Kunstenaars verdienen onze steun

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

De auteur is partner-hoogleraar management aan de Vlerick Business School.

De kunstenaars waren heel boos toen de regering (per vergissing?) de roerende voorheffing op hun inkomsten verhoogde van 15 naar 25 procent. Kristien Hemmerechts haalde zich de woede van haar lotgenoten op de hals toen ze dat maar normaal vond. Als iedereen minstens 25 procent betaalt, waarom dan een uitzondering maken?

De vertegenwoordigers van de creatieve sector protesteerden ook mee. Kunstenaars staan aan het begin van de creatieve keten en als zij droogvallen, drukken zij minder boeken, verkopen ze minder cd’s. De regering had zich blijkbaar vergist, krabbelde terug en moet nu elders op zoek naar 6 miljoen euro.

Ik vind dit een boeiend debat. Om de meest uiteenlopende redenen. Eerst om die 6 miljoen euro. Hoe heeft de regering dat berekend? Ik vermoed dat ze wisten dat auteursrechten normaal 9 miljoen euro opbrengen, een verhoging van 15 naar 25 procent brengt dus twee derde van 9 miljoen op.

Maar veronderstel dat al die kunstenaars gelijk hebben, dat hun creativiteit gestraft wordt, dat ze droog vallen. Laten we aannemen dat ze de helft van hun energie kwijt raken. Dan heeft de overheid wel 25 procent, maar op de helft van de som, dan doet de overheid verlies aan zo’n maatregel. De regering zal dus gedacht hebben: ach die kunstenaars, die doen dat niet voor het geld, die leven volgens het principe ‘l’art pour l’art’. Die veranderen aan hun output toch niets.

Dat is buiten de waard, in case buiten de aard van de kunstenaar, gerekend. Zij zullen juist nog meer produceren. Als de kunstenaar geen geld heeft en dus honger lijdt, dan wordt hij nog productiever. Of misschien wordt wel de homo economicus in de kunstenaar wakker. Laat ik nu maar twee kunstwerken maken in plaats van een. Dan compenseer ik die belastingverhoging. Juist, u wist het al langer, kunstenaars kunnen niet rekenen. Ze zouden slechts 1,133 kunstwerk moeten maken om evenveel te verdienen. Dus zonder het te weten had het nachtelijke conclaaf misschien voor nog veel meer dan 6 miljoen gezorgd.

En dan de regering. Zouden die verstandige dames en heren discussiëren over de prijselasticiteit van kunstarbeid? Zou er een neoliberaal heel voorzichtig Ronald Reagan en de Laffer-curve durven te citeren: hoe minder we belasten, hoe meer inkomsten we hebben…

Nu we het toch over auteursrechten hebben, dat is een vraag die ik me al vaak heb gesteld. Als er een miljoen illegale downloads zijn, waarbij de sector per download een halve euro verliest, wat is dan het echte economische verlies voor de sector? Als hij moord en brand schreeuwt ‘een half miljoen verlies’, hoe zeer bewijst de sector dan dat ook hij nog nooit gehoord heeft van ‘elasticiteit van de vraag’? Als een tiener 400 liedjes gratis downloadt, hoeveel zou hij er dan downloaden als hij moest betalen per liedje? Het is uiteraard dit getal dat de muziekindustrie moet hanteren. De morele schade is een half miljoen euro, graag toegegeven, maar de economische schade zal veel minder zijn.

En toen de kunstenaars werden gebroodroofd, vond ik het opvallend stil bij de witte woede, de melkveehouders, en de staalarbeiders. Die mensen zijn nochtans ook heel vaak heel verontwaardigd. Zou het kunnen dat kunstenaars, melkveehouders en fabrieksarbeiders vooral verontwaardigd zijn over dingen die hun eigen belang schaden? Dat is dan een heel begrijpelijke, maar weinig bewonderenswaardige verontwaardiging.

Net daarom vind ik dat kunstenaars recht hebben op die 15 procent. Als een bevolkingsgroep onrechtvaardig wordt behandeld, grote tegenslag heeft, wie organiseert er dan een benefietoptreden? Wie schrijft er verontwaardigde pamfletten of boeken? Wie maakt er prachtige films over onrechtvaardigheid die anderen treft? Juist: de kunstenaars. Maar nu zij in het hart van hun voortbestaan werden getroffen, waar bleven de solidariteitsacties met tractoren, mestvorken of stethoscopen?

Ik vind dit echt een boeiend debat, niet het minst om de kwaliteit van de argumenten. Kunstenaars staan aan het begin van de keten. Dat moeten ze bij Delhaize, groentewinkels, restaurants en vooral frietkoten goed in de oren knopen. Zodra deze ook maar een pril begin van lage prijzen in de landbouw zouden vaststellen, moeten ze eendrachtig op straat komen met slogans als ‘als het begin van de keten te weinig betaald wordt, hebben we allen honger’.

MARC BUELENS

Als een bevolkingsgroep onrechtvaardig wordt behandeld, grote tegenslag heeft, wie organiseert er dan een benefietoptreden? Wie schrijft er verontwaardigde pamfletten of boeken?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content