Barometer Decenniumdoelen: 12 gemeenten met meer dan 20 procent kinderarmoede
De Vlaamse en federale armoedecijfers verbergen vaak de diepte en de omvang van de armoede op lokaal niveau. Dat is de conclusie van de armoedebarometer die Decenniumdoelen uitwerkte voor 33 Vlaamse gemeenten. Zo blijkt uit de cijfers onder meer dat in twaalf van die gemeenten de kinderarmoede hoger is dan 20 procent. In één gemeente bedraagt die zelfs 38 procent.
Decenniumdoelen (DCD) is het platform van armoedeorganisaties, middenveld, vakbonden en mutualiteiten. De organisatie maakte voor 33 gemeenten lokale armoedebarometers op. ‘De cijfers verduidelijken hoe erg de armoedsituatie is in een bepaalde gemeente. De resultaten zijn frappant’, zegt Michel Debruyne van DCD.
Zo hebben twaalf gemeenten (Boom, Genk, Oostende, Antwerpen, Maasmechelen, Turnhout, Gent, Sint-Niklaas, Ronse, Menen, Willebroek en Leuven) een kinderarmoede die hoger dan 20 procent ligt. In een daarvan, Boom, bedraagt die zelfs 38 procent. Elf gemeenten (Sint-Truiden, Leopoldsburg, Zelzate, Eeklo, Lier, Roeselare, Houthalen-Helchteren, Temse, Vilvoorde, Kortrijk en Tongeren) hebben meer dan 15 procent kinderarmoede.
De overige negen gemeenten (Beringen, Diksmuide, Lokeren, Mechelen, Hasselt, Tienen, Ieper, Brugge en Heist-op-den-Berg) zitten boven de 10 procent. Enkel Halle zit net boven de 4 procent. En dat terwijl het Vlaamse gemiddelde op 13,76 procent ligt. ‘Dit gemiddelde verbergt dus scherpe kinderarmoedecijfers. De Vlaamse armoedecijfers zeggen met andere woorden niet zo heel veel over wat er lokaal gebeurt.’
Uit het rapport blijkt voorts dat het aantal mensen met een leefloon vooral het laatste jaar gestegen is. In een op de vier gemeenten gaat daarnaast het sociaal woonpatrimonium er op achteruit: er zijn minder sociale woningen dan tien jaar geleden. Ook de cijfers voor energiearmoede zijn niet rooskleurig: in twee op de drie gemeenten blijft die gelijk.
Dat de armoedesituatie in de onderzochte gemeenten niet goed is, komt volgens Decenniumdoelen niet per se door het beleid, maar wel door de grootte van de steden en gemeenten, hun centrumfunctie en vaak ook hun industrieel verleden.
Solidariteit
Het zijn cijfers die we niet kunnen negeren, zegt Jos Gheysels, voozitter van Decenniumdoelen. ‘Vaak luidt het dat de gemeente de regisseur moet zijn van het lokale sociaal beleid. Men exporteert de verantwoordelijkheid, maar importeert vaak geen middelen’, zegt hij.
Gheysels roept dan ook op om van armoedebestrijding een prioriteit te maken na de verkiezingen van 14 oktober, bijvoorbeeld door de sociale minima op te trekken tot de armoedegrens en door meer werk te maken van intergemeentelijke solidariteit. Uit de cijfers blijkt immers ook dat de centrumsteden vaak omringd worden door gemeenten waar het een pak beter gesteld is met de armoede.