Kiplekker

In 1987 was de markt van het kippenvlees verzadigd. Vandaag is de markt nog meer verzadigd. Toch snelde de omzet van Vleki uit Genk in negen jaar tijd van niets naar 600 miljoen frank.

Duizenden blikken kip staan metershoog gestapeld in het magazijn van de nv Vleki, aan de Bosdel in Genk. Vier weken lang blijven de kersvers ingeblikte producten in quarantaine, daarna worden ze één voor één gecontroleerd op fouten. Kwaliteit is immers het sleutelwoord voor de Limburgse vleesverwerker, die in negen jaar tijd een pijlsnelle omzetgroei kende.

“Dit hadden we niet verwacht,” erkent productiedirecteur Guido Bielen. “We zijn in 1987 gestart, de markt van het kippenvlees was toen oververzadigd. Vandaag is dat nog steeds het geval. Wij hebben marktaandeel verworven door kwaliteit.”

In 1992 bedroeg de omzet 296 miljoen frank, in 1994 525 miljoen frank, vorig jaar 510 miljoen frank. Dit jaar wordt opnieuw een groei tot 600 miljoen frank voorzien. “Onze omzet is gestabiliseerd door een gebrek aan ruimte. De bedrijfsoppervlakte is verdrievoudigd. We zitten nu aan de limiet. We hebben een vaste cliënteel. Als we deze klanten goed willen verzorgen, moeten we onze productie beperkt houden.” De opeenvolgende uitbreidingen, voor een bedrag van 82 miljoen frank, werden gefinancierd met eigen kapitaal. Voor een diepvries, met een opslagcapaciteit van 800 ton, legde het Vlaamse ministerie van Economische Zaken 10 miljoen frank subsidiegeld bij. Verhuizen, om de productie te vergroten, zit er voorlopig niet in. Dat vergt volgens Guido Bielen 100 miljoen frank. En dat bezitten de drie particuliere aandeelhouders van de nv niet. Het zijn, naast Bielen, gedelegeerd bestuurder Peter Willems en bestuurder Jan Dekoning. De schuldgraad van Vleki bedraagt overigens 72 %. Al is dat nog een tiende onder het sectorgemiddelde. Strenge Europese hygiënenormen doen de hele vleessector kreunen.

Vleki werd opgericht in maart 1987. Het letterwoord staat voor VLEes van KIp. Vleki levert niet-voorbereid rundvlees (een tiende van de omzet), maar vooral kippenvlees als grondstof voor grootkeukens, de soep- en slafabrikanten van de voedingsindustrie. De grootste klanten bestellen jaarlijks 300 ton, de kleinste zes ton. Dagelijks worden 35 ton vers geslachte kippen, ontdaan van ingewanden en veren, verwerkt tot tien ton afgewerkt product. Het gevogelte wordt gekookt, gepeld en gecontroleerd op resterende aders, vellen en botjes. Vervolgens wordt het kippenvlees op maat gesneden. Elke klant wil immers een specifieke grootte : van het blokje in de soep ( Maggi Nestlé, Honig) via de vol-au-vent ( GB-restaurants), tot de bereidingen van kippensla. Vleki verzorgt de volledige afwerking voor de voedingsproducent, tot en met de etikettering. “We hebben geen eigen merk, want dan zouden we onze klanten beconcurreren.” Het is een erg arbeidsintensief procédé : Vleki telt 108 werknemers, waarvan 40 % interimarissen. “Het grootste deel van de productie is nog handwerk. Het vlees van de botten halen, kan niet machinaal, want dan wordt de structuur van het vlees vernield. Alleen het snijden en het vacuüm verpakken gebeurt machinaal.”

Dolle koeien.

Van zes uur ‘s morgens tot tweeën in de namiddag wordt kip verwerkt ; daarna is de schoonmaakploeg vijf uur in de weer met ontsmetten en poetsen. Aan het behalen van de HACCP-norm ( Hazard Analysis of Critical Control Points) wordt volop gewerkt. Een eigen laboratorium voert al bacteriologische analyses uit, wekelijks worden monsters van het vlees opgehaald door het Dokter Willemsinstituut van de Campus Diepenbeek. (Voor alle duidelijkheid : gedelegeerd bestuurder Peter Willems is weliswaar naamgenoot, maar voor het overige zijn er geen banden met het instituut.) Die stalen worden ook naar de klant gestuurd. “Er is een enorme druk van de lagelonenlanden, zoals Bulgarije. Zij voeren vlees in tegen dumpingprijzen, maar hebben een gebrek aan hygiënische knowhow en mengen vlees van diverse vogelsoorten. Onze klant krijgt wat hij bestelt. De markt is zeer gevoelig voor kwaliteit. Daarom doen we ook zelf het klantenbezoek, we werken niet met vertegenwoordigers. Het contact is vertrouwelijker en gemakkelijker, we kunnen sneller inspringen op de eisen van de klant.” Vleki werkt alleen met EU-gekeurde slachterijen ; het rundvlees komt uit Argentinië, vergezeld van hormonenvrije certificaten.

65 % van de productie is bestemd voor eigen land ; 35 % wordt geëxporteerd, naar Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland. De oosterburen zijn de belangrijkste klant. De Britten ontdekten pas zeer recentelijk het vlees van Vleki. “Maar dat heeft zeker niets te maken met dolle koeien of hormonen”, aldus Guido Bielen.

WOR

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content