“Jullie staan voor jaren crisis”
Monetair beleid staat meer dan ooit centraal in de beleidsdiscussies. Geen enkele econoom drukte de voorbije halve eeuw zo zijn stempel op het monetaire denken als Milton Friedman, de vedette bij uitstek onder de nog levende economen. Een interview met een legende.
De man bereikte in juni 2002 de gezegende leeftijd van negentig jaar, maar een gesprek met hem blijft een unieke belevenis. De jaren schijnen geen vat te krijgen op de alertheid en gedrevenheid van Milton Friedman. Steeds meer economen argumenteren dat deze godfather van de roemruchte Chicago School erkend moet worden als meest invloedrijke econoom van de twintigste eeuw, misschien nog meer dan zijn intellectuele tegenvoeter John Maynard Keynes (1883-1946).
Bradford DeLong, verbonden aan de University of Calfornia, Berkeley, behoort tot de absolute toppers van de huidige generatie economen. Hoewel hij zichzelf veeleer tot het kamp van de keynesianen rekent, laat hij er geen twijfel over bestaan: “De impact van Milton Friedman op de economische professie én daarbuiten is gewoon monumentaal. Ook vandaag nog. Wie goed oplet, merkt dat er iets opmerkelijks aan de gang is. Zowat iedereen identificeert Friedman in hoofdzaak met zijn intellectuele strijd tegen de leer van John Maynard Keynes en diens volgelingen. Maar wie de basisideëen van de nieuwste generatie keynesianen bestudeert, komt tot de wonderlijke vaststelling dat die ideëen allemaal uit de geschriften van Friedman uit de jaren vijftig en zestig komen. Friedman zette de wereld van de economen de voorbije decennia echt op zijn kop.”
Trends legde zijn oor te luisteren bij Friedman en hoorde, conform de traditie rond deze man, eigenzinnige, doordachte visies op enkele actuele problemen. Zo hoort voor Europeanen de discussie rond de zin en de onzin van het Pact voor Stabiliteit en Groei zonder twijfel tot de meest heikele beleidsdiscussies van het moment.
De voorzitter van de Europese Commissie, Romano Prodi, omscheef het Stabiliteitspact als “stupide” en enkele dagen later bezwoer Ernst Welttke, de president van de Bundesbank, de politieke elite nog om het Pact onaangeroerd te laten. Hoe ziet u die discussie?
MILTON FRIEDMAN. “Prodi heeft gelijk. In de aanloop naar de euro was het Stabiliteitspact een goed akkoord, gezien de politieke wil om tot de creatie van de eenheidsmunt in Europa te komen. Maar nu de euro er ís, bestaat er geen enkele reden meer om de bepalingen van dat Pact rigoureus te blijven opleggen aan de lidstaten van de monetaire unie. Elk land moet op eigen houtje zijn beleid voeren en naar eigen inzichten de financiële staatshuishouding in orde te brengen. Er is geen enkele behoefte aan dwangbuizen. De markt zal de schuinsmarcheerders wel op hun nummer zetten en verplichten om bij te sturen.
“Dat gezegd, blijf ik erbij dat de euro voor de deelnemende landen lang niet de uitstekende zaak is die veel Europese politici en centrale bankiers ervan maken. Men draait de bevolking een rad voor de ogen. Tenzij de Europese landen erin slagen om hun sociale en economische structuren veel flexibeler te maken, zie ik het eurogebied de komende tien tot vijftien jaar met de regelmaat van de klok ten prooi vallen aan ernstige sociaal-economische crisissen, die onvermijdelijk ook politieke gevolgen zullen hebben. Het blijft voor mij ook anno 2002 een open vraag of de euro die stormen zal kunnen overleven. Mijn twijfel nam sinds de effectieve start van het euro-experiment zo mogelijk nog toe.”
Hoe evalueert u tegen die achtergrond het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB)? Steeds meer commentatoren en economen vinden dat de vergelijking tussen de ECB en de Amerikaanse centrale bank (Fed) veel minder in het nadeel van de eerste uitvalt dan pakweg drie jaar geleden.
FRIEDMAN. “Je kunt het beleid van centrale banken alleen zinvol beoordelen aan de hand van de gevolgen van het gevoerde beleid. De vergelijking tussen de Fed en de ECB helt dan ook onvermijdelijk zwaar door in het voordeel van de Fed. De Verenigde Staten kende jaren van snelle economische groei, waarop een minirecessie volgde. Nu bevindt de Amerikaanse economie zich in een vrij zwakke hernemingsfase. Ik heb er alle vertrouwen in dat we binnenkort weer een periode zullen aanvatten van relatief sterke economische groei.
“Het eurogebied bakt er qua economische groei nu al jaren niets van, en ook de perspectieven lijken me niet meteen opwindend. De werkloosheid is er veel hoger dan in de VS, terwijl de inflatie nauwelijks lager zakte. De gevolgen van het gevoerde beleid waren dus duidelijk beter in de VS dan in euroland, maar het zou fout zijn de beoordeling hier te beëindigen. Economisch succes hangt in belangrijke mate samen met het gevoerde monetaire beleid, maar niet uitsluitend. De Europese landen lijden aan aanzienlijke overdosissen regulering, rigiditeit en belastingdruk. Die kenmerken drukken de sociaal-economische prestaties van de euro-lidstaten wellicht meer dan het monetaire beleid van de ECB.”
De Fed voerde de jongste twee jaar een zeer expansief monetair beleid. Moet dat niet onvermijdelijk in inflatie uitmonden?
FRIEDMAN. “Ik trek uw stelling in twijfel of de Fed een zeer expansief monetair beleid voerde. Vergeet niet dat het jongste anderhalf jaar de onzekerheid in de wereldeconomie aanzienlijk is toegenomen. En het verleden leert ons dat een groeiende onzekerheid altijd de vraag naar geld doet toenemen. Vanuit dat perspectief vind ik de toename van de geldhoeveelheid in de VS niet overdadig. Haar basisrentevoet is voor de Fed gewoon een beleidsinstrument om die geldhoeveelheid te controleren. In het licht van de evolutie van de geldhoeveelheid vind ik de toenemende kritiek op het monetaire beleid van de Fed tijdens de tweede helft van de jaren negentig nogal goedkoop en ondoordacht. Wie van die kritikasters deed tóén zijn mond open?”
Vreest u vandaag meer deflatie dan inflatie?
FRIEDMAN. “Neen, absoluut niet. Ik hecht weinig waarde aan het doemdenken rond deflatie. We staan echt niet aan het begin van een helse deflatoire spiraal; niet in de VS, niet wereldwijd. Alles bij elkaar is het risico van inflatie vandaag duidelijk nog altijd groter dan het risico van deflatie. Trouwens, eens een deflatiespiraal zich op gang trekt, is het evident wat je vanuit beleidsoogpunt moet doen: geld drukken tot de neerwaartse prijsevolutie weer omkeert. Zo simpel is dat.”
Maar u kunt toch moeilijk ontkennen dat Japan nu al jaren in de greep van een ernstige deflatie zit?
FRIEDMAN. “Niet te snel. Japan kende prijsdalingen, maar dat is in mijn visie niet hetzelfde als ‘in de greep van een ernstige deflatie’. Daarnaast deden de Japanse autoriteiten niet wat in geval van deflatie in elke behoorlijke eerstejaarscursus Economie aan de studenten wordt uitgelegd, namelijk de geldhoeveelheid die in de economie circuleert laten aanzwellen. Onlangs is de Bank of Japan eindelijk die weg ingeslagen. Ik voorspel dat – als ze dat beleid consequent volhouden – het niet lang meer zal duren voordat het deflatiespook uitgebannen is.
“Daarmee heb ik niet gezegd dat de Japanse economie niet met enorme problemen wordt geconfronteerd. In mijn analyse staan daarin twee elementen centraal. Ten eerste: het doodzieke banksysteem moet dringend opgekuist worden. De Himalaya van schulden moet weggewerkt worden, en daarin zal de overheid hoe dan ook haar rol moeten spelen. Ten tweede: de Japanse privé-sector lijdt erg onder de strakke regulering, onder allerhande controles, en onder een zeer hoog opgelopen belastingdruk. De Japanse overheid moet dringend het mes zetten in haar uitgaven, en zo de ruimte creëren om de belastingen te verlagen. Maar over het algemeen beschouwd ben ik minder pessimistisch over Japan dan de meeste waarnemers. Ik heb het gevoel dat het beleid na jaren van aanmodderen nu echt op een positieve manier in beweging is.”
Kampt ook de Amerikaanse economie niet met ernstige structurele problemen? Is bijvoorbeeld het gigantische tekort op de lopende rekening van de Amerikaanse betalingsbalans geen structurele bedreiging voor het herstel van de wereldeconomie? Vreest u geen dollarcrash?
FRIEDMAN. “En u vindt dat de Europese economie géén structurele problemen vertoont? Komaan, laten we een beetje ernstig blijven. Het deficit op de lopende rekening van de Amerikaanse betalingsbalans is gewoon de weerspiegeling van het feit dat de economische groei en de productiviteit in de VS de jongste jaren hoger waren dan in het grootste gedeelte van de rest van de wereld. Als gevolg daarvan was de VS een erg aantrekkelijke plek om te investeren, en dus zagen we onvermijdelijk tekorten op de lopende rekening van de Amerikaanse betalingsbalans en een hoge dollarkoers.
“Het is de markt die de dollarkoers bepaalt. Niemand kan zinnige uitspraken doen over de precieze dollarkoers die de wereld nodig heeft.”
Tot slot, vindt u niet dat we het het hele concept van de ‘nieuwe economie’ maar beter begraven?
FRIEDMAN. ” (Lacht) Als je zoals ik negentig jaar bent, dan heb je al een heel lange rij modebegrippen de revue zien passeren. Inhoudelijk stelt het begrip ‘nieuwe economie’ absoluut niets voor. Ik denk dat twee factoren aanleiding gaven tot de geboorte van het concept. Enerzijds was er de zeer lange en sterke economische expansie. Anderzijds deed zich een bubbel voor in de technologiesector. Ondertussen staat iedereen weer met beide voeten op de grond, in de wetenschap dat de aloude wetten van de economie ook in 21ste eeuw van kracht zijn en ook zullen blijven.”
Johan Van Overtveldt [{ssquf}], johan.van.overtveldt@trends.be
De hoofdstukken uit de doctoraalscriptie van Johan Van Overtveldt waarin Milton Friedman prominent aanwezig is.
“Elk euroland moet op eigen houtje zijn beleid kunnen voeren, en naar eigen inzichten de financiële staatshuishouding op orde zetten.”
“Ik blijf erbij: de euro is voor de deelnemende landen geen geweldige zaak. Men draait de bevolking een rad voor de ogen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier