“Jeltsin wordt foutief ingeschat”
Gaat Rusland verder de weg op van de vrijemarkteconomie of halen de communisten opnieuw het laken naar zich toe? Trends besprak tien jaar marktrevolutie in Rusland met één van de spilfiguren uit het voorbije decennium: privatiseringstsaar Anatoli Tsjoebais.
New York, (VS).
Geschiedschrijving komt het best tot haar recht als men de gebeurtenissen uit het verleden eerst een beetje laat bezinken. Toch is het geen wilde gok om eind 1999 te stellen dat de opgang en de zelfvernietiging van het communistische maatschappijmodel als geen ander fenomeen een gelaat heeft gegeven aan de 20ste eeuw.
Voor de buitenwacht wordt de implosie van de Sovjet-Unie en de daarop aansluitende en uiterst moeilijke overgang van Rusland naar een vrijemarkteconomie altijd vereenzelvigd met de namen van Michael Gorbatsjov en Boris Jeltsin. Maar op de achtergrond speelden andere figuren een minstens even belangrijke rol. Tot die categorie behoort Anatoli Tsjoebais, de man die bijna op zijn eentje de gigantische privatiseringsoperatie in Rusland doordrukte (zie kader: Tsaar Anatoli).
Toenmalig eerste minister Jegor Gaidar en zijn eerste luitenant Anatoli Tsjoebais gaven in oktober 1992 het startsein voor de privatiseringen in Rusland. Vice-president en antihervormer Alexander Rutskoi gaf Gaidar en Tsjoebais in die dagen smalend de bijnaam the boys in pink pants mee. De hele idee van grootschalige én snelle privatiseringen leek Rutskoi, en hem niet alleen, zo absurd dat hij de dertigers geen schijn van kans gaf. Toch lukte het. Trends sprak op de campus van Columbia University in New York City met Tsjoebais.
Trends. U behoorde al begin de jaren negentig tot de intimi van president Jeltsin. U gaf eerder ook toe dat u een belangrijke rol speelde bij de verwijdering van zowel Victor Tsjernomyrdin als Jevgeni Primakov als eerste minister. U bepleitte de aanstelling van Sergei Stepasjin tot eerste minister. Was de vervanging van hem eerder dit jaar door Vladimir Poetin geen pijnlijke nederlaag voor u?
Anatoli Tsjoebais. Jeltsin schoof Tsjernomyrdin en Primakov opzij omdat hij ze helemaal niet wilde zien doorschuiven naar de post van president. Veel meer dan de komende parlementsverkiezingen verwacht ik dat de presidentsverkiezingen van volgend jaar hét belangrijke scharnierpunt vormen voor Ruslands toekomst. Ik zie weinig verschuivingen optreden in de samenstelling van het nieuwe parlement, al verwacht ik wel dat, mee als gevolg van de Navo-bommen op Kosovo, de extreme communisten de kiesdrempel van 5% zullen overschrijden.
Is de grilligheid en onberekenbaarheid van Jeltsin geen blok aan het been van de hervormingsgezinden?
Jeltsin zal zich volgend jaar geen kandidaat meer stellen. Het is duidelijk dat hij Poetin als zijn opvolger naar voren schuift.
En dus niet de door u gesteunde Stepasjin?
Ik wil niet ingaan op mijn relatie met Jeltsin. Wat ik wel duidelijk wil stellen, is dat het Westen zich de voorbije jaren al te vaak heeft laten misleiden door het uiterlijke vertoon van de president. De verwijdering van zowel Tsjernomyrdin als Primakov was niet zomaar een bevlieging van een zieke president. De westerse media schatten Jeltsin foutief in. Het ging telkens om weldoordachte beslissingen waaraan weken van consultatie en ernstig afwegen voorafgingen. Eén van de belangrijkste overwegingen daarbij was dat beiden op het punt stonden een te grote invloed toe te kennen aan de communisten van de oude slag.
U hebt er vroeger al op gewezen dat het van de macht weghouden van de communisten voor u een alles dominerende overweging uitmaakt. Blijft dat ook vandaag nog zo?
Uiteraard. De voorbije tien jaar stond in Rusland alles in het teken van de strijd tussen communisten en anticommunisten. Deze strijd liet zich veel sterker voelen bij ons dan in andere Oost-Europese landen. Vergeet niet dat de communisten bij ons ruim zeventig jaar alles naar hun hand konden zetten. Het spreekt voor zich dat het keren van zo’n situatie veel energie, intelligentie en doorzettingsvermogen vergt. We voeren deze strijd met zo’n grote verbetenheid omdat we weten dat, als zij morgen de macht weer in handen krijgen, ons leven voorbij is. En dat laatste bedoel ik heel letterlijk.
Wat er de komende jaren in Rusland ook moge gebeuren op politiek vlak, u zal in ieder geval de geschiedenis ingaan als de man die de meest gigantische privatiseringsoperatie ooit op poten zette. Hoe reageert u op de groeiende schare mensen die die privatiseringen als een mislukking beschouwen?
Ik ben het met die mensen oneens. De grootschalige privatiseringen in Rusland moet men in hun juiste context zien. De perfecte manier van privatiseren bestaat niet. Aan alle strategieën zitten voor- en nadelen. We wisten van in het begin dat de manier waarop we ze doorvoerden niet de efficiëntste was. Voor ons was het duidelijk dat die privatiseringen op zich er niet toe zouden leiden dat de ondernemingen onmiddellijk herstructureerd zouden worden, de investeringen zouden openbloeien, de economische groei fors zou toenemen of de levensstandaard zou gaan stijgen. Neen, de privatiseringen via het mechanisme van de voucher-distributie (nvdr – bij de privatiseringen werd gebruik gemaakt van vouchers, waardebonnen, die op veilingen konden worden omgeruild voor aandelen) moesten een zo breed mogelijke laag van de bevolking in het eigendomsproces van de economie betrekken zodat het principe van de staatseigendom eens en voor altijd de nek zou zijn omgedraaid. Daar ging het om. Zonder onze manier van privatiseren zou president Jeltsin het met zijn hervormingsvoorstellen nooit gehaald hebben in het fameuze referendum van april 1993.
Geraakte het proces toch niet zwaar in diskrediet door het gelaakte systeem van ‘leningen voor aandelen’, hetgeen de oligarchen toeliet niet alleen de vetste brokken van de Russische economie naar zich toe te halen maar ook de staat zelf in hun macht te krijgen?
Wat houden jullie in het Westen toch van overdrijvingen. Als de macht van de oligarchen inderdaad zo enorm was en is, hoe komt het dan dat van de zeven grote namen die in 1996 op de voorgrond stonden, er intussen drie van het toneel zijn verdwenen? Neen, men moet in het Westen ophouden Rusland voor te stellen als een land waarin enkele oligarchen uit de privé-sector alle touwtjes in handen hebben. Wat het leningen voor aandelen-schema betreft, ook hier hadden we een heel simpele keuze. De mensen werden op alle niveaus bang gemaakt om hun centjes aan privatiseringsaandelen te spenderen. Ofwel liep de hele operatie onmiddellijk na het startschot vast, ofwel openden we de mogelijkheid om ook via leningen aandelen op te nemen. Wegens het politieke belang van de privatiseringen was onze keuze vlug gemaakt.
Maar u kan toch niet ontkennen dat er vandaag van die oligarchen een ongezonde invloed op het economisch gebeuren uitgaat?
Sorry, maar ook dit aspect van de toestand in Rusland schat u verkeerd in. Wat u de oligarchen noemt, is niets meer of niets minder dan de klasse van entrepreneurs die in elke markteconomie de kop opsteken. In de opstartfase van een vrijemarkteconomie gaat dat met meer uitwassen gepaard dan in de fase waar die vrijemarkteconomie stevig ingebed ligt in de maatschappij. Wat dit betreft, onderscheidt Rusland zich niet van ontwikkelingen die zich vroeger in het Westen voordeden. Ondertussen spelen deze mensen ook hun rol als ondernemer. De herstructurering van een aantal vermolmde staatsbedrijven is gestart, de investeringen nemen toe, net zoals de efficiëntie van het hele systeem. Uiteraard verwierven zij macht. Dat was onvermijdelijk.
Zij vormden dé drijvende kracht achter het van de macht houden van de communist Gennadi Zjoeganov bij de presidentsverkiezingen van 1996. In het verlengde van die overwinning ging een aantal van hen echter aan het zweven. Terwijl zij dachten dat de wereld aan hun voeten lag, kregen zij tijdens de zware financiële crisis in de herfst van vorig jaar het deksel op de neus.
In het Westen leeft de vrees dat Rusland wel eens snel verder uit elkaar zou kunnen vallen. Deelt u die opinie?
Neen. In de jaren 1992-1993 bestond er op dit vlak een reëel risico. De nieuwe grondwet van 1993 en de regionale verkiezingen namen hier de lont uit het kruitvat. Al blijft er natuurlijk het geval Tsjetsjenië. ( Zwijgt langdurig). Hier wil ik echter niet op ingaan.
Intussen slepen de onderhandelingen met het Internationaal Monetair Fonds (IMF), waar u zelf nauw bij betrokken was, almaar aan. Verwacht u daar doorbraken?
Neen, zolang de communisten zwaar doorwegen in het Russische parlement, de Doema, zal er op dit vlak warm en koud worden geblazen. Het ene moment wat toegeven om fondsen los te krijgen van het IMF en het volgende moment op basis van goedkope populistische retoriek de gemaakte afspraken terug op losse schroeven zetten. Vergeet ook niet dat we vandaag met een parlement zitten waar een meerderheid van de volksvertegenwoordigers impliciet het credo huldigt dat hoe slechter het nu de gemiddelde Rus gaat, hoe beter dat voor hen is. Ook op het vlak van het monetair en budgettair beleid kan er pas echt een verandering optreden na de presidentsverkiezingen van volgend jaar.
Klimt Rusland ooit uit het sociaal-economische dal?
De industriële productie neemt toe, de investeringen stijgen en de werkloosheid vertoont de neiging om te dalen. Ik ben er zeker van dat indien we niet de financiële crisis van vorig jaar hadden gekend, velen vandaag over het Russische mirakel zouden spreken. We hebben nu zeker één, allicht zelfs twee jaar verloren. Als we er echter op het hervormingspad kunnen blijven en niet meer ten prooi vallen aan het oude communisme, zullen velen die vandaag pessimistisch doen over Rusland snel hun mening moeten herzien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier