“Krakau mag geen Brugge worden”
Brugge is een internationale testcase van hoe toerisme een stad kan verknoeien. De Poolse cultuurstad Krakau leert uit die fouten, en roept het advies in van het architectenbureau Groep Planning.
“Dat kan de stad nooit slikken,” weet Ulrich Keppler van het architectenbureau Groep Planning, dat momenteel aan een nieuw structuurplan voor de stad werkt. Die tweede versie wordt normaal gezien volgend jaar van kracht.
Gouden driehoek
Groep Planning is een van de promotoren van de zogenaamde Gouden Driehoek in Brugge _ het gebied rond ‘t Zand, de Grote Markt en het Begijnhof _ die sinds 1996 het centrum van het toerisme uitmaakt. Binnen het nieuwe structuurplan wordt het idee van die toeristische zone verder uitgewerkt met de uitbouw van een “Blauwe Parkeerzone”, die wordt vrijgehouden voor korte boodschappen en buurtbewoners, en met de verlenging van de hotelbouwstop.
Het terugdringen van het toerisme lijkt tegenstrijdig met de massale promotie die Brugge al sinds de jaren zeventig voert, maar de stad ziet er intussen behoorlijk anders uit. “Brugge was een dode stad,” erkent Keppler, “maar het liep uit de hand.” Hij wijst erop dat het toerisme jaarlijks een omzet creëert van 150 miljoen euro (6 miljard frank) waarvan één vierde door dagjesmensen. In de detailhandel spenderen ze 40 miljoen euro (1,61 miljard frank), waarvan zo’n 15 miljoen euro aan pralines, kant en andere “toeristische” producten.
Ongeveer 8% van de Bruggelingen werkt in de toeristische sector. “Dat is evenveel als in het onderwijs,” zegt Keppler. “En hebben de leraren en andere collegae zo’n impact op het beleid in Brugge? Neen, dus. Ik pleit ervoor de sector in zijn context te plaatsen. Dat is niet eenvoudig, omdat restaurateurs en cafébazen een goed georganiseerde en machtige lobbygroep vormen.”
Leren van (fout) Brugge
Steden hebben altijd een haat-liefdeverhouding met hun bezoekers. Brugge is op internationale fora dan ook een case voor stadsplanners. “Wij leren van Brugge hoe het fout kan lopen,” zegt Jacek Pulchra, algemeen directeur van het Internationaal Cultureel Centrum van het Poolse Krakau en professor ruimtelijke ordening. “Toeristen kunnen een stad kapotmaken.”
Pulchra werkte samen met Ulrich Keppler en Werner Desimpelaere (topman van Groep Planning) een masterplan voor Krakau uit. Desimpelaere: “Brugge en Krakau zijn beide historische steden die jaarlijks zo’n 3 tot 4 miljoen bezoekers aantrekken. De Polen leren van ons. Krakau wil niet worden gedisneylandiseerd zoals Venetië en Praag.” Pulchra vertaalt: “We willen niet dat het culturele en historische hart van Polen door ongetemperde ambities van buitenlandse investeerders en lokale neringdoeners het Brugge van Centraal-Europa wordt.”
Trends bezocht Krakau aan de vooravond van de grote doorbraak. Vandaag is het nog een aangename stad, waar de hoogbouw wordt beperkt. Er zijn weinig goedkope hotels. Autocars zijn in het stadsbeeld aanwezig, maar de lange tocht richting Oost-Polen houdt de echte colonnes voorlopig op een afstand.
Het immense marktplein met zijn lakenhal (voor de handel met Vlaanderen), de 58 kerken, 6000 historische gebouwen, 30 musea en het Koninklijk Paleis aan de Wawel zijn een bewijs dat Krakau het Unesco-embleem van werelderfgoed verdient. In tegenstelling tot enkele jaren geleden is het vandaag ook mogelijk uitstekende restaurants, gezellige cafeetjes en moderne clubs te vinden tegen aanvaardbare prijzen. De belangrijkste historische gebouwen worden stap voor stap gerestaureerd. “Net als Brugge kon Krakau zijn historische gebouwen eeuwen bewaren door het gebrek aan investeringen,” klinkt het bij Pulchra. “Armoede is de beste conservator.”
Buigen voor valuta?
Tadeusz Burzynski, hoofd van de Toeristische Dienst, wijst erop dat buitenlandse bezoekers zowat de enige bron van vreemde valuta zijn voor de regio. Na het wegvallen van de staalnijverheid rond de “socialistische modelstad” Nova Huta en de tanende economie in het nabijgelegen Silezië, daalde de werkgelegenheid in Krakau en omgeving spectaculair. Burzynski: “Het is mijn job Krakau op de kaart te plaatsen van internationale investeerders in de toeristische industrie. Het is een kwestie van overleven.”
Voorlopig is Krakau nog niet, zoals Praag met 8 miljoen bezoekers per jaar, overgeleverd aan het lompentoerisme, zoals Burzynski het noemt. “Ik weet echt niet hoe we die trend kunnen stoppen. Zeg gerust aan uw lezers dat ze best nu naar onze stad komen, nu hij nog aangenaam is voor iedereen.” Net als de meeste toeristensteden gaapt in Krakau een kloof tussen de kortetermijnbelangen van de toeristische industrie en de langetermijnplanning die een voorzichtig bestuur moet voeren. Professor Zbigniew Zuziak, gewezen (want te rebelse) stadsplanner van Krakau: “Het snelle gewin is aanlokkelijk voor de lokale besturen. Bovendien vindt men de notie ‘planning’ in het postcommunistische Polen in tegenspraak met de vrije markt. Maar wie de buitenlandse investeerders, die Krakau willen volpoten met hotels, hun gang laat gaan, slacht de kip met de gouden eieren. De kwaliteitstoeristen met een hoge toegevoegde waarde ( nvdr – verblijfstoeristen met geld dus) zullen wegblijven.”
Steden zijn in
Keppler plaatst de aantrekkingskracht van steden in een breder economisch perspectief: “Mensen hebben meer geld en de vliegtuigreizen zijn goedkoper. Vijftigers gedragen zich vandaag nog als dertigers en trekken de wereld rond naar steden die vroeger enkel door freaks werden bezocht. Ook jonggepensioneerden tasten vandaag in hun portemonnee om in de weekends het vliegtuig of de HST te nemen. De vraag naar stedelijke vakanties stijgt dus enorm. Maar ook het aanbod neemt toe, omdat minder klassieke steden in hun toeristisch potentieel investeren en het aantal bezienswaardigheden toeneemt.”
Ook Brugge verliest stilaan zijn monopolie als dé Vlaamse toeristenstad. Andere steden delen in de vreugde die de nieuwe trend brengt. “Dit jaar holt Antwerpen met de festiviteiten rond de Cutty Sark (1,4 miljoen bezoekers) en de Ronde van Frankrijk (700.000) naar de eerste plaats,” zegt Bjorn Verhoeven, kabinetslid van de Antwerpse schepen van Toerisme Leo Delwaide ( VLD). “We trachten het aanbod wel geografisch te spreiden, door het Zuid en het Eilandje in de promotiepakketten in te schakelen. Verder mikken we met onze campagne Trendy Antwerpen op een jonger, modieus publiek. De stroom van Nederlandse toeristen is geen probleem, omdat ze worden opgelost in het half miljoen Antwerpenaren. Kortom: de trend van het snelle, cultuurgedreven stadstoerisme is een zegen voor de minder klassieke centra als Antwerpen.”
Hans Brockmans
GAMMA
“Armoede is de beste conservator.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier