‘Je kan pas oogsten als je hebt gezaaid’
Door een reeks overnames is het West-Vlaamse PinguinLutosa uitgegroeid tot een internationaal voedingsconglomeraat. Toch stelde het bedrijf de voorbije dertien jaar teleur op de beurs. Wanneer gaat de schaalvergroting ook financieel renderen?
Met een hels lawaai denderen de wortelen over de transportband. Per uur worden liefst negentien ton wortelen diepgevroren in de fabriek van PinguinLutosa in Westrozebeke. Ze glijden in een mastodont van een diepvriezer, waarin het -38 graden Celsius is. De werkhallen zijn zo groot als voetbalvelden. Personeel is er nauwelijks.
Ook bij PinguinLutosa wordt dus driftig geautomatiseerd, en dat moet ook wel. “De Belgische lonen zijn de hoogste in onze vestigingen in Europa”, zegt COO Herwig Dejonghe (53). “In onze fabrieken in Polen en Hongarije zijn de arbeiders vier tot vijf keer goedkoper. De lonen in Frankrijk liggen 20 procent lager, die in het Verenigd Koninkrijk bedragen de helft. Maar ondanks de hoge lonen in België kunnen we de producten in eigen land goedkoper maken dan in onze andere vestigingen, omdat we enorm investeren in automatisering en schaalvergroting. De landbouwopbrengst in ons West-Vlaamse gebied is de hoogste ter wereld. We kunnen hier continu een enorme aanvoer verwerken. Dat kan niet in Polen of het Verenigd Koninkrijk.”
Tussen mei en januari verwerkt PinguinLutosa diverse soorten groenten zoals broccoli, spinazie, bonen, wortelen, erwten en bloemkool volgens het ritme van de teelten. Ook de productielijnen voor bonen zouden op volle toeren moeten draaien, maar die staan werkloos in de werkhallen. Door het slechte voorjaar werden diverse teelten uitgesteld. De oogst wordt met vertraging verwerkt. Herwig Dejonghe wil niet gezegd hebben dat we een slechte zomer beleven. “We weten dat nog niet. Pas in oktober of november hebben we uitsluitsel. Dan is alles gezaaid en geoogst. We kunnen nu enkel zeggen dat de oogst onzeker is.”
Wrange nasmaak
Bij menige belegger heeft PinguinLutosa een wrange nasmaak gelaten. Het aandeel heeft zelfs nooit zijn introductieprijs bereikt (26 euro), de hoogste koers was 25,5 euro. Vandaag bungelt de koers onder 8 euro. Dejonghe benadrukt liever dat PinguinLutosa een concern heeft uitgebouwd dat van het Verenigd Koninkrijk tot in Polen reikt, ook al is het initiële aandeelhoudersbelang daardoor sterk verwaterd. “Je kan pas oogsten als je hebt gezaaid. Als we alleen in eigen land hadden geïnvesteerd zoals onze concurrenten, zouden we er nu financieel beter voor staan.”
PinguinLutosa heeft zich een marktleiderspositie in het Verenigd Koninkrijk gekocht. 23 procent van de omzet kwam in het voorbije boekjaar uit dat land, dat daarmee de belangrijkste omzetmaker van het West-Vlaamse bedrijf is. Maar het bedrijfsresultaat van de afdeling diepvriesgroenten dook wel bijna 15 miljoen euro in het rood, en ook dat kwam door de activiteiten in het Verenigd Koninkrijk. De Britse consument hield door de recessie de hand op de knip. Het dure pond versus de goedkope euro was een extra struikelblok. Terwijl de concurrenten invoerden van het vasteland, probeerde PinguinLutosa het met een Britse productie. Maar die wordt afgebouwd en een fabriek ging dicht. De groep importeert nu ook zelf in het Verenigd Koninkrijk vanuit Polen en Hongarije. De Britse productie verschuift deels naar die landen.
Frieten voor China
Herwig Dejonghe verwacht veel van de Midden-Europese filialen die vorig jaar bij de groep werden gevoegd. Ze behoorden tot de Franse landbouwcoöperatie CECAB, die een belang in PinguinLutosa heeft genomen. In het verleden werden wel meer aandeelhouders aangetrokken via de inbreng van hun activiteiten. Dat gebeurde ook bij de overname van Scana Noliko, het conservenbedrijf uit het Limburgse Bree. Die werd deels gefinancierd via de intrede van Gimv en het Agri Investment Fund, een investeringsvehikel van de Boerenbond, in het kapitaal van PinguinLutosa. De zware overnames, samen met de Britse perikelen, verklaren de negatieve balanscijfers.
De schaalvergroting zou de groep meer slagkracht en aankoopmacht moeten opleveren in West-Europa, waar de markt niet langer groeit. In Oost-Europa en Scandinavië is volgens Herwig Dejonghe wel nog groei mogelijk, vooral via zijn vier vestigingen in Polen. Maar hij droomt nog meer van de overzeese markten. “Voeding wordt vandaag meer ge-waardeerd buiten dan binnen West-Europa. De Belgische sector van diepvriesgroenten en frieten staat bekend om zijn kwaliteit. Er is buiten West-Europa een groeiende groep van mensen die willen betalen voor goede voeding.”
Het dochterbedrijf Lutosa verscheept dit boekjaar 10.000 ton verwerkte aardappelen naar China. Dat is nog bijzonder weinig, geeft Herwig Dejonghe toe, maar de markt groeit. “De marges zijn overzee hoger dan in de concurrentiegevoelige segmenten in West-Europa. En samen met de frieten kunnen we ook diepvriesgroenten verkopen. Dat is een vorm van synergie tussen de afdelingen.” Critici hebben hun twijfels over de synergie tussen bokaalgroenten, frieten en diepvriesgroenten. Dejonghe benadrukt die wisselwerking, waardoor bijvoorbeeld oogsten van Scana Noliko ook door Pinguin worden verwerkt.
Beleggers hebben twijfels over de landbouwcoöperaties die aandeelhouder van de groep zijn. Die zouden een zo hoog mogelijke prijs voor de telers willen en daardoor de winstmarges van de verwerker drukken. De COO van PinguinLutosa weerlegt ook die kritiek: “Je kan ook geld verdienen door samen te werken. We bouwen samen een bedrijf en dienen daarmee de consument.” Dat is mooi, maar wanneer kan PinguinLutosa, dertien jaar na zijn beursintroductie, eindelijk ook de belegger overtuigen?
WOLFGANG RIEPL
De Belgische lonen zijn de hoogste van de groep, maar de productie is de goedkoopste.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier