Kunstzinnige champagnebubbels
Het champagnehuis Pommery, fraai gelegen in de luwte van de kathedraal van Reims, is dezer dagen nog meer dan anders een bezoekje waard. Verspreid over het domein en de kilometerslange keldergangen staan de monumentale sculpturen van de Brusselse kunstenaar Olivier Strebelle opgesteld.
De kans dat u achteloos aan de kunstwerken van Olivier Strebelle voorbijloopt, is zo goed als nihil. De beeldhouwwerken van de Brusselaar zuigen stante pede alle aandacht naar zich toe, met hun vrouwelijke, bijna wellustige rondingen en vooral hun vaak imposante afmetingen. Een kunstwerk van Strebelle – kooplustigen zijn bij deze gewaarschuwd – laat zich, in tegenstelling tot een champagnefles, niet zomaar in een wandkast murwen. Integendeel. Het vereist een omgeving die met een serene eindeloosheid is omzwachteld, zoals bijvoorbeeld les caves de Pommery, een ingenieus, ondergronds labyrint van wel achttien kilometer nauwe gangen en benepen galerijen, een labyrint waarin werkelijk miljoenen flessen champagne hun ‘bruisende’ natuur onder een dikke laag stof en onder het schemerduister trachten te verbergen.
Strebelle had zich geen betere locatie kunnen indenken. De levenslustige vormentaal van ‘s mans wulpse, vaak erotisch geladen beeldhouwwerken sluit naadloos aan bij het sprankelende imago van champagnehuis Pommery. Joie de vivre is wat beide verbindt, ook al steken het kille kelderinterieur en de schaarse belichting op het eerste gezicht schril af tegen de soepele openheid en de barokke overladenheid waarvan Strebelles bronzen steevast getuigen.
Olivier Strebelle is lang niet aan zijn eerste internationale expositie toe. Hij dook het kunstwereldje binnen begin de jaren zeventig, met beeldhouwwerken die menig criticus aan het oeuvre van Henry Moore en Octaaf Landuyt deden denken. Over de verschillende decennia heen heeft Strebelle echter een volledig eigen idioom ontwikkeld, wars van pseudo-intellectueel gewauwel en geduldig consequent als de champagneflessen van Pommery.
De internationale doorbrak kwam er toen hij zijn vrouwelijk ogende bronzen beelden boudweg neerplantte op de Parijse Place Vendôme, een plek die nochtans geheel uit streng classicisme en strikt rationalistische architectuur is opgetrokken. Het zalvende contrast sloeg niet alleen in als een bom; het deed de idee opborrelen om zijn werken ook in Reims tentoon te stellen. Gelukkig hoeft u niet over een proefschrift kunstgeschiedenis te beschikken om van deze unieke tentoonstelling te kunnen genieten. Werk en decor spreken voor zich. Zelfs de meest fervente museumhater zal opfleuren bij deze expositie die hem immers meteen ook een geleid bezoek biedt aan de wereldberoemde champagnekelders van Pommery.
Van de artiestengilden tot en met Strebelle
Het champagnehuis Pommery werd in 1868 opgericht door de kranige weduwe Jeanne Alexandrine Louise Melin, die na het vroegtijdige overlijden van haar welstellende echtgenoot – Louis Pommery – het domein gestaag wist uit te bouwen tot ‘s werelds allereerste champagnehuis dat ook internationaal commerciële successen wist te boeken. De Pommery Brut Nature – de moederkloek van het ondertussen vrij uitgebreide gamma aan godendrankjes – is tot op vandaag een feestklassieker die zich zonder moeite tussen even beroemde merken als Dom Pérignon, Veuve Clicquot en Bollinger weet te nestelen.
In 1878 opende het domein van Pommery voor het eerst de magnifieke, smeedijzeren poorten voor het publiek, waarmee het de universele roeping van het merk nog maar eens onderstreepte. Bezoekers waren er voor het eerst getuige van de prachtige Elizabethaanse fabrieksarchitectuur, de classicistische tuinen en de talloze onderaardse gangen die, sinds ze tweeduizend jaar geleden gedeeltelijk door de Galliërs uit de krijtmassieven werden gehouwen, eindelijk hun ultieme lotsbestemming gevonden leken te hebben. Bovendien werden bezoekers er getrakteerd op een reeks fraaie bas-reliëfs van Gustave Navlet, die tussen haakjes nog steeds te bewonderen vallen. Ten slotte wierp Madame Pommery zich indertijd al op als een vrijgevige mecenas die het lokale kunstenaarsgild op tijd en stond een lucratieve opdracht schonk. Dat ruim honderddertig jaar later ook Olivier Strebelle er neerstrijkt, hoeft dan ook niet te verwonderen, ook al is het gek genoeg de allereerste keer dat er een kunstenaar op dergelijke schaal zijn werk mag exposeren.
Het omturnen van het domein – en vooral het uitbouwen van de beroemde krijtkelders – tot dé optimale plek om er champagne te persen, rijpen en te distilleren, nam meer dan tien jaar in beslag. Het eindresultaat is een plek, bezwangerd met mystiek, een ondergronds labyrint waarheen u geloodst wordt door een robuust uitgehouwen trap van 116 treden die u dertig meter onder de imposante gebouwen voert. Daar bevindt zich een gangenstelsel boordevol galerijen en nissen die weliswaar oorspronkelijk uit de Romeinse tijd dateren, maar die door madame Pommery werden samengeklonken tot een garguanteske champagnekelder.
Zo liggen er tegenwoordig meer dan 25 miljoen champagneflessen opgestapeld, ruim voldoende voor een eeuwig durend bacchanaal. Bovendien worden alle flessen bewaard in nissen die in witgekalkte letters de naam van hun uiteindelijke bestemming hebben meegekregen. En afgaande op de exotisch klinkende stadsnamen die we hier kunnen vinden, wacht de flessen meestal nog een aardige reis. Buenos Aires, Koblenz, Manchester, Tokio, Kinshasa… de champagne van Pommery vind je op elk continent.
In handen van het Belgische Vranken
Toch blijft het huis – ondanks zijn internationale uitstraling en oer-Franse historiek – een uitgesproken Belgische stempel dragen. En dat heus niet alleen omdat Olivier Strebelle er nog tot maart volgend jaar exposeert. Sinds 2000 is Pommery in handen van de Belgische entrepreneur Paul-François Vranken, zaakvoerder van het multinationale drankenconcern Vranken-Monopole. De man mag dan tegenwoordig al de dubbele nationaliteit dragen, het imperium van deze Luikenaar heeft wel degelijk Belgische roots, wat onze tricolore – die fier aan de ingang van het domein hangt te wapperen – overigens nog steeds onderstreept.
Dat de rondleiding begint en eindigt in een ruime degustatiehal, hoeft niet te verwonderen. Tenslotte blijven Belgen onder alle omstandigheden – ja zelfs in het kloppende hart van de Champagnestreek – getuigen van hun Bourgondische natuur. Een bezoek aan Pommery wordt in de regel dan ook beklonken met het proeven van een van de vele kwaliteitschampagnes van het huis: van de Brut Apanage, de ideale link tussen het aperitief en een gastronomisch menu, tot de hippe Pop-flesjes, de jongste telg uit de Pommery-familie die met een rietje worden gedronken en vooral in discotheken gretig worden ontkurkt.
Als u tot hier komt met de wagen, rest ons dan ook het vaderlijke advies: geniet, maar drink met mate. Gezondheid.
Dave Mestdach
Sinds 2000 is Pommery in handen van de Belg Paul-François Vranken. Onze tricolore wappert dan ook fier aan de ingang van het domein.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier