Lexus GS 300-430

Eerste klas.

Lexus is op het gebied van klantentevredenheid een referentie geworden. In dergelijke peilingen staat het Japanse merk meer dan eens op nummer één. Vandaar: de tijd was gekomen om het merk een wat sterkere esthetische persoonlijkheid mee te geven. En daar hebben de Japanse designers zich serieus over gebogen. “We willen dat onze auto’s ook met hun uiterlijk verleiden,” zeggen ze bij de Japanse constructeur.

Het eerste gamma dat beter wordt van deze nieuwe aanpak is de nieuwe generatie van de GS 300-430. De lijn blijft trouw aan het tweevolumeconcept, maar oogt nu wat verfijnder. De auto levert daarmee een beetje kofferruimte in, van 540 kubieke decimeter tot 430, maar dat is nog altijd behoorlijk groot. Bovendien is dit toch niet meteen een auto om je verhuis mee te doen. Het design van de voorsteven past helemaal bij de stijl die we bij de toekomstige nieuwe modellen van het huis zullen terugvinden. De lichten zitten hoger en maken gebruik van de nieuwste technologie. Led-lichten zijn duurder, maar bieden ook een beter rendement en een hogere reactiesnelheid.

Op technisch gebied schuilt de grote verandering in de motoren: hier wordt de zes in lijn verlaten voor een V6. Bij de V8 vonden we weinig wijzigingen, want deze krachtbron heeft nog altijd hetzelfde vermogen en koppel: 208 kW en 417 Nm. Het verbruik is wel verminderd.

Voor de Belgische markt is de GS 300 in de afwerking Executive het belangrijkste model, hoewel er ook een optie Business is. In dit marktsegment heeft de klant graag een complete auto. Typisch voor Lexus, vooral in vergelijking met de Duitse concurrenten, is dat de basisuitrusting van de Executive –versie heel volledig is.

De acceleratie is uitstekend, mee dankzij de automatische transmissie met zes gangen die nooit aarzelt. Ondertussen, typisch voor Lexus: een heel laag geluidsniveau. Met deze auto kan je zowat alles. Eens stevig gaan pezen, maar ook rustig kruisen in alle comfort. Je wordt nooit uitgenodigd om scherpe prestaties uit de auto te puren, maar dat blijft wel op om het even welk moment mogelijk. Zo heeft de drielitermotor maar 7,2 seconden nodig om naar honderd per uur te sprinten, een vingeroefening die de V8 afrondt in 6,1 seconden. En in beide versies is het zijdezacht rijden.

Ook aan de veiligheid is, voor dit nieuwe model, gewerkt. Zowel aan de passieve veiligheid, met niet minder dan tien airbags. Maar ook aan de dynamische veiligheid. Zo is deze nieuwkomer uitgerust met tal van elektronische controlesystemen om slippen, glijden of remmen perfect te beheersen of binnen de perken te houden. Dermate dat je zelfs de indruk zou krijgen dat je inbreng als bestuurder toch wel beperkt is.

Christophe