Karl was geen marxist

Achter de icoon Karl Marx (bewierookt, bespot en bespuwd) schuilt ook een mens. In zijn biografie richt de Britse journalist Francis Wheen de volgspot op het leven en grillige karakter van de joodse nomade.

“We zijn nu allemaal bourgeois. Zelfs de Britse Labour Party is Thatcheriaans geworden,” sneert Francis Wheen in Marx – Een biografie. Karl Marx (1818-1883) deed de wereld beven met zijn kreet “Proletariërs aller landen, verenigt u.” De proletariërs hadden niets te verliezen dan hun ketenen. Commentarieert Wheen nuchter: “De enige ketenen die de arbeidersklasse tegenwoordig boeien, zijn namaak- Rolexhorloges. Maar deze hedendaagse proletariërs hebben veel meer wat ze niet graag zouden verliezen: magnetrons, timesharing-vakantiewoningen en satellietschotels. Ze hebben woningwetwoningen en aandelen in geprivatiseerde nutsbedrijven gekocht.”

Vraag is of de huidige gedaante van het democratische kapitalisme de geschriften van Marx niet degradeert tot een intellectuele spielerei. Die filosofische oefening was weliswaar vreselijk uit de hand gelopen, maar verdwijnt nu zoetjesaan in de plooien van de geschiedenis. Het beste bewijs lijkt dan ook wel dat Marx de jongste tijd niet langer geprezen wordt door socialistische politici, maar door economen die niet bepaald links van het politieke spectrum staan. Zij puren uit Het kapitaal, het magnum opus van Marx, lessen over de globalisering van de economie, monopolisering en politieke corruptie.

Nog een veeg teken lijkt de vaststelling dat het dit jaar al precies een kwarteeuw geleden is dat Het kapitaal in een nieuwe editie op de Nederlandse boekenmarkt verscheen. Blijkbaar bestaat er gewoon geen vraag naar. Moest Wheen zich dan zo uitsloven om een (opvallend makkelijk leesbare) biografie te schrijven? Hij motiveert zijn harde labeur omdat hij afstand wilde nemen van de biografen die Marx alleen maar wilden loven of kraken, al naargelang van hun ideologische perspectief. Ze pikten enkele selectieve anekdotes uit zijn leven, draaiden vervolgens de historische feiten vakkundig de nek om en stortten zich daarna gretig, warrig en pathetisch op zijn oeuvre. Wheen wilde het leven van Marx reconstrueren, zonder zich in de rol van discipel of antagonist te wurmen, zonder zich te laten muilkorven door politieke leenheren. Gelukkig betekent dat niet dat hij alleen maar op zoek gaat naar ruzies (Marx kreeg ruzie met alles en iedereen), liefdes (hij leek een voorbeeldige echtgenoot, maar had een kind bij het dienstmeisje), kwalen (hij werd geplaagd door steenpuisten en leverproblemen) en uitspattingen (in Londen werd hij eens achtervolgd door de politie, niet om zijn politieke taal, maar na een al te uitbundige kroegentocht).

5 mei 1818. In de vroege uren van 5 mei 1818 werd Karl Marx geboren. Zijn voorouders van vaderszijde waren al sinds begin achttiende eeuw rabbijn in het Duitse Trier. Ook zijn moeder Henriette, een in Nederland geboren joodse vrouw, stamde uit een familie die traditiegetrouw rabbijnen voortbracht. Zijn vader liet zijn naam veranderen van Hirschel in Heinrich en begon daarmee een nieuw leven als een patriottische Duitser en lutheraans christen. Als vrij welstellende advocaat en eigenaar van enkele Moezelwijngaarden wilde hij op die manier ontkomen aan de (overigens ook officiële) discriminatie van joden.

Vader werd hoe dan ook als een gevaarlijke onruststoker geregistreerd door de Pruisen om zijn liberale overtuiging. Heeft de vader, die het werk van Voltaire en Rousseau uit zijn hoofd kende, het opstandige politieke karakter doorgegeven aan zijn zoon? Het antwoord is niet zo duidelijk, omdat vader en zoon nooit een hechte band zouden krijgen. Heinrich wilde dat Karl rechten studeerde in Berlijn, maar de zoon omarmde er de filosofie. Toen zijn vader stierf, woonde hij niet eens de begrafenis bij, omdat hij geen zin had in de lange tocht naar Trier.

Met moeder kon hij evenmin overweg, al was dat veeleer in zijn latere leven. Marx, die nooit met geld kon omgaan, had dringend behoefte aan de erfenis, maar zijn lang levende moeder gaf niets vrij. Een voorschot daarop ontfutselde hij wel van zijn Nederlandse oom LionPhilips in Zaltbommel (jawel, van de familie die het elektronicaconcern zou uitbouwen).

14 maart 1883. Marx stierf in Londen aan de gevolgen van een chronische bronchitis op 14 maart 1883. Op de begrafenis, drie dagen nadien, waren slechts elf mensen aanwezig. Zijn vriend, vaak ook coauteur en mecenas Friedrich Engels voorspelde in zijn grafrede: “Zijn naam en werk zullen de eeuwen doorstaan.”

Op een andere begrafenis, van Marx’ dochter Laura in 1911 (die op 66-jarige leeftijd samen met haar man Paul Lafargue zelfmoord had gepleegd in de buurt van Parijs), hield een vertegenwoordiger van de Russische communisten een grafrede: Vladimir Iljitsj Lenin. Maar Marx zou Lenin wellicht nooit erkend hebben als een politieke erfgenaam. Ooit bromde hij zelfs geen marxist te zijn. Die aspecten worden evenwel niet zo duidelijk uiteengevouwen in Wheens biografie.

Francis Wheen, Marx – Een biografie. Bezige Bij, 380 blz., 999 fr.

Luc De Decker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content