‘Kennis is de troef van deze regio’

Geert Moerman, topman van Voka Oost-Vlaanderen, is vrij optimistisch over zijn provincie. Hij ervaart een gevoel van ondernemerszin en dynamisme over generaties en types bedrijven heen. Inzetten op kennis, logistiek en zorg is volgens Moerman cruciaal voor de economische toekomst van de provincie.

Geert Moerman (52) ontvangt ons op de bovenste verdieping van de Voka Box, het hoofdkantoor van Voka Oost-Vlaanderen in Gent. Hij heeft net een ontbijtsessie met startende ondernemers achter de kiezen. Het strakke kantoor is gevestigd aan de Schelde tussen de Vooruit en het Zuid. Aan de overkant staat De Krook in de steigers. Daar komt onder meer de nieuwe stadsbibliotheek van Gent, een onderzoekscentrum voor media, informatie en digitale technologie. Straks wordt ook het aanpalende Wintercircus gerenoveerd.

Fietsfanaat Moerman staat sinds 2011 aan het hoofd van Voka – Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen. De topman typeert zijn organisatie als de meest progressieve van de stad Gent. “Progressief zijn, betekent vooruit willen en ondernemers willen per definitie vooruit.” De werkgeversorganisatie telt 3000 leden in de provincie. “Goed voor ongeveer 70 procent van de toegevoegde waarde en de tewerkstelling in Oost-Vlaanderen”, weet Geert Moerman.

U staat vier jaar aan het hoofd van Voka Oost-Vlaanderen. Hoe kijkt u terug op die periode?

GEERT MOERMAN. “Ik ervaar het als een heel boeiende periode. Het blijft een plezier om het gevoel te hebben dat je maatschappelijk iets heel relevants doet door ondernemerschap en het belang van ondernemerschap voor de welvaart en het welzijn voorop te stellen. En dat soms tegen de publieke opinie in, waar ondernemerschap vaak negatief wordt afgeschilderd.

“In het Gentse valt ook het bruisen van het ondernemerschap op en het positivisme van de ondernemers. Zowel bij de grote ondernemingen rond de haven, de biotechstarters van de vorige generatie, als bij de start-upscene. Dat geeft een ongelooflijke boost. Ondanks enkele crisismomenten, heb ik hier in die vier jaar nog geen moment het gevoel gehad dat ondernemers in zak en as zitten door de crisis. In de provincie ervaar ik een sterk gevoel van geloof en dynamisme over alle generaties en types bedrijven heen.

“Ik geloof heilig in het enige dat ons maatschappelijk model kan trekken: privéondernemerschap. Alles wat we hebben, is daarop gebouwd. Dat gaat van goed tot zeer goed onderwijs, gezondheidszorg, alle sociale voorzieningen waar we allemaal achter staan, als het efficiënt gedaan wordt. Het enige wat dat trekt, is privéondernemerschap. Als je gelooft dat de economie het trekpaard van onze welvaart is, dan moet je de centen die je ophaalt zo veel mogelijk investeren in dat paard om het goed te doen marcheren en niet de kar altijd maar zwaarder maken.”

Welke zijn voor u de belangrijkste economische dossiers van de jongste jaren in de provincie?

MOERMAN. “Oost-Vlaanderen bestaat uit verschillende regio’s. Voor het Gentse was een heel belangrijk dossier de vraag om alle bedrijven rond de haven te groeperen in een werkgeversorganisatie. Er was een aparte organisatie VeGHO, de Vereniging voor Gentse Havengebonden Ondenemingen, die hebben we samengebracht met Voka Oost-Vlaanderen. Een heel belangrijke doorbraak is het verdrag voor de nieuwe sluis in Terneuzen. We schrijven dat niet op volledig ons conto, maar we hebben het mee mogelijk gemaakt dat de knoop is doorgehakt. De bouw van de tweede zeesluis is van kapitaal belang voor de langetermijnontwikkeling van de haven van Gent.

“We zijn ook gevrijwaard gebleven van zware economische tegenslagen in de regio. Dat is deels toeval en deels dankzij de constructieve samenwerking van alle actoren die hier aan de kar trekken. We zijn zo’n beetje het Silicon Valley van Vlaanderen geworden. Hier vind je heel wat creatieve ondernemers. Mijn collega’s uit andere regio’s kijken daar soms naar als konijnen naar een lichtbak. Waarom lukken initiatieven in Gent die elders blijkbaar moeilijker zijn? Omdat we erin geslaagd zijn een uniek samenspel te krijgen tussen de kennisinstellingen, het stadsbestuur dat doorgaans constructief aan de zaak probeert mee te werken, de ondernemers en de culturele wereld. We zoeken niet de tegenstellingen op, we proberen allemaal in dezelfde richting te gaan.”

Oost-Vlaanderen is meer dan Gent, hoe zit het met de andere regio’s in de provincie?

MOERMAN. “Eigenlijk bestaat de provincie Oost-Vlaanderen niet. Gent is een belangrijk economisch centrum voor Oost-Vlaanderen, maar het belang van de stad overstijgt ook de provinciegrenzen. Zo heeft Gent een grote invloed op West-Vlaanderen. Wat Gent neerzet, straalt uit naar de Vlaamse Ardennen, het Meetjesland en de Leiestreek. Het Waasland is deels georiënteerd op Antwerpen, vanaf de regio Aalst kantelt het economische zwaartepunt naar Brussel.

“Voor de Denderstreek met Dendermonde en Aalst, waar een pak economische indicatoren niet zo goed zitten, werken we aan het toekomstproject ‘Tanara 2030’. Het is een regio die zeker troeven heeft rond zorg en voeding bijvoorbeeld, en in technische scholing en knowhow. Die profielen kunnen ook worden ingezet in de maakindustrie. Die sector is nog goed voor een kleine 20 procent van onze economie. Het is iets wat we absoluut moeten koesteren. Er is een sterk kmo-weefsel dat sterk geënt is op de grote bedrijven en multinationals, zoals Barry Callebaut — de grootste chocoladefabriek ter wereld –, Jan De Nul, Tupperware, VPK Packaging, Van de Velde, La Lorraine enzovoort. We willen de kmo’s versterken en de band met de grote ondernemingen verder uitbouwen.”

Een ander knelpunt lijkt me de ruimtelijke ordening. Is er nog voldoende ruimte voor ondernemers in Oost-Vlaanderen?

MOERMAN. “De zoektocht naar ruimte is een permanent aandachtspunt. Het is goed dat er een industriële groepering gebeurt rond de haven van Gent en de Kanaalzone Gent-Terneuzen. Rond het Kluisdok hebben we nog zo’n 600 hectare vrij. Er zijn daar nog mogelijkheden. Alleen moeten we opletten met het strenge voorschrijfgedrag van overheden en instanties zoals het Havenbedrijf Gent en de intercommunales. Ondernemers moeten kunnen ondernemen en die duw naar plaatsbesparend en milieu-efficiënt werken moet niet alleen van de regelgeving komen. De economie zelf zal dit wel autoreguleren. Ambtenaren mogen niet denken dat zij door alles te reguleren zullen bepalen hoe de economie van de toekomst er zal uitzien.”

Waar ligt volgens u de economische toekomst van de provincie Oost-Vlaanderen?

MOERMAN. “In onderwijs staat Oost-Vlaanderen heel sterk. De Gentse universiteit is in bepaalde domeinen wereldtop. Wat daar broeit, moet je kunnen valideren. Dat hebben we bewezen in de biotech. Die sector heeft professor Marc Van Montagu meer dan twintig jaar geleden mee uit de grond gestampt. Vandaag werken 6000 mensen in de Gentse biotech. Dat is meer dan bij ArcelorMittal. Kennis is de troef van deze regio.

“Ook de logistieke roeping van Oost-Vlaanderen biedt toekomstperspectief. We beschikken over de haven als toegangspoort en die sluit aan op een heel fijnmazig water- en wegennetwerk. Straks wordt de Dender ook beter bevaarbaar gemaakt. We moeten inzetten op slimme logistiek. We bieden in vergelijking met Antwerpen en Zeebrugge, die veel containers verplaatsen zonder daar veel aan toe te voegen, meer toegevoegde waarde. De Gentse haven is vooral actief in de bulktrafieken en dat is meer industrieel gebonden en arbeidsintensiever. Met de tweede zeesluis en het kanaal Seine-Schelde varen we in 2022 met schepen tot 4500 ton tot in het Parijse bekken.

“Ten derde wordt zorg almaar belangrijker voor Oost-Vlaanderen. We zijn de zorgregio bij uitstek. De vergrijzing van de bevolking biedt ook heel wat kansen in innovatie en IT. Hoe gaan we met ouderenzorg om in de toekomst? Er is behoefte aan slimme systemen, want we kunnen niet iedereen in zorgcentra opvangen. Daar liggen kansen voor ons kmo-weefsel om te innoveren en service te verlenen. Ook bij Voka spelen we daarop in en ontwikkelen we initiatieven op het kruispunt van zorg en andere sectoren.”

Oost-Vlaanderen wil een logistieke topregio worden, hoe zit het met de mobiliteit in de provincie?

MOERMAN. “Een Oosterweel-saga kennen we hier gelukkig niet. Ook omdat we er sneller in slagen overeen te komen. De Ghelamco-site is een voorbeeld. In plaats van eindeloos te zagen, zorg dat het project er komt. En zie welke ontwikkeling dat geeft, ook economisch en in uitstraling.

“Voor het havengebied is het belangrijk dat de R4 rond Gent goed functioneert. Daar zijn investeringen gebeurd, maar de ring moet rond worden gemaakt aan de haven. Een ander knelpunt is de N41, de gewestweg van Sint-Niklaas over Dendermonde naar Aalst. Die moet doorgetrokken worden, maar de gemeente Lebbeke wil die N41 niet op haar grondgebied. Vlaanderen wil dat, de provincie wil dat, alleen Lebbeke vecht dit project aan. Er wordt ondertussen al 25 jaar over gediscussieerd. Als die ontbrekende 8 kilometer weg wordt gerealiseerd, hebben de bedrijven in Dendermonde een goede verbinding naar Brussel. En vanuit Aalst kan je vlot naar Antwerpen. Dat zou de regio echt ontsluiten.”

Kurt De Cat, fotografie Emy Elleboog

“We zoeken niet de tegenstellingen op, we proberen allemaal in dezelfde richting te gaan”

“Ik heb hier nog geen moment het gevoel gehad dat ondernemers in zak en as zitten door de crisis”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content