Kies voor hoogrentende bedrijfsobligaties
Specialisten zijn ervan overtuigd dat de rol van bedrijfsobligaties nog niet is uitgespeeld, maar dat geldt niet voor alle segmenten van deze activaklasse.
Naast de aandelen deden ook de bedrijfsobligaties het bijzonder goed in 2009, met prestaties die door heel wat fondsbeheerders als uitzonderlijk bestempeld werden. Sindsdien weerklonken er tal van waarschuwingen met betrekking tot de voortzetting van die trend. Voor 2010 zou het succes wel eens heel wat minder kunnen zijn. En toch moeten we vaststellen dat sinds het begin van het jaar deze activaklasse nog steeds bijzonder aantrekkelijke rendementen oplevert. Volgens Morningstar bedraagt de prestatie van Britse of Amerikaanse fondsen voor bedrijfsobligaties ongeveer 17 %. Dat is minder dan in 2009 (ongeveer 25 %), maar in ieder geval beter dan het rendement van de aandelenfondsen (stijging met één cijfer voor de grote regio’s buiten de opkomende landen). Heel wat beleggers loven deze activaklasse, vooral sinds de Europese schuldencrisis die hun vertrouwen in staatsobligaties een flinke knauw heeft gegeven. En zij zijn niet alleen: volgens ThomsonReuters zijn in de VS de beleggingen in bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit de voorbije twaalf maanden met 50 % gestegen. Gevolg: ook de prijs van die obligaties gaat de hoogte in. Heeft een dergelijke strategie nog zin in dit stadium, of moet de huidige euforie op de markt toch aanzetten tot enig wantrouwen? Vincent Treulet, verantwoordelijke beleggingsstrategie (BNPP AM) bij BNP Paribas Investment Partners, geeft toelichting bij zijn macro-economische en strategische visie, terwijl Alexandre Goldwasser van Goldwasser Exchange, beursmakelaar en vermogensbeheerder die gespecialiseerd is in obligaties, een aantal praktische oplossingen voorstelt.
Analyse
Vincent Treulet is relatief optimistisch ten aanzien van bedrijfsobligaties, maar toch ook niet uitbundig gestemd. Het proces van neerwaartse herwaardering van het risico van de bedrijven dat aan de basis lag van de hoger dan verwachte prestaties in 2009, loopt bijna ten einde. Zijn gematigde enthousiasme berust vooral op de macro-economische vooruitzichten. BNP verwacht een zwakke groei in de geïndustrialiseerde landen in plaats van een nieuwe recessie. In een dergelijk scenario blijven ook de bedrijven groeien en een sterkere balans voorleggen. Ze wagen zich niet aan activiteiten die hen zouden opzadelen met een te grote schuldenlast en het risico van wanbetaling neemt af. Dat beperkt enigszins de mogelijkheden voor opwaardering van de aandelen, wat ook weer in het voordeel speelt van de bedrijfsobligaties, en dan vooral van die obligaties met een lagere rating en een rendement van 8 à 9 %. Toch blijven er twee risicofactoren: ten eerste kan de economie opnieuw in een recessie terechtkomen, waardoor het risico van wanbetaling toeneemt; ten tweede zou een marktgebeurtenis zoals de Europese schuldencrisis de kopers op de vlucht jagen. Hij maakt zich echter niet echt druk over een risico van deflatie op korte termijn (op 12 tot 24 maanden). Hij gaat eerder uit van een zwakke inflatie: de bezettingsgraad van de industriële capaciteit blijft laag en dus zien de bedrijven zich niet genoodzaakt om hun prijzen te verhogen. Bovendien ziet het er niet naar uit dat de hoge werkloosheid snel zal dalen en dus zullen de lonen niet sterk stijgen. Op middellange termijn zou de terugkerende inflatie een reden tot bezorgdheid kunnen vormen.
Gezien die vooruitzichten pleit de strateeg van BNP voor een neutrale positie wat betreft aandelen en obligaties van industrielanden, maar voor een overweging van hoogrentende bedrijfsobligaties in die zone. Voor de opkomende landen is hij positief ten aanzien van zowel aandelen als obligaties vanwege het hogere groeipercentage, de zwakke schuldenlast en de mogelijke opwaardering van de valuta’s van die landen. (C)
Door Béatrice Denis
“Bedrijfsobligaties bewegen zich op dit ogenblik in een comfortzone.” Vincent Treulet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier