Lage Landen moeten energie bundelen

Nu de regionale regeringen stilaan hun plaats beginnen te vinden, zijn we met zijn allen benieuwd welke verrassingen ze in petto hebben. De nog op te richten federale regering heeft al een cadeau uit haar zak getoverd. Ze houdt twee kerncentrales tien jaar langer open. Een verrassing was dat niet. We hebben gewoonweg geen alternatief om die productie te vervangen. Sinds in 2003 de beslissing is genomen uit kernenergie te stappen en de eerste centrales in 2015 te sluiten, is nagelaten een echt alternatief uit te bouwen voor de verloren capaciteit.

Dat deze aankondiging al tijdens de regeringsonderhandelingen naar buiten werd gebracht, had alles te maken met de zenuwachtigheid over een mogelijke black-out deze winter. Maar niemand moet het langer openhouden van kerncentrales zien als een oplossing voor de komende winter, want dat is het niet. Een land als België kan zich voor zijn reputatie als zwaar geïndustrialiseerd land en als hoofdstad van Europa geen black-out of gedeeltelijke afschakeling permitteren. De schade die onze bedrijven en onze samenleving zouden oplopen, is niet te overzien.

Het langer openhouden van de kerncentrales is dus een logische beslissing. We kopen nu wat extra tijd om dat alternatief uit te werken. Of het genoeg extra tijd is, hangt af van de vraag of de nieuwe regeringen samen met alle actoren een echte langetermijnstrategie zullen uitwerken. Ik denk evenwel dat de regering haar onderhandelingspositie tegenover de eigenaar van de centrales al op voorhand heeft verspeeld, nu die laatste al weet welke kaarten op tafel liggen.

De vele goedbedoelde ideeën ten spijt, zullen we ook onze eigen oplossingen moeten aandragen. Vaak wordt import als de oplossing gezien, maar dat is nu net een deel van het probleem van onze huidige energiehuishouding. Of het nu olie of gas is: het komt uit gebieden waar de stabiliteit niet altijd verzekerd is. Bovendien vergeten we ook al te vaak dat we onze centen gewoon aan regimes geven met bedenkelijke reputaties. Daar komt dan nog bij dat het gebruik van fossiele brandstoffen eindig is en niet past in de doelstellingen van Europa om de CO2-uitstoot te reduceren.

We kunnen beginnen bij onszelf door onze gebouwen energieneutraal te maken en gewoon minder energie te verbruiken. Die oefening is al jaren geleden begonnen, maar de zaken gaan niet snel genoeg vooruit. Het wordt stilaan tijd een uiterste datum voor te stellen waarop onze woningen en alle andere gebouwen aan de toekomstige energienormen moeten voldoen.

De volgende stap is de auto aan te pakken en te zorgen dat die op iets anders rijdt dan fossiele brandstof. In een klein, dichtbevolkt land hebben we wel wat voordelen. Het introduceren van bijvoorbeeld waterstof is haalbaar. De overheid moet er dan wel voor zorgen dat we die brandstof ook kunnen vinden. Ze moet voorwaarden opleggen om een landelijk dekkend netwerk aan te leggen. Waterstof is ook iets waar we in België en Nederland met onze grote petrochemie een lange ervaring mee hebben. De toekomstige windmolenparken op zee kunnen mee ingezet worden om waterstof te maken.

Ook het subsidiesysteem voor elektriciteitsproductie moet worden herzien, rekening houdend met een toekomst waarin alle systemen duurzaam moeten worden. We moeten de duurzame elektriciteitsproductie beter afstemmen op de vraag. En een vergoeding voor beschikbaarheid is minstens zo belangrijk als een vergoeding voor productie.

We kunnen daarvoor samenwerken met onze noorderburen. Zo’n vergaande samenwerking is noodzakelijk voor beide partijen. Nederland heeft een grote achterstand in duurzaam beleid opgelopen. Het start-en- stopbeleid in Nederland heeft ervoor gezorgd dat de ontwikkeling van duurzame energie dreigt stil te vallen. Begin oktober was in Nederland nog maar 500 miljoen euro van de beschikbare 3,5 miljard euro voor dit jaar toegekend aan duurzame projecten omdat het land geen langetermijnvisie heeft over zijn energiehuishouding. Als België de Nederlandse overheid de hand reikt om samen een geïntegreerde strategie uit te bouwen voor de komende vijftig jaar, zal dat beide economieën niet alleen versterken, maar ook financieel efficiënter maken.

De auteur is gedelegeerd bestuurder van NPG energy.

ANDRÉ JURRES

De schade die onze bedrijven en onze samenleving bij een black-out oplopen, is niet te overzien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content