LABORATORIUM IN POLEN
LCM RICHT MUTUALITEIT OP.
Na een lange voorbereiding richtte de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten (LCM) een mutualiteit op in de Poolse stad Inowroclaw : Stowarzyszenia Wzajemnej Pomocy Flandria (Vereniging voor Onderlinge Hulp Flandria). Flandria zal een investering vergen van 12 miljoen frank : 8 miljoen subsidie van de Vlaamse Gemeenschap, 4 miljoen van de dienst Internationale Samenwerking van LCM (waaraan elk lid maandelijks een halve frank bijdraagt).
Flandria wordt door de top van de LCM met argusogen gevolgd. “Dit is een laboratorium waar we zaken kunnen uitproberen die bij ons onmogelijk zijn,” zegt projectcoördinator Jean-Pierre Descan. Zoals bijvoorbeeld systemen van preferred providers, contracten tussen mutualiteiten en artsen (zie hoofdtekst). Het Poolse initiatief zegt daarom evenveel over de toekomstige gezondheidszorg in België als in Polen.
ZES DIENSTEN.
Flandria is enkel actief in Inowroclaw, een stad van 100.000 inwoners, en telt nu 700 leden. De mutualiteit is volledig zelfstandig en heeft geen structurele band met de LCM. Jean-Pierre Descan zit er wel in de raad van bestuur. Met een veertigtal soms grote bedrijven lopen onderhandelingen voor een collectieve aansluiting van alle werknemers. Flandria heeft inmiddels zes verschillende diensten opgezet, die sinds september ’97 operationeel zijn :
1. Contracten met artsen. De meeste artsen in Inowroclaw werken tot 14 uur in de staatsziekenhuizen en daarna in een eigen privé-kabinet. Dat gaat van een donker achterkamertje tot een professioneel klein kliniekje. “Eigen diensten uitbouwen was dus niet nodig,” zegt Jean-Pierre Descan. “We wilden prijszekerheid en een kwaliteitsgarantie invoeren. We hebben daarvoor contracten gesloten met artsen die zich engageren om voor de leden van de mutualiteit te werken aan vaste prijzen, die 30 % lager liggen dan het marktgemiddelde. Die artsen, zogenaamde preferred providers, hebben dat zeer positief onthaald. Ook al omdat zij geen reclame mogen maken en wij wel. We hebben een uur zendtijd per week op een lokale radio waar de arts met naam en toenaam over een bepaald onderwerp kan praten. Verder geven wij materiaal in bruikleen.”
2. Sociale apotheek. Flandria wou gelijkaardige contracten met de apotheken afsluiten. “Die hanteren verschrikkelijke winstmarges,” zegt Jean-Pierre Descan. “Bovendien verkopen ze vooral dure westerse geneesmiddelen die niet worden terugbetaald, terwijl wij een onderzoek hebben verricht waaruit blijkt dat 80 % van de Poolse geneesmiddelen goed tot zeer goed is.”
De apotheken waren niet geïnteresseerd in contracten, vandaar dat Flandria zijn Nasza Apteka (Onze Apotheek) oprichtte, die met een kleinere winstmarge werkt en die de leden van de mutualiteit 5 % vermindering geeft. Doel is dat de apotheek met winst draait en zo andere diensten mee financiert.
3. Uitleendienst. De uitleendienst rolstoelen, krukken enzovoort is voorbehouden aan de leden.
4. Thuisverpleging. De hospitalen in Inowroclaw tellen 600 bedden en die zijn voortdurend volzet, al te vaak voor kleine ingrepen. “We werken aan een project waarbij de hospitalen ons een subsidie geven voor elke patiënt aan wie we thuisverpleging verlenen,” zegt Jean-Pierre Descan. “20 verpleegsters van het hospitaal hebben een contract met de mutualiteit om na hun uren patiënten thuis te verplegen.”
5. Tandartsenkabinet. Net als de apotheken waren ook de tandartsen niet geïnteresseerd in contracten van preferred providers. Jean-Pierre Descan : “Als gevolg van een numerus clausus zijn er te weinig tandartsen en heeft elk van hen heel wat patiënten. Hun prijzen liggen even hoog als bij ons, bovendien wordt er niets terugbetaald. Op de overheidsmarkt zijn er geen tandartsen meer.” Het is dus niet te verwonderen dat de tandartsen in Inowroclaw zich zelfs vijandig opstelden tegenover Flandria, zeker toen de Pools-Belgische mutualiteit een eigen tandartsenkabinet oprichtte dat 20 tot 100 % goedkoper is. Het reeds winstgevende kabinet kan enkel geraadpleegd worden door de leden van de mutualiteit.
6. Sociale beweging. Flandria heeft een groep van 16- à 18-jarigen die zich inzetten voor kansarme jongeren. En een reeks vrijwilligers staan in voor de sociale dienst.
EVALUATIE.
“Is dit de moeite waard ?” vraagt Jean-Pierre Descan. “We zitten in één stad en hebben niet de middelen om het nog eens over te doen. Ook al is er vraag naar in andere Poolse steden. Maar dit is een laboratorium. We beginnen nu ook in Letland en Oekraïne. Over een jaar maken we een evaluatie. Is een mutualiteit noodzakelijk ? Zo ja, welke rol moet ze spelen ? Zelf dienstverlening verstrekken of contracten met bestaande zorgverstrekkers uitbouwen en dus veeleer als regulerende partij optreden ?” Vragen die ook in België de moeite van het overdenken waard zijn.
G.M.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier