Loepzuivere gok
Het Antwerpse Rex Diamond Mining is handelaar, mijnexploitant en -explorator in de diamantsector. De in Canada genoteerde “integrated junior” van CEO Serge Muller staat op een keerpunt. Ofwel leiden liquiditeitsproblemen dit jaar tot een ernstig probleem. Ofwel maakt extra geld Mullers dromen waar.
Kimberley (Zuid-Afrika).
Wie wil investeren in een onderneming met een zwaar tekort aan liquiditeiten en 10% verlies op 353 miljoen frank omzet? Het aandeel van dit bedrijf daalde op één jaar van (omgerekend) 130 frank naar 35 frank. Rex Diamond Mining Corporation, want daarover gaat het, opereert bovendien in de mijnsector. Een sector die in 1997 “een gegarandeerd recept bood om geld te verliezen,” bezweert Jeremy Wrathall van beursmakelaar SBC Warburg DillonRead. Rex wordt door CEO Serge Muller geleid vanuit de Antwerpse Hoveniersstraat (zie kader: Bom onder de hub) en staat sinds 1995 op de beurs van Toronto genoteerd.
Toch zijn er mensen die geloven in Rex, dat verleden jaar nog zo’n 170 miljoen frank vond via twee private placements. “Rex heeft één lettertje minder dan Bre-X, het mijnbedrijf dat in 1997 na een schandaal over de kop ging,” oppert Kerry Smith, mijnanalist bij de Canadese beursmakelaar First Marathon Securities Limited. ” But there’s a hell of a difference.”
Zuid-Afrika: saneren en investeren
Kaapstad, 5.45 uur ‘s morgens. Ben Holemans, financieel directeur van Rex, toert met het busje van het Table Bay Hotel langs luxehotels in Kaapstad. Daar pikt hij analisten en investeerders op voor een rit naar de luchthaven. Een Cessna vliegt ons naar Kimberley. Vanuit deze mijnstad reizen we door een godverlaten vlakte naar de Bellsbank-mijn, honderd kilometer verder. Security manager Noam Segal wacht ons op, breed lachend en met zijn pistool nonchalant in zijn broeksband. De gewezen majoor van een Israëlische elite-eenheid, een job die naar eigen zeggen “wat saai” werd, trok nogal wat gewezen collega’s aan voor Rex.
Bellsbank is met de Ardo- en de Rex-mijn de Zuid-Afrikaanse productiepoot van Rex Diamond Mining. Hier wordt al decennialang kimberliet gedolven, zo’n 250.000 ton per jaar. Kimberliet is gestolde lava, ontstaan 150 kilometer onder de oppervlakte, waarin dikwijls hoogwaardige diamant wordt gevonden.
De drie mijnen brengen maandelijks 900.000 dollar (4090 karaat) hoogwaardige diamant op. Ze hebben een reserve van 8,3 miljoen karaat met een geschatte waarde van 1,9 miljard dollar. Het recente jaarverslag verwijst naar “independent engeneering consultant” Stephen Lay, die meent dat de mijnen jaarlijks 123.500 karaat kunnen voortbrengen. Tussen haakjes: deze “onafhankelijke” werkt vandaag voltijds voor Rex.
“Men mag zich niet blindstaren
op de cijfers van Rex,” schampert mijnanalist David James van Canaccord Capital, een Canadese beursmakelaar. “Bij de notering beloofde de directie jaarlijks 110.000 karaat te delven in Zuid-Afrika. Men haalt amper de helft.”
“Ik schrik er niet voor terug om de productie te verlagen of desnoods een mijn te sluiten,” klinkt het ietwat paradoxaal bij Georges Curtis, de Engelse mijningenieur die Rex onlangs aantrok als manager – “zeg: crisismanager (Curtis)” voor de drie mijnen. “De harde waarheid is dat de Zuid-Afrikaanse mijnen verlies maken. Serge wilde snel de voorspelde 110.000 karaat halen om investeerders te paaien. Het siert hem dat hij de harde beslissing trof van strategie te veranderen. Vroeger was Rex’ motto: diamanten, diamanten, diamanten. Nu telt: winst.”
Financieel directeur Ben Holemans wijst erop dat de Zuid-Afrikaanse mijnen Rex maandelijks 150.000 dollar kosten “en dat voor een activiteit die tot doel heeft cash te genereren voor andere divisies”. Deze gewezen Deutsche Banker zag met lede ogen hoe Antwerpen geen greep kreeg op de mijnen. De oorspronkelijke aandeelhouders (waaronder de Zuid-Afrikaanse familie Loehwental) controleerden tot november 1997 16% van de tussenholding Carrig en beschikten bovendien over een pak warrants, die 1,6 miljoen aandelen vertegenwoordigden. Het uitkopen van deze groep kostte Rex 800.000 US-dollar. “Ze werkten onze ambitieuze plannen ronduit tegen,” verklaart Holemans. “Rex wilde investeren in de toekomst. De mijnen waren minder een industriële activiteit, dan wel een manier om het luxueuze leventje van mijnbaronnen te financieren.”
Dit jaar nog
wil Rex de manco’s wegwerken. De hoofdzetel in Johannesburg op 500 kilometer van de mijnen werd verleden maand al gesloten. De drie mijnen, waar managers tot voor kort elk met een administratieve hofhouding werkten, worden in de toekomst centraal beheerd door Curtis.
De vroegere managers gingen bij de exploratie van nieuwe kimberlietaders trouwens vrij rudimentair tewerk. Zij groeven tot er geen diamant meer aanwezig was en zakten dan dieper naar de volgende kimberlietlaag. “Veel voorraden bleven zo onaangeroerd,” aldus Holemans. “Daarom werven we een geoloog aan die voorraden op niet ontgonnen niveaus kan aanwijzen.” Voorts moderniseert Rex het systeem om kimberliet door de nauwe mijnschachten te vervoeren. Dat is vandaag nog een kwestie van ruwe mankracht. Door het transport te automatiseren, vermenigvuldigt de productiviteit per werknemer met vier, waardoor het personeelsbestand kan dalen van 1700, vandaag, tot 1000 eenheden in 2000. (Een arbeider kost omgerekend 8000 frank per maand.) Rex voert ook moderne boortechnieken in, het long haul drilling (diepe boringen van bovenuit, in plaats van verticale ondergrondse boringen).
Muller rekent op een investering van (omgerekend) 150 miljoen frank “om binnen drie tot vier jaar jaarlijks 800 miljoen frank tot 1 miljard frank omzet (120.000 karaat) te realiseren, met een exploitatieresultaat van 50%.” Maar:”Rex heeft geen financiële reserve voor zo’n investering.”
“Extra-middelen heb ik niet nodig,” repliceert een zelfbewuste Curtis. “Het geld zit in de grond. Mijn doel? Ik ben pas tevreden met een nettowinst die hoger is dan 1 dollar per jaar.”
Sierra Leone: een komedie?
Toen we in december 1997, na berichten over een opstand van het Revolutionary United Front ( RUF) in Sierra Leone, vroegen in hoeverre dat dit Rex’ lokale activiteiten negatief kon beïnvloeden, klonk het op de hoofdzetel: “Niets aan de hand. Er is geen echte staatsgreep. Enkele jonge gasten komen graag met hun Kalasjnikov op de buis om zo indruk te maken op hun lief. Maar ze kregen een afkoopsom. Volgend jaar kan de exploitatie beginnen.”
Even later dolven het (democratisch verkozen) staatshoofd Ahmed Kabbah en zijn Kamajo-krijgers het onderspit tegenover het RUF en het leger. Nigeria drukte een internationaal embargo door tegen Sierra Leone. Voor het armste land ter wereld (volgens de Verenigde Naties), dat vorig jaar 2,6 miljard frank diamanten richting Antwerpen exporteerde, betekent dit een catastrofe. Het Nigeriaanse “vredesleger” herstelt de rust in Freetown. De Kamajo’s heroverden de diamantstad Tongo, waar Rex zijn belangrijkste exploratiegebied heeft (naast de Zimmi-concessie in het zuiden).
“De militaire consultants van Executive Outcome,
soms onterecht een huurlingenleger genoemd, herstelden in 1992-1996 met de steun van het leger de stabiliteit,” getuigt Antwerpenaar Gui Pas, die met zijn bedrijf Mano River Resources in Sierra Leone naar goud zoekt. “Dat was positief voor het lokale mijnbedrijf Branch Energy/Diamond Works, waarvoor ze een zekere sympathie hadden. Kabbah beschikt niet over de middelen om Executive Outcome, dat al gauw een miljoen dollar per maand kost, in te schakelen. De chaos is al een jaar compleet. Spijtig voor Rex, dat rekende op een vroeg succes in Sierra Leone. Maar, weet u, Freetown is Zürich niet. Ik verwacht overigens dat de situatie, met de terugkeer van de president, snel verbetert.”
Muller erkent: “We hebben het politieke risico van Sierra Leone verkeerd ingeschat. De Tongo Fields hebben nochtans een kimberliet-reserve van 3,3 miljard dollar.” Voor alle duidelijkheid: dit bedrag is 100 keer groter dan het kapitaal van Rex.
“De komedianten van de sector,”
zo noemt analist David James Rex-topman Muller en geoloog Luc Rombouts, omdat ze dergelijke bedragen naar voor schuiven. “Hoe diep denken ze naar diamant te graven? 150 kilometer?”
James verwijst naar Rombouts’ rapport van december 1996, dat zo’n miljardenbedrag noemde. Dat leidt tot leuke krantenkoppen, zoals in de Financieel-Economische Tijd van begin 1997: “Mijngroep Rex vindt in Sierra Leone voor 110 miljard diamant – Tongo-bekken levert 45 miljard frank brutowinst op.” Rombouts, docent geologie aan de universiteiten van Leuven en Gent, relativeert: “Drie miljard dollar is een fictief cijfer, dat ervan uitgaat dat we een kilometer diep graven. Serge vergat wel eens ietwat dubbelzinnig dit te vermelden als hij fondsen verzamelde. Toen de beursautoriteiten ons hiervoor op de vingers tikten, konden we perfect aantonen dat de prospectus melding maakt van deze relativering. Dit neemt niet weg dat we realistisch gerekend 1,5 miljard dollar reserves hebben als we, zoals in Zuid-Afrika, 500 meter diep graven.”
Eén probleem: om de reserves in de Tongo-velden – die Rex maandelijks 400.000 frank aan onderhoud en huurrechten kosten – te laten renderen, is een investering nodig van 50 miljoen US-dollar. Muller: “Dat weegt niet op tegen een jaaromzet van 120 tot 150 miljoen dollar, die we er kunnen genereren.”
Hoe Brex is Rex?
Wie vandaag spreekt over investeringen in mijnaandelen, kan niet zwijgen over het schandaal rond Bre-X. Deze in Toronto genoteerde onderneming ging verleden jaar over de kop, toen bleek dat haar Busang-goudmijn in Indonesië een met frauduleuze lucht opgeblazen ballon was. Onderzoeksstalen werden bewerkt, salting heet dat, om investeerders te bedriegen. In maart 1997, nadat de bedrijfsgeoloog uit een vliegtuig was “gevallen”, daalden de Bre-X-aandelen op enkele dagen met liefst 80%.
Het “Bre-X-effect” was grotendeels verantwoordelijk voor een “bijna algemene daling van de internationale mijnindices met 30 tot 50%,” aldus Warburg-analist Jeremy Wrathall. Zo verwerkte Toronto in 1996 106 dossiers met een waarde van meer dan 3 miljard Canadese dollar. Verleden jaar zakte het aantal dossiers met twee derde tot een totale waarde van minder dan 1 miljard. Canadese dealers dragen inmiddels petjes met de tekst Bre-X Salting Team.
“Gezien de huidige staat van de metaalmarkten zal 1998 waarschijnlijk geen beter jaar worden,” meent Wrathall. “Er zal hard gevochten worden voor het beperkte aanwezige kapitaal.”
“Dat verduivelde vierletterwoord,”
zo noemt mijnanalist Smith (First Marathon) Bre-X, die het Rex-aandeel verleden maand aanprees als een speculatieve buy. “De kater die investeerders opliepen ondermijnt serieuze ondernemingen als Rex.”
John Turner, die de mijnsector volgt voor het Canadese advocatenbureau Fasken Martineau, beaamt: “Toronto reageert verbeten na het schandaal en verscherpte zijn reglementering extreem. Dat moet de zekerheid verhogen. In die mate zelfs dat de 99,9% van de markt het slachtoffer dreigt te worden van de 0,1% crooks.”
Analist James (Canaccord Capital) meent alvast dat Rex niet tot die laatste categorie behoort. Immers: “Bre-X’ boom was gebaseerd op vervalste stalen, terwijl Rex met 1700 mensen reële delfactiviteiten uitoefent. Toch wantrouw ik Rex. De wanhopige zoektocht naar kapitaal zou wel eens verkeerd kunnen eindigen.”
In het boekjaar 1997, lopend van 31 maart 1996 tot 31 maart 1997, haalde Rex Mining een omzet van 353 miljoen frank, een nettoverlies van 36 miljoen frank en een negatieve netto-cashflow van 9,9 miljoen frank. Ter vergelijking: in het jaar daarvoor boekte de onderneming op een omzet van 453 miljoen frank nog 66 miljoen frank winst, met een negatieve netto-cashflow van 40 miljoen. “De winst nam af door de zwakke prestaties van de Zuid-Afrikaanse mijnen,” verklaart Muller. “We hopen hierin snel verbetering te brengen.”
Verleden week kondigde Rex aan dat van maart tot december 1997 opnieuw een nettowinst was geboekt van 2,3 miljoen frank op een omzet van 248 miljoen frank. Financieel directeur Holemans wijst erop dat Rex een maandelijkse cashburn heeft van 300.000 dollar verlies.
“Op zich is zoiets normaal,” zegt analist James. “Maar er is onvoldoende liquiditeit.” De current assets, tegoeden op korte termijn, van 6,265 miljoen dollar zijn kleiner dan de current liabilities, kortetermijnverplichtingen, van 6,406 miljoen dollar. “Bovendien bestaat bijna 4 miljoen dollar van de current assets uit een moeilijk in te schatten voorraad diamanten,” weet James. Positief is de verkoop van 1,4 miljoen dollar diamanten in 1997, wat de netto-cashflow gunstig beïnvloedt.
Rex’ solvabiliteit
is sterk. De 40,7 miljoen aandelen (waarvan een kwart bij Muller en evenveel bij een vaste kern familieleden en vrienden) vertegenwoordigen een kapitaal van 33,1 miljoen dollar (einde boekjaar maart 1997) versus bankkredieten van 2,4 miljoen en een langetermijnschuld van 5,2 miljoen dollar. Het bedrijf heeft een kredietlijn van 2,5 miljoen dollar bij de Antwerpse Diamantbank (volgens Holemans na een recente machtswissel bij ABN-Amro “een stuk dynamischer dan de Nederlandse concurrent”). In april 1997 werd eveneens 3 miljoen dollar gevonden door een convertibele obligatielening bij de Antwerps-Indische diamantair Rosy Blue (zie Trends, 20 februari 1997), die vanaf 7 april 1998 (eventueel) gerechtigd is deze som terug te eisen. Voorts heeft Rex een royalty agreement met Repadre International Corporation, dat in totaal 4,125 miljoen dollar verschafte. Repadre krijgt (via Rex Barbados) een vergoeding van 2,5% op de bruto-omzet in Zuid-Afrika.
Vandaag noteert het aandeel RXD, zoals het wordt afgekort, 1,25 Canadese dollar, of zo’n 35 frank. Eén jaar geleden was dit nog 5,35 Canadese dollar. Analist Smith: “De politieke malaise in Sierra Leone sleurde Rex de dieperik in.”
Desondanks schreven nogal wat personen uit het Antwerpse diamantmilieu in oktober 1997 in op een nieuwe private placement van zo’n 70 miljoen frank (tegen 1,25 dollar per aandeel). Een recente stijging van het RXD-aandeel zou dan weer te maken hebben met West-Vlaamse interesse. Holemans: “De persoon van Serge Muller is voor een aantal investeerders een garantie op zich.”
Analist James, cynisch: “Een belegger mag zich niet focussen op één aandeel, laat staan op de reputatie van één persoon. Deze emotionele true believers moeten beseffen dat er wereldwijd vijftig junior mining companies actief zijn, met élk een mooi verhaal. Ze laten zich beter adviseren door een makelaar.”
“Spelen op de loterij,”
noemt Antwerpenaar Pas, zelf actief in de mijnsector, de investering in een mijnproducent. “Je kan het risico spreiden, dus statistisch beperken als professionals als Muller de onderneming leiden. Maar men moet zich achteraf niet beklagen als men alles kwijt is. There’s no such thing as a free lunch.”
HANS BROCKMANS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier