‘Je moet de competenties hebben, anders doe je niet mee’
Voor Nokia Bell was 2016 een goed jaar. Antwerpen versterkt zijn positie in de groep als onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling, ondanks de bezuinigingen.
In het rode kantoorblok naast het Antwerpse Centraal Station is Luc Defieuw (58), countrymanager van Nokia Bell (het vroegere Alcatel-Lucent Bell), een tevreden man. De gelauwerde stationsrenovatie, het nieuwe congrescentrum rond de Elisabethzaal en de opbloeiende hotelactiviteit in de buurt versterken de positie van ‘den Bell’ met zijn 1450 medewerkers in de Nokia-groep, die eind maart 101.000 werknemers telde. “We hebben hier nu de accommodatie om deftige meetings te organiseren. Je staat met de trein in een uur op Schiphol en in een half uur in Zaventem. Elders is dat vaak anders”, schetst Defieuw.
Bovenal is ‘den Bell’ bezig met de versterking van zijn positie als O&O-motor van de Finse groep. Nu al is het een van de grootste O&O-centra van België. Er loopt wel een herstructureringsplan, maar tegelijk wordt er aangeworven. De werkgelegenheid blijft per saldo stabiel. Defieuw: “Onze vestiging heeft lichtere structuren en minder overhead. Dat helpt. Meer dan 95 procent van onze aanwervingen is voor onderzoek en ontwikkeling. Dat geeft ons meer zeggenschap over de richting van het bedrijf.”
De feitelijke fusie tussen Nokia en Alcatel-Lucent dateert van begin vorig jaar, maar pas sinds 1 juli zijn beide bedrijven in België samengesmolten in een juridische entiteit. Nokia stond sterk in mobiele communicatie, Alcatel-Lucent in internet- en optische infrastructuur. Het Nokia-merk maakt een verschil, ondervindt Joeri Veldeman, hr-verantwoordelijke voor de Benelux, Zwitserland en Oostenrijk. “Vroeger moest je uitleggen wat Alcatel-Lucent deed. Nu geef je een presentatie op een jobbeurs en ineens staan er vijf aan de deur die er ook nog bij willen.”
Ook in kabel
De grootste onderzoeks- en ontwikkelingsgroep in Antwerpen is nog altijd ‘vaste toegang’, de technologieën voor vaste verbindingen in de laatste kilometer tot de klant (xDSL, glasvezel of kabelaansluitingen). Er werken ongeveer 500 mensen. Al sinds de jaren negentig is Antwerpen de bakermat van de xDSL-technologie die Proximus en tientallen andere operatoren gebruiken.
Is die technologie een aflopende zaak, nu glasvezel opkomt? Defieuw ontkent dat. “Er is nog veel activiteit in chipontwikkeling voor G.fast (een verbetering van xDSL, nvdr), om ook daar efficiënt en competitief te blijven. De dag dat we daarin niet meer kunnen groeien, hebben we een probleem. Maar we werken in Antwerpen ook op kabeltechnologie en op glasvezel.”
In kabeltoegang, waarin Nokia een nieuwkomer is, nam de groep vorig jaar het Californische Gainspeed over, een starter die de architectuur van kabelnetwerken grondig hertekent. Uit het jaarverslag valt af te leiden dat Nokia Bell in Antwerpen bezig is met kabelnetwerken even snel te maken in beide richtingen. Historisch zijn kabelnetwerken gebouwd om veel capaciteit naar de kijker te sturen, niet omgekeerd.
Snelste schakelaar
De tweede onderzoeksgroep in Antwerpen is IP-routing (Internet Protocol, de kern van het internet). Daar werken zo’n 300 ontwikkelaars en testers. De groep kon in juni meegenieten van de voorstelling van de snelste internetrouter ter wereld, de Nokia 7950 XRC-XC. In zijn grootste configuratie schakelt die 576.000 miljard bits per seconde, pakweg 600 keer de zeven seizoenen van Game of Thrones in hoge kwaliteit in één seconde. “Nokia zal het meest performante systeem op de markt hebben”, verzekerde Ray Mota, analist van ACG Research, over de machines, die in het vierde kwartaal leverbaar zijn. BT en het grote Duitse internetknooppunt DE-CIX hebben al bestellingen geplaatst.
Met de nieuwe routers mikt Nokia niet alleen op traditionele telecombedrijven, maar ook op webgiganten zoals Google, Facebook of Amazon, waarvan de investeringen blijven stijgen. “Veel van die webspelers willen gewoon snelheid”, zegt Mota.
Het hart van de router is de nieuwe FP4-netwerkprocessor die Nokia bij het Taiwanese TSMC laat produceren. Dezelfde FP4 vernieuwt meteen ook de edge routers van Nokia, de schakelaars die dichter bij de gebruiker in de rand van het netwerk staan. Bijvoorbeeld Proximus heeft er zo heel wat in dienst. Dat is een veel grotere markt, waarin Nokia volgens de marktonderzoeker Dell’Oro in het eerste kwartaal het nummer twee was, met 22 procent marktaandeel, na Cisco (36%) en ruim voor Huawei en Juniper (17%).
Kijken op aanvraag
In de Nokia-groep is Antwerpen de tweede grootste onderzoekequipe voor IP-technologie, na de vestiging in Silicon Valley. “Het hoofd van het IP-testprogramma, Erik Neel, werkt vanuit Antwerpen. De IP-groep groeit hier met 20 à 30 mensen per jaar”, zegt Defieuw.
Roland Thienpont, de directeur productmarketing voor de Europese IP-activiteiten, verwacht dat de nieuwe routers het erg goed zullen doen. Een van de redenen is ons televisiekijkgedrag. Volgens imecs Digimeter keek vorig jaar al zowat 30 procent van de Vlamingen elke dag naar uitgestelde televisie. Loskomen van live-tv is wereldwijd een trend, vooral bij de jongvolwassenen.
Het dwingt de operatoren hun netwerk te reorganiseren. Als iedereen hetzelfde programma op de buis heeft, komt dat efficiënt tot bij de kijker als multicast. Iedereen tapt omzeggens van dezelfde waterleiding. “Maar als iedereen op een ander moment naar iets anders kijkt, komt dat allemaal als unicast vanuit het midden van het netwerk. Een aparte stroom voor elke klant. Daar hebben ze krachtige routers voor nodig”, legt Thienpont uit. Nokia verwacht dat de piekvraag in de netwerken tot zeker al 2022 jaar na jaar met bijna 40 procent omhoogschiet. Een reden is Ultra High Definition-tv, bekend als 4K. “Proximus test daar nu decoders voor uit, zodat zijn klanten naar 4K-programma’s op Netflix kunnen kijken”, weet Thienpont. “Maar 4K verdubbelt of verdrievoudigt de benodigde videocapaciteit in het netwerk.”
Dat betekent niet dat de routing-omzet van Nokia op dezelfde manier zal stijgen. “In sommige domeinen daalt de prijs per bit (de kostprijs voor de machines in verhouding tot hun capaciteit, nvdr) sneller dan de trafiek groeit”, zucht countrymanager Defieuw.
Software maakt zuiniger
Er is nog een andere factor die de routingmarkt kan drukken: de opkomst van Software Defined Networking, een techniek waarmee netwerkverkeer vanuit een centraal punt kan worden gestuurd. Nokia richtte daarvoor in 2012 Nuage Networks op, pal naast zijn IP-hoofdkwartier in Mountain View.
In de wereld van de datacenters is het al lang gebruikelijk werkladingen tussen ‘virtuele’ servers te verschuiven. Nuage Networks automatiseert dat soort verschuiving in en tussen netwerken. De technologie heeft een nadeel voor hardwareleveranciers zoals Nokia. Ze stelt operatoren in staat hun netwerken veel efficiënter te gebruiken. Thienpont: “Operatoren ontwerpen hun netwerk voor een piekbelasting van bijvoorbeeld 50 procent. De gemiddelde belasting is echter veel lager. Datacenters daarentegen spelen veel korter op de bal. Daar is de belasting veel hoger. Door dat ook te doen, kunnen operatoren nu veel meer halen uit hun investeringen en er ook langer van profiteren.”
“Het voordeel is wel dat Nuage Networks en de nieuwe routers onze markt enorm uitbreiden”, stelt Defieuw. “Oorspronkelijk werkten we voor de Proximussen van deze wereld. Nu trekken we ook naar grote bedrijven.”
“Voor Nuage zijn we een voorbeeld in de groep”, vervolgt Thienpont. “Wij hebben het verkocht aan BT, Telefonica en Telia en een hoop andere Europese klanten. Banken zoals Santander en BBVA en tientallen andere Europese ondernemingen gebruiken het.”
Groei in slimme huizen en gezondheid
Ondertussen bereidt Defieuw nieuwe activiteiten voor om omzet te vervangen waar die afkalft. Slimme steden, waar Nokia Bell met Bristol en Antwerpen samenwerkt, is een kandidaat. Connected health, online gezondheidszorg, en andere.
“Wij hebben daar in België het ecosysteem voor”, weet Defieuw. “Met farmabedrijven als Johnson & Johnson, GSK en UCB, met Agfa, met de activiteiten van imec rond sensoren. Dat is verticale knowhow in een sector. We kunnen daar samen de gebruiksmogelijkheden bekijken. Nokia heeft vorig jaar in Frankrijk Withings overgenomen, een ontwikkelaar van slimme weegschalen, uurwerken en allerhande gezondheidsgerelateerde toestellen, waarvan sommige ook medisch gecertificeerd zijn. Maar er zullen ook diensten moeten zijn die over sectoren heen gaan: dataverzameling, analytics, beveiliging. Daarvoor hebben wij de deskundigheid in huis. Wij zijn hier indertijd begonnen met het beheer van DSL-lijnen, daarna van de apparatuur thuis. Dat is uitgebreid tot wifi en mobiel. Je eindigt met het beheren van miljarden toestellen, die ook sensoren kunnen zijn.” Volgens zijn jaarverslag had Nokia vorig jaar een prima jaar met zijn beheersoplossing, met 20 klanten en nu al 1,5 miljard toestellen onder beheer.
“Wij kunnen de producten van Withings verkopen. Wij kunnen software verkopen aan wie diensten uitbaat of wij kunnen zelf voor een stuk zo’n dienst uitbaten. We zien een enorm potentieel. De businesscases liggen voor het rapen. We bekijken wat de beste invalshoek is.”
In de groep is het natuurlijk knokken om ontwikkelingsbudgetten. Defieuw: “Je moet de competenties hebben, anders doe je niet mee. Kosten vormen dan het tweede element. De belastingverminderingen voor O&O maken ons in Europa zeer competitief en wij zijn sowieso al redelijk efficiënt. Het is ook enkel dankzij onze O&O in een aantal sleutelproducten dat we hier al die functies voor die producten hebben: presales, logistiek, postsales, enzovoort. Als de O&O vertrekt, worden we een verkoopvestiging voor België. En die zal niet groot zijn.”
Bruno Leijnse, fotografie Debby Termonia
“In gezondheid zien we een enorm potentieel” – Luc Defieuw
Meer dan 95 procent van onze aanwervingen is voor onderzoek en ontwikkeling. Dat geeft ons meer zeggenschap over de richting van het bedrijf” – Luc Defieuw
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier