett onder de arm. Bart De Wever: “Ik heb altijd een boek bij. En dan heb ik iets interessants te lezen terwijl Di Rupo aan zijn nota werkt.” (lacht)
Maar wat wil de voorzitter van de N-VA lezen in die nota?
Bart De Wever: “Ik hoop in die nota een systemische omslag te lezen. De institutionele en sociaaleconomische aanpak van de voorbije jaren zal ons niet uit deze crisis loodsen. Een echte sanering van de overheidsfinanciën, hervormingen in de sociale zekerheid, een institutionele hervorming die de efficiëntie verhoogt en iedereen tot zuinigheid en goed beleid aanzet. Dat wil ik in algemene termen in die nota lezen. Hoe krachtig en hoe snel die omslag moet gebeuren, daar wil ik het compromis over maken. Ik heb ook niet gek veel alternatieven, buiten het volhouden van de impasse, omdat ik niet voldoende Vlaamse steun bij elkaar krijg die aan de Franstaligen duidelijk maakt dat het behoud van het bestaande systeem uitgesloten is. Ik hoop dat de nota aan deze voorwaarden voldoet, maar het is op zijn zachtst gezegd bang afwachten.”
Hoe kan de patstelling doorbroken worden?
De Wever: “Het grote probleem is dat we geen politieke hefboom in handen hebben om verandering af te dwingen. We kunnen de geldkraan niet dicht draaien, want die kraan staat op federaal niveau. En de tegenpartij heeft alle belang bij het status-quo. Als je geld kan geven aan je kiezers dat komt van mensen die niet voor jou kunnen kiezen, tja, waarom zou je dat systeem veranderen? Dat is de essentie van de zaak.”
“Ik geef toe dat de regeringsonderhandelingen verschraald zijn tot een soap van bedroevend niveau, maar ik merk dat de bevolking nog heel goed weet wat de inzet is. En ik voel een soort van volharding, en een groeiend besef dat je beter kan volhouden dan dat je een slechte regering maakt. Het aanvaarden van de stilstand zou leiden naar mijn politieke ondergang. Als ik plooi voor het onvoldoende, dan zal elke dag in die nieuwe regering een dag van frustratie zijn. Ik ken mezelf, ik ben geen Verhofstadt. Ik kan mezelf niet wijsmaken dat wat niet goed is, wel goed is. Dan sterf ik een langzame politieke dood.”
“Maar hoe kan je de patstelling doorbreken? Solidariteit tussen democratieën moet ten eerste heel expliciet en transparant zijn en ten tweede voorwaardelijk zijn. Het enige model dat daarom in dit land nog kan functioneren, is dat elke deelstaat zijn eigen huishouding doet, en dat je een verdrag maakt om de financiering van de federale staat te regelen. Dan is iedereen gemotiveerd om op de centen te passen, en ligt de solidariteit open en bloot op tafel. Iedereen weet dan hoeveel het huwelijk kost. Dan kan iedereen op zijn belastingbrief zien hoeveel de bijdrage voor de functionering van de federale overheid kost. Draagt de ene partner veel meer bij dan de andere, dan zal je automatisch een grote politieke drive krijgen om voorwaarden te stellen aan de andere partner. ”
Hoe wilt u het structurele begrotingstekort van ongeveer 4 procent van het bbp wegwerken?
De Wever: “Je moet naar de uitgaven kijken. We pleiten voor een nulgroei van de overheidsuitgaven gedurende een aantal jaren. In vergelijking met voor de crisis zullen de sociale uitgaven tegen 2015 stijgen met 3,5 procentpunt van het bbp. Als je die dus tegen dan terugbrengt tot op het niveau van voor de crisis, dan bespaar je ongeveer 15 miljard euro, en dan is de begroting grotendeels gesaneerd. Terugvallen tot het precrisisniveau voor sociale uitgaven, dat is toch geen sociaal bloedbad? Dat kan met een aantal hervormingen. Ik zie niet in hoe je anders het structureel tekort kan wegwerken.”
“In dit land word je heel snel asociaal genoemd. Maar als je uitkeringen betaalt die mensen ervan weerhoudt om een job te zoeken, wat is daar sociaal aan? En als je uitkeringen betaalt die je enkel kan financieren door schulden te maken, wat is daar op lange termijn sociaal aan? Ik ben niet tegen het principe van welvaartsvaste uitkeringen, maar dat moet afgewogen worden tegen de economische realiteit, waarbij werken lonender moet worden in vergelijking met niet werken.
Is het principe dat geen enkele regio mag verarmen houdbaar?
De Wever: “Dat staat toch mijlenver van de economische realiteit! Dat is vragen om een welvaartsvaste uitkering. De federale koe continu melken, of dat nu een dik of een mager beest is, dat kan toch niet? Hoe kan je nu aan een sanering beginnen met dat principe als uitgangspunt? Als Wallonië niet mag verarmen, en Brussel moet meer geld krijgen, wie betaalt dan? Ik heb Latijn-Griekse gedaan en daarna geschiedenis. Ik kan dus tot tien tellen, en daarna wordt het moeilijk voor mij. Maar ik weet wel dat het geld dan moet komen van Vlaanderen en van de federale regering, ook grotendeels gesponsord door Vlaanderen. Dat kan dus niet. Dat verklaart de diepte van de impasse.”
Houdt u vast aan de evolutietheorie, of ligt er een plan B in de schuif?
De Wever: “Ik hou niet van revoluties, omdat je die niet onder controle houdt. We zijn een zeer welvarend land dat sterk verweven is in een internationaal netwerk. Ik ben niet de leerling-tovenaar die de bezem in twee zal hakken. Terwijl zij hysterisch tekeer gaan, blijven wij zo rustig mogelijk. Ik heb hier het voorbije jaar het IMF, internationale investeerders en managers van hefboomfondsen ontvangen, gewoon om te zeggen dat ik geen halve gare ben. Wat dat dachten die dus voor ze hier buiten gingen.”
Daan Killemaes en Johan Van Overtveldt
Een uitgebreid interview met Bart De Wever over zijn sociaaleconomische visie kan u vanaf donderdag lezen in Trends.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier