Kawasaki ZX-6R 636 Ninja

De nieuwe Kawasaki ZX-6R is een ‘wow’-motor, maar onaangepast aan het hedendaagse verkeer.

Voor het modeljaar 2002 heeft Kawasaki de ZX-6R Ninja 37 cc meer gegeven. De inhoud van de viercilinder supersportmotor steeg van 599 naar 636 cc. Daarmee is het Japanse merk meteen uitgeschakeld voor de 600 cc-raceklasse. Vorig jaar nog won Kawasaki de wereldtitel in die categorie. Het opboren van de Ninja leverde een iets hoger topvermogen op (van 111 pk bij 12.500 toeren per minuut naar 118 pk) en vooral een beter koppel. Met andere woorden: de motor trekt beter over een breder toerengebied.

Dat klinkt allemaal fantastisch en de motor ís ook fantastisch. Vermogen heeft hij méér dan voldoende, de Kawa trekt flitsend op, levert een mooi ‘huilend’ geluid in de hoge toerentallen (het rode gebied op de teller begint bij 14.500 toeren per minuut), ligt lekker vast op de weg en remt fel. Je wordt al snel verleid tot stoplichtsprintjes: in eerste en tweede versnelling even goed doortrekken… de kick van de acceleratie. Bochten neem je in een racestijl. Met deze Kawasaki zit je heel snel in de illegaliteit: bij een toerental van 6000 in de hoogste versnelling (dat is voor deze motor laag) zit je al aan een snelheid die flirt met 140 kilometer per uur.

Het grootste nadeel van de machine is evenwel dat het een supersportmotor is. Dat betekent dat de zithouding racy en dus niet echt relaxt is. De stuurhelften staan laag en bij lage snelheden is er veel druk op de polsen. Vooral in stadsverkeer is rijden geen groot plezier. En toegegeven: een supersportmotor (en niet alleen deze Kawasaki) is onaangepast aan het huidige verkeer en verkeersreglement. Je mag niet harder dan 120 kilometer per uur op de autoweg en de Kawasaki kan het dubbele aan. Een ritje op de buitenweg kan alleen als er geen ander verkeer is. De bochtensnelheid en de acceleratie zijn immers veel groter dan die van het overige (auto-)verkeer. Dat wordt knap frustrerend. En echt ontspannen rijden, kan ook al niet. Je moet steeds op je qui-vive zijn voor dat ‘langzamere’ verkeer en – in het geval de weg even vrij is – voor flitsapparaten.

De ZX-6R is dus té goed voor de openbare weg. Wil je er écht plezier aan beleven en er alles uithalen, dan moet je deelnemen aan circuitdagen op omlopen zoals die van Zolder en Francorchamps. Eigenlijk zou je twee motoren moeten hebben: een supersportmotor voor circuitgebruik ; en een 250 cc eencilinder of een twin van maximaal 500 cc voor woon-werkverkeer of een ritje op secundaire wegen. Misschien is dat een leuke verkoopactie: twee halen, één betalen. Zo’n lichte motor is trouwens veel goedkoper in gebruik: minder slijtage van ketting en banden, een lager benzineverbruik en wellicht ook minder pv’s…

Ad van Poppel [{ssquf}]