Krampen op het Net
De intrede van Belgische uitgevers op het Internet verliep niet van een leien dakje. Central Station staat op inactief. En het voortbestaan van Belgium Online hing aan een flinterdun zijden draadje. Is er nog toekomst ?
Vrijdag 13 december ’96 was inderdaad een ongeluksdag voor elf uitgevers in België. Hun op die datum voorgestelde compromis voor de redding van Central Station een elektronische knipseldienst op het Internet werd afgeketst door de vertegenwoordigers van journalisten. Een pijnlijke opdoffer, omdat precies veertien dagen eerder ook Belgium Online ( BOL) een ander samenwerkingsplatform van zes uitgevers op het Net had beslist zijn gedelegeerd bestuurder, Ludo Poelaert, te vervangen.
In nauwelijks een halve maand tijd liepen twee gedurfde projecten in elektronisch uitgeven waar ook het buitenland met argusogen naar uitkeek muurvast. Het ene strandde op discussies over het auteursrecht, het andere miste de nodige marktprofilering. Vandaag is Central Station al maanden definitief op non-actief gezet.
DUUR.
Is België rijp voor dit avontuurlijke en dure gestoei met nieuwe media ? In Central Station en BOL werd tot nog toe 150 miljoen frank geïnvesteerd. Een hoge ingangsprijs voor een markt die nauwelijks meer dan 100.000 (regelmatige) Internet-gebruikers kent. De jongste tellingen van de organisatie RIPE ( Réseaux IP Européens) spreken van 65.064 hosts in België. Een host is een computer met een IP-adres : dat wil zeggen een aansluiting op het Net. Omgerekend komt dit cijfer overeen met 6,3 aansluitingen per 1000 inwoners. In Nederland bedraagt de verhouding al 17 op 1000.
Een tweede hamvraag is of uitgevers zoals Roularta, Uitgeversbedrijf Tijd, Concentra, De Persgroep, Rossel of Editeco de partners in BOL er verstandig aan deden om zich in een marktsegment te wagen waar niet alleen inhoud ( content), maar ook telecom en diensten het spel bepalen ? Zo’n strategische niche vergt diepe zakken. “Als Belgacom of een andere telecomoperator dat wil, dan hebben we morgen allemaal gratis toegang tot Internet,” waarschuwden critici.
BOL en Central Station waren ook de lakmoesproef voor de bereidheid van uitgevers om samen te werken. En daar bestond met name bij BOL nogal wat scepsis over. De ijver van De Persgroep om Jan met de pet op het Net te krijgen en de geduldige business-to-business-strategie van Uitgeversbedrijf Tijd zijn nu eenmaal moeilijk met elkaar te rijmen. Dit leidde, volgens sommigen, tot een marketing die ineffectief en onbetaalbaar was. “Er bestond geen consensus over de strategie,” geeft Ludo Poelaert toe. “Wat al na enkele maanden resulteerde in paniekvoetbal.”
Vijftig dagen na de opstart had BOL nog maar een 500-tal (privé-)gebruikers over de streep getrokken. Vrij ontgoochelend voor een project dat de ambitie had om in één jaar tijd tegen oktober ’97 10.000 leden te werven. De twijfel sloeg toe. Voor een ravage onder de Internet-providers zoals Ludo Poelaert aanvankelijk had vooropgesteld bleek er geen geld. “Dit is juist,” zegt hij nu. “De uitgevers hadden hun middelen geïnvesteerd in een beveiligd netwerk. En om dit te laten renderen, moet je het durven uitzweten.”
KROONJUWELEN.
Een ander probleem was dat de uitgevers nauwelijks bereid waren hun inhoud op de website van BOL te plaatsen. “Alsof zij gevraagd werden de kroonjuwelen weg te geven,” zegt een insider. Het project verzeilde daardoor in een patstelling. Hoe trek je veel abonnees aan ? Met goede inhoud. Hoe overtuig je de uitgevers om die inhoud op de website te plaatsen ? Met veel abonnees. Met andere woorden, de kip of het ei.
“We hebben fouten gemaakt en veel leergeld betaald,” beaamt Paul Huybrechts, algemeen directeur van Uitgeversbedrijf Tijd, die tijdelijk z’n schouders onder het project heeft gezet. “Eigenlijk is Belgium Online heel ambitieus van start gegaan en we hebben enkele maanden de tijd moeten nemen om onze stiel beter te beheersen. De ambitie werd voor een stukje teruggeschroefd. We zijn nu iets voorzichtiger en nederiger naar de markt toe.”
Een eerste gevolg van die nieuwe Realpolitik is geweest dat BOL afstapte van het streefdoel om alle inhoud van de uitgevers op één site te verenigen. “We zijn geëvolueerd naar een decentraal model van metacontent,” legt marketingdirecteur Salvatore Vella uit, die de taak van directeur ad interim op zich kreeg. “We kwamen tot de conclusie dat BOL niets anders kon zijn dan een kruispunt dat de bezoekers op een eenvoudige manier wegwijs maakt naar de informatie, zonder zélf over die informatie te beschikken. Het Internet is een markt die moet worden geanimeerd.”
BOL is dus zijn rol blijven spelen als access het verhuurt toegang tot het Internet én als service provider. En het verschil met de andere spelers op de markt ? “Een heus IP-communicatiebedrijf worden,” aldus Salvatore Vella. “We realiseerden ons dat BOL heel goed in staat is om zijn netwerk ter beschikking te stellen van derden, net zoals Belgacom telefoonlijnen verhuurt.”
Blijft de vraag of zoiets de juiste strategie is. Uitgevers zijn geen kabel-, telefoon- of modemspecialisten. Hun opdracht is inhoud te brengen. Telecommunicatie en diensten laten ze beter aan anderen over.
HEFBOOM.
“Dat is inderdaad dé cruciale vraag,” zegt Paul Huybrechts. “Moeten de uitgevers een deel van dit operatorschap op zich nemen ? Mijn persoonlijk antwoord daarop is : ja. De uitgevers moeten op een voorzichtige manier en in samenwerkingsverband kennis verwerven op dat gebied. Het zou lichtzinnig zijn om die nieuwe media over te laten aan de grote spelers uit de hard- en softwaresector. In de telecom lees je allerlei theorieën over convergentie. Je hoeft maar de evoluties bij Tele Danmark en Singapore Telecom ( nvdr. aandeelhouders van Belgacom) te volgen om vast te stellen dat de uitgeefactiviteit bij hen zal toenemen. Ook wij zullen een beetje telecommunicator worden. Het is wijs van de uitgevers om hier een vinger in de pap te hebben.”
“Het medium zonder de inhoud, of omgekeerd, leidt tot niets. Er is een enorme hefboomreactie mogelijk tussen de papieren print en het Internet,” vult Salvatore Vella aan. Nochtans is het voor rijke telecomoperatoren zoals Belgacom een kleintje om die inhoud aan te kopen. Hoe reageer je dan op de ambitieuze plannen van de provider Skynet waarin Belgacom 51 % bezit om tegen eind ’98 140.000 abonnees binnen te halen ?
“Daar zullen we mekaar tegenkomen,” glimlachte Paul Huybrechts. Er waren al sinds enkele weken de geruchten dat BOL zou onderhandelen met een grote telecomoperator de naam van BT circuleert. ” No comment,” reageerde Paul Huybrechts hierop vorige week. “Wel kan ik bevestigen dat we met de Nederlandse Internet-provider World Online praten over een minderheidsbelang in Belgium Online. Zij vormen een samenwerkingsverband ( nvdr. tussen Psinet, de tv-zender Tros, uitgeverij Audax en de Nederlandse Spoorwegen) met dezelfde gerichtheid als wij op de zakenwereld, er zijn dus synergieën mogelijk.”
Toen al hing de toekomst van BOL aan een zijden draadje. Het samenwerkingsplatform meldde ook nog dat het vóór eind deze maand een kapitaalverhoging wil doorvoeren. “De uitgevers zijn bereid zich verder financieel te engageren,” zei Huybrechts. Maar dan wel en dát werd niet gezegd onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat World Online met 25 miljoen frank vers geld over de brug zou komen.
INCIDENT.
BOL was evenzeer het slachtoffer van “beginnersfouten”. Vorige week nog bond het vakblad CM Corporate de kat de bel aan door in een artikel het beveiligingssysteem van Belgium Online op de korrel te nemen. Een aantal journalisten was erin geslaagd door het intikken van een “foute” URL namelijk http://belgium.online.be/bk/ binnen te dringen in de directory van de website van BOL. Zij kregen toegang tot een bestand met adressen en rekeningen van klanten die een elektronische zichtrekening bij het Beroepskrediet hadden geopend.
“Een spijtig incident,” reageerde Thierry Faut, voorzitter van het directiecomité van het Beroepskrediet, vorige week. “Jammer dat het zo werd opgeblazen. Iemand van BOL vergat een toepassing via de directory af te sluiten. Dit is een slordigheid. Maar het veiligheidssysteem is op geen enkele wijze in gevaar gebracht. Er konden geen gegevens worden gemanipuleerd. We hadden tien zichtrekeningen op de website van BOL staan, het merendeel ervan testrekeningen één ervan was trouwens de mijne. Het is een vervelende zaak, maar ik heb liever dat de fout nu werd ontdekt dan één jaar later wanneer we op het Internet 10.000 of 15.000 zichtrekeningen zouden hebben. Mijn geloof in bankieren op Internet blijft overeid : het is een soepel systeem, heel toegankelijk, het kost bijna niets en het is veilig.”
De weerklank die het voorval in de pers kreeg, had Paul Huybrechts wél verrast. “Toegegeven,” zegt hij. “Bij de start van BOL hebben we nogal hard van de toren geblazen. Een applaus had ik zeker niet verwacht. Maar we proberen hier dingen te doen die niemand anders doet of aandurft. Moeten we dan bij het minste foutje de voorhamer op het hoofd krijgen ? Voor wie risico’s onderneemt en even onderuit gaat, is er in België blijkbaar weinig begrip. Hier heerst een conformistische cultuur : zolang je low profile blijft, mag je doen wat je wil. Dat is misschien ook de reden waarom we achterop hinken op het Internet statistisch gezien bevindt ons land zich op het niveau van Portugal. Nu heet het dat betalen op Internet definitief onveilig is geworden. Zo’n beeldvorming veroorzaakt wellicht grotere schade dan de deuk die we in ons blazoen kregen. Want wat dat laatste betreft, we komen er heus wel overheen.”
PIET DEPUYDT
PAUL HUYBRECHTS (BELGIUM ONLINE) Wie in dit land risico’s neemt, krijgt de voorhamer op het hoofd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier