Kopen op de groei
De kledingmarkt is bikkelhard, vooral nu hippe Zuid-Europese ketens België veroveren. Maar JBC weet met voorzichtige overnames en doordachte collecties door te groeien.
Hoewel de kledingdistributie de jongste jaren naar adem hapt, groeit JBC – dat tot december 2001 officieel als Bartan door het leven ging – onverdroten voort. De winkelketen rijdt in de kop van het confectiepeloton. Dat Jean Baptiste Claes, die zijn initialen schonk aan JBC, een ex-profwielrenner is, kan geen verklaring zijn. De collecties en een juiste strategie allicht wel.
Vorig jaar nog werden de vijf vestigingen van Fashion Point Group ingelijfd, een winkelketen met duidelijk omlijnde doelgroepen. “Die overname past in de diversificatiepolitiek van JBC. We zoeken langzaam onze weg via complementaire zaken,” zegt Bart Claes, de zoon van de 65-jarige Jean Baptiste. Met 81 eigen winkels, waarvan vier in Luxemburg en zes in Nederland, en een omzet van ruim 104 miljoen euro zegt JBC tot de Belgische topdrie te behoren. In maart openen er trouwens nog twee nieuwe Belgische vestigingen. “Toch willen we niet groeien omwille van de groei,” zegt Claes. “Haast je langzaam, is ons motto.”
JBC, gevestigd in Houthalen, mikt op jonge gezinnen met kinderen. De collecties variëren van hippe tienerkleding tot goedkope, klassieke confectie. JBC houdt de vinger aan de pols voor wat zijn doelgroep verlangt. De exclusieve Studio 100-lijn (met Samson & Gert, Plop) of de wieleroutfits van Domo, je vindt het allemaal bij dit Belgische familiebedrijf.
Door zijn vestigingen in de stedelijke periferie te planten, ontwijkt JBC de exorbitante huurprijzen van de winkelstraten. De keten moet er dus voor zorgen dat het publiek doelbewust naar de winkels komt. “Onze markt is er één van emotie. De mensen die bij JBC kopen, willen erbij horen zonder trendsetters te zijn. Wij bieden in ons familieconcept een eerlijk product. Eerlijk van prijs, kwalitatief en modebewust”. De aanwezigheid van de keten op het internet met een eigen site en via het virtuele winkelcentrum Bemart.be ( Belgian Electronic Market) past in die strategie.
Toch is kleding een cyclische markt, en uiterst conjunctuurgevoelig. In 2000 kromp de Belgische kledingmarkt met 5,9%, voor 2001 zal de inkrimping 2% à 3% bedragen. Bovendien moet de Belgische confectienijverheid sinds kort ook de hippe Zuid-Europese ketens naast zich dulden. “Niemand loopt naakt. Je moet dus telkens klanten weghalen bij de concurrentie,” klinkt het ontwapenend logisch. De strijd tegen die concurrentie kan Claes aangaan omdat JBC makkelijker op de lokale behoeften kan inspelen. “Voor het kleine België gaan die groepen geen speciale collectie creëren, dat is niet rendabel.”
Small is beautiful, big is powerful, wordt gezegd. JBC, halfweg de jaren zeventig begonnen met twee winkels, balanceert tussen die uitersten. Maar Claes is voorzichtig optimistisch. “Elke generatie heeft zijn problemen. Het komt er bij ons op aan om geen seizoen te missen en je ziel te bewaren.”
L.D. [{ssquf}]
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier