Het aantal bruggepensioneerden is voor het eerst in 30 jaar onder de symbolische grens van 100.000 gezakt. In oktober betaalde de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) aan 99.853 bruggepensioneerden een werkloosheidsuitkering uit.
Het is van augustus 1985 geleden dat dat aantal zo laag was, schrijft De Tijd.
Het aantal bruggepensioneerden, officieel zijn dat werklozen met een bedrijfstoeslag (SWT’ers), ligt een vijfde lager dan op de piek van het stelsel in februari 2011. Toen kregen nog 121.533 werklozen een bedrijfstoeslag. De teruglopende aantallen zijn een gevolg van de strengere voorwaarden die de regeringen Di Rupo en Michel aan het stelsel hebben opgelegd. Waar, per uitzondering, bij de sluiting van Ford Genk nog een brugpensioen vanaf 52 jaar mogelijk was, wordt de onderleeftijd de komende tijd steeds verder opgetrokken, richting 60 jaar in 2020.
De forse afname is volgens De Tijd een budgettaire meevaller. In 2013 kostten de bruggepensioneerden nog 1,6 miljard euro. Naar verwachting daalt dat volgend jaar naar 1,3 miljard. Een belangrijke kanttekening is dat de afname van het aantal bruggepensioneerden gepaard gaat met een toename van het aantal langdurig zieken. Eind 2014 zaten er 321.000 Belgen langer dan een jaar thuis met een ziekte-uitkering. Dat zijn er de helft meer dan tien jaar geleden.
