Jobs voor mensen in de roboteconomie

MARC BUELENS
Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

We maken almaar dezelfde fout. We kijken bij technologische doorbraken te veel naar de banen die zullen verdwijnen. Maar laten we even kijken naar de jobs die door robotisering zullen groeien en bloeien.

De eerste kandidaat voor nieuwe banen is de zogenoemde flat white economy. Een flat white is een dubbele shot espresso met smeuïge melkschuimrand van 5 millimeter. Zeg maar een cappuccino met meer koffie en minder melkschuim. Het is een typische koffie voor werknemers in e-commerce, softwareontwikkeling, consulting, mode, televisie en filmproductie, marketing, (web)design, en steeds meer big data. Als je met de nieuwste block chain-technologie probeert bitcoin van de troon te stoten of je werkt mee aan hét systeem om over te gaan naar een cashloze maatschappij, dan werk je in de flat white economy. Die sector zal nog lang boomen.

De tweede kandidaat is de creatieve industrie. Veel jonge mensen zijn aangetrokken door de glitter van video, podiumkunsten, muziek. Zij worden zonder meer uitgebuit. De enige die ontsnappen zijn de ICT’ers, maar die hebben we al ontmoet bij een kopje flat white. Het klinkt mooi dat we evolueren naar een zogenoemde gig economy, letterlijk vertaald een ‘optredenseconomie’, waar we zoals artiesten betaald worden voor ons optreden, maar klusseneconomie is waarschijnlijk een beter woord. En ik heb in een vorige column al verteld dat ik genoten heb van de eerste musical die volledig door computers was samengesteld (en door mensen gezongen). Niet al te optimistisch zijn hier.

De derde sector is die van de ‘menselijke verzorging’. Computers voelen nog niet mee. Computers kennen nog geen menselijke warmte. Hier is de wens vooral de vader van de gedachte. Nu al nemen robots interviews af, waarbij ze vooral letten op je lichaamstaal. Ouderen lijken zich helemaal niet te verzetten tegen vriendelijke robots. Als experimentele gezelschapsrobots worden weggenomen bij patiënten, zijn er velen die protesteren. En ga eens naar de site van Beyond Verbal, een Israëlisch bedrijf dat aan de hand van je stem vrij nauwkeurig je gemoedsleven analyseert. Lachwekkend? Hocus pocus? Maar is de manier waarop je tante Clementine of je licht autistische vriend Jean-Claude emoties registreert ook niet lachwekkend? En vergeet niet: Clementine en Jean-Claude worden niet elke dag wat beter in hun mensenkennis. Beyond Verbal wel.

De vierde sector is de onbekende sector. Twintig jaar geleden had u niet gedacht dat uw kinderen algoritmes voor Google zouden ontwerpen. Sommige nieuwe banen kun je naar analogie met het verleden bedenken, andere zullen verrassend nieuw zijn. Alle voorbeelden klinken belachelijk, of we kunnen ons niet voorstellen dat ze op grote schaal voor werk kunnen zorgen, of ze lijken onethisch. Wachtwoordbeheerder en personal anti-hacker, droneverkeersleider, euthanasie-uitvoerder, geslachtsveranderaar, godsdienstbezweerder, beroepsbidder, adviseur om te bepalen in welke eeuw je weer gewekt wilt worden, organisator van tijdreizen, psychotherapeut die mensen helpt te durven in een chauffeurloze auto te stappen.

Als het verleden een richtsnoer kan zijn, dan is de kans het grootst dat we in de persoonlijke dienstverlening de grootste groeipool zullen vinden. Huispersoneel was in het begin van de vorige eeuw een van de grootste bronnen van tewerkstelling. Als we het ‘madame est servie’-toontje kunnen wegnemen, zitten we echt goed. Uw persoonlijke anti-hacker en websupervisor voor uw kinderen klinkt niet bepaald ouderwets. Lachwekkende voorbeelden? Uiteraard, maar onze overgrootouders-landbouwers of fabrieksarbeiders zullen uw baan ook wel vrij lachwekkend vinden, tot ze even naar uw inkomen kijken. De banen die we nog niet kennen, kunnen ons echter niet troosten bij het vooruitzicht dat huidige (‘eeuwige’) jobs zullen verdwijnen.

De vijfde sector is de antirobotsector. Je kunt je auto laten wassen in een gerobotiseerde wasstraat, voor een redelijke som, of met de hand voor het veelvoud. Uiteraard wordt ‘zonder robots’ een statussymbool. De klasse, de stijl, de unieke menselijke warmte waarmee mijn ouders worden verzorgd in dit luxeverzorgingscentrum, zonder één enkele robot in de buurt, dat is pas ouderliefde en status. Duur, maar zijn geld helemaal waard.

Vindt u al deze mogelijkheden maar niets? Dan blijft er nog altijd een schitterend alternatief. Aardappelen kweken.

De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

MARC BUELENS

Uiteraard wordt ‘zonder robots’ een statussymbool.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content