Kibbelen over een premieverhoging

De hospitalisatieverzekeraar DKV en de toezichthouder CBFA verschillen steeds harder van mening over de omstreden premieverhoging die DKV begin dit jaar doorvoerde. De discussie wordt nu voortgezet voor de Raad van State.

DKV is onbetwist marktleider – met een marktaandeel van 70 procent – in het segment van de individuele hospitalisatieverzekeringen, met anderhalf miljoen klanten. Begin dit jaar voerde DKV een omstreden premieverhoging van 7,84 procent door op zijn meest populaire hospitalisatieverzekering voor particulieren. Prompt stond het hele land in rep en roer. De consumentenorganisatie Test-Aankoop diende een klacht in tegen DKV bij de handelsrechtbank van Brussel en richtte een breed klachtenforum op voor verzekerden die zich benadeeld voelen door het ‘ongeoorloofde’ gedrag van hun hospitalisatieverzekeraar. Tijdens een plenaire zitting van de Senaat noemde ook minister Didier Reynders (MR) de jongste premieverhoging van DKV “illegaal”. De toezichthouder CBFA is diezelfde mening toegedaan.

DKV-topman Luc Vancamp is het allemaal spuugzat. “DKV krijgt al maanden de wind van voren. Wat zeg ik? De wind komt gewoon van alle kanten. Velen voelen zich geroepen om kritiek te leveren op onze manier van werken, maar worden niet gehinderd door enige kennis van zaken. Telkens is DKV de kop van Jut. We hebben nooit openlijk gereageerd, maar achter de schermen hebben we juridische stappen ondernomen.” Tegen de CBFA dus. De kwestie ligt uiterst gevoelig, want verzekeraar DKV moet natuurlijk nog op een serene manier kunnen samenwerken met de toezichthouder. De CBFA wil officieel trouwens ontkennen noch bevestigen dat er een juridisch steekspel met DKV wordt uitgevochten voor de Raad van State.

Wat voorafging: in het laatste kwartaal van vorig jaar stuurde DKV een dossier op naar de CBFA, met de vraag om een premieverhoging van 7,84 procent te mogen doorvoeren voor zijn topproduct. De CBFA kan daarin wel degelijk tussenbeide komen – op eigen initiatief, of op initiatief van een verzekeraar – maar dan enkel als de bestaande premieniveaus verlieslatend dreigen te worden voor de verzekeraar in kwestie. Volgens DKV was de wettelijke regeling voor premieaanpassingen inderdaad niet langer werkbaar om winstgevend te blijven. De jongste beschikbare cijfers tonen nochtans een nettoresultaat van 13,5 miljoen euro over 2008, komend van een dikke 14 miljoen euro over 2007. Vancamp: “Dat is toch geen schande? DKV is geen liefdadigheidsinstelling.”

Geduld is een deugd

De CBFA wijst erop dat een nieuwe wettelijke regeling voor premieaanpassingen in aantocht was, eind vorig jaar, en dat de verzekeraars daarvan op de hoogte waren. Voor DKV was het een kwestie van een paar weken geduld om juridisch onderbouwde premieaanpassingen te kunnen doorvoeren, met andere woorden. Bovendien verkeerde de verzekeraar niet in financieel levensgevaar, vond de CBFA, en oordeelde dat haar tussenkomst niet opportuun was deze keer. DKV interpreteerde die houding als een weigering om de premieverhoging te mogen doorvoeren, en trok dus naar de Raad van State om dat aan te vechten.

Is Luc Vancamp zijn geduld verloren? Misschien. Op veel goodwill van de CBFA zal de verzekeraar voorlopig niet kunnen rekenen. Van de publieke opinie evenmin. Toch raakt DKV een gevoelig punt. Al jaren wordt er geknutseld aan een wettelijk kader voor hospitalisatieverzekeringen. Vooral de speelruimte voor hospitalisatieverzekeraars om premieverhogingen te kunnen doorvoeren, had nood aan een strikte omlijsting. De intussen beruchte wet-Verwilghen moest klaarheid brengen, en werd gepubliceerd in augustus 2007. Het wetgevende document liet echter nog een aantal vragen onbeantwoord, en dus verscheen in juni 2009 een reparatiewet in het Belgisch Staatsblad.

Sindsdien is het duidelijk dat hospitalisatieverzekeraars hun premies enkel nog kunnen verhogen in drie gevallen die uitdrukkelijk door de wet beschreven worden. Een premieverhoging kan, ten eerste, bij wederzijds akkoord van de partijen, op uitsluitend verzoek van de hoofdverzekerde en enkel in het belang van de verzekerden. Een tweede mogelijkheid: verzekeraars kunnen hun premies aanpassen aan de evolutie van de index van de consumptieprijzen. Derde mogelijkheid is een premieverhoging op grond van de evolutie van een specifieke medische index, op voorwaarde dat die de index van de consumptieprijzen overstijgt.

En daar wringt het schoentje. De medische index is een nieuwigheid, en volstrekt uniek in Europa. Onlangs pas zijn de eerste indexcijfers in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd, na meer dan twee jaar wachten sinds de eerste versie van de wet-Verwilghen. Al die tijd was er voor hospitalisatieverzekeraars dus geen duidelijke regeling om premieaanpassingen te kunnen doorvoeren. Zo is ook de juridische vete tussen DKV en de CBFA ontstaan. “De medische index is een gedrocht; het resultaat van een politieke koehandel”, zegt een betrokkene die liever anoniem blijft. “Niemand heeft uiteindelijk gekregen wat hij verwacht had, en dus is niemand tevreden.”

Juridisch kluwen

Nu al ontspint er zich een waar juridisch kluwen rond de medische index. Juridische instanties allerhande worden erbij gehaald. Door Test-Aankoop, om te beginnen. De consumentenorganisatie vindt dat de medische index niet op een transparante manier berekend wordt, en dus niet representatief is. Ook Assuralia – de beroepsvereniging van de Belgische verzekeringsmaatschappijen – is intussen naar de rechtbank getrokken. Assuralia is van oordeel dat de medische index, in zijn huidige vorm, alle hospitalisatieverzekeraars in financiële moeilijkheden dreigt te brengen.

De eerste medische-indexcijfers zijn intussen gepubliceerd, en laten de hospitalisatieverzekeraars toe om een premieverhoging van 7,45 procent door te voeren. DKV zit er met zijn premieverhoging van 7,84 procent dus niet ver naast. Waarom heeft DKV-topman Luc Vancamp niet nog een paar weken gewacht om zijn premieverhoging door te voeren? “We wachten al sinds 2007”, argumenteert Vancamp – die ontkent dat hij begin dit jaar tot onmiddellijke actie werd aangemaand door zijn hoofdaandeelhouders. DKV Belgium is een volle dochter van Deutsche Krankenversicherung (DKV) AG, een van de grootste Europese privégezondheidsverzekeraars. Op zijn beurt maakt DKV AG deel uit van de tussenholding ERGO. Het moederbedrijf van die hele constructie is de Duitse herverzekeringsreus Munich Re.

Door Celine De Coster

De medische index

is volgens insiders een gedrocht en het resultaat van een politieke koehandel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content