Leefbaarheid revisoren in gevaar

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

De Lernout & Hauspie-affaire brengt het debat over de verantwoordelijkheid van de bedrijfsrevisor in een stroomversnelling.

Bedrijfsrevisor KPMG zal er ongetwijfeld niet graag aan worden herinnerd, maar volgens de huidige wetgeving is de controleur van een jaarrekening nog altijd gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor alle vastgestelde schade bij de uitvoering van zijn opdracht. De auditor loopt bovendien het risico dat hij een vergoeding moet betalen die niet in verhouding staat tot zijn honorarium of schuldgraad.

Dat zoiets zware financiële gevolgen kan hebben voor de beroepsbeoefenaars in kwestie staat buiten twijfel. Daarom ook verplicht het Instituut der Bedrijfsrevisoren (IBR) zijn leden al sinds 1996 om een collectieve verzekeringspolis af te sluiten. Hoewel zo’n polis niet of nauwelijks volstaat bij grote problemen: tegen het Ieperse spraaktechnologiebedrijf Lernout & Hauspie bijvoorbeeld zijn voor tientallen miljarden schadeclaims ingediend.

“De huidige aansprakelijkheidsregeling bedreigt de leefbaarheid van de auditkantoren,” zegt professor Joël Branson, voorzitter van de vakgroep ACCO (Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering) aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB): “In 1990 al moest bedrijfsrevisor Laventhol & Horwath – toen de nummer zeven wereldwijd – de boeken neerleggen als gevolg van een aantal schadeclaims. Geen wonder dat in de Verenigde Staten heel wat revisorenkantoren aan hun klanten voorstellen om bij geschillen een minnelijke schikking af te sluiten.”

Bovendien, zo meent Branson, merkt men ook dat het bestaande regime en de schrik voor processen auditors afschrikt om zaken te doen met – risicovolle – groeibedrijven.

In 1991 bedroegen de totale uitgaven voor rechtszaken bij de toenmalige Big Six 477 miljoen dollar, 9% van hun totale inkomsten. Voor de Verenigde Staten voldoende reden om vanaf 1995 het proportioneel aansprakelijkheidsstelsel in te voeren. Branson: “Hoofdelijke aansprakelijkheid is niet meer van deze tijd. De meeste vennootschappen opereren vandaag in een systeem van beperkte aansprakelijkheid. Waarom zou dat niet van toepassing mogen worden op bedrijfsrevisoren? In dezelfde zin pleit ik voor de invoering van een proportionele verantwoordelijkheid naar Amerikaans model. Ook een plafond voor de wettelijke aansprakelijkheid, of de mogelijkheid voor de auditor om zijn aansprakelijkheid contractueel te beperken behoren tot de mogelijkheden.”

Tegelijk is Branson voorstander van een strengere plichtenleer voor revisoren. Sinds 5 februari 2001 al kunnen bedrijfsrevisoren in de VS zich niet meer inlaten met een aantal niet-auditdiensten. Het gaat concreet om het voeren van de boekhouding of het uitoefenen van managementfuncties. Europa zou binnenkort een gelijkaardige regeling invoeren.

Branson wil zelfs nog een stap verder gaan en staat achter het wetsvoorstel van Geert Bourgeois en Karel Van Hoorebeke (VU&ID) dat voorziet in een volledig cumulatieverbod: “Indien dat er was geweest, zou er van een KPMG-probleem en misschien zelfs van een L&H-affaire nooit sprake zijn geweest.”

Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content