Investeringsaftrek: wat zijn investeringen ‘in veiligheid’?
Investeringen ‘in veiligheid’ geven recht op een verhoogde investeringsaftrek. Alleen is niet helemaal duidelijk welke investeringen daarvoor in aanmerking komen.
De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.
Veiligheid staat hoog op de politieke agenda. En dat is ook duidelijk voelbaar op fiscaal gebied. Getuige daarvan de maatregel die een goed half jaar geleden werd genomen en die in een verhoogde investeringsaftrek voorziet voor investeringen in veiligheid.
De nieuwe regeling geldt met ingang van het aanslagjaar 2004. Zij is dus voor het eerst van toepassing op investeringen die zijn gebeurd in een boekjaar dat verbonden is met het aanslagjaar 2004. Voor zelfstandigen en vennootschappen die hun boekhouding per kalenderjaar voeren, zijn dat de investeringen van het boekjaar 2003.
KMO. Let wel, niet iedereen komt in aanmerking. Bij belastingplichtigen die aan de personenbelasting zijn onderworpen, geldt de investeringsaftrek (en dus ook de verhoogde aftrek voor investeringen in veiligheid) alleen voor exploitanten van een handels-, nijverheids- of landbouwonderneming of voor beoefenaars van een vrij beroep. Bij vennootschappen is de verhoogde aftrek voor investeringen in veiligheid uitdrukkelijk voorbehouden aan de binnenlandse vennootschappen die de aard hebben van een KMO. Dit betekent concreet dat het moet gaan om vennootschappen waarvan de aandelen voor meer dan de helft toebehoren aan één of meer natuurlijke personen die bovendien de meerderheid van de stemrechten vertegenwoordigen en dat de vennootschap geen deel mag uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort.
Het percentage van de verhoogde investeringsaftrek wordt jaarlijks vastgesteld. Voor de investeringen die zijn gedaan in het belastbaar tijdperk dat met het aanslagjaar 2004 is verbonden, bedraagt het 13,5 %. Dit wil zeggen dat een belastingplichtige die bijvoorbeeld een investering van 1000 doet, een bedrag van 135 bijkomend mag aftrekken van zijn fiscaal resultaat.
Voorwaarden. Welke investeringen komen in aanmerking? Krachtens de wet moet het gaan om investeringen in veiligheid. Uiteraard moeten de investeringen voldoen aan de basisvoorwaarden die in alle omstandigheden voor de investeringsaftrek gelden. Zo is onder meer vereist dat de vaste activa (waarin wordt geïnvesteerd) uitsluitend voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt. Zij moeten bovendien afschrijfbaar zijn en hun afschrijving moet over ten minste drie jaar worden gespreid. Auto’s zijn uitgesloten. Wie zich bijvoorbeeld uit veiligheidsoverwegingen een gepantserd voertuig aanschaft, mag de verhoogde investeringsaftrek vergeten. Eenvoudig omdat personenwagens en wagens voor dubbel gebruik zonder meer zijn uitgesloten van de investeringsaftrek (ongeacht of het om de wel of niet verhoogde aftrek gaat).
Specifiek. De investeringen moeten bovendien beantwoorden aan de specifieke voorwaarden die zijn gesteld in het kader van de verhoogde investeringsaftrek voor investeringen in veiligheid. Krachtens de wet moet het gaan om investeringen in materiële vaste activa die dienen voor een beveiliging van de beroepslokalen.
Immateriële activa komen dus niet in aanmerking. Het moet om materiële vaste activa gaan.
In het oorspronkelijke wetsontwerp stond te lezen dat de investeringen moeten bijdragen tot een verbetering van de beveiliging van de beroepslokalen. Maar in de uiteindelijk goedgekeurde tekst komt die notie niet langer voor. Het volstaat dat de investeringen bijdragen tot een beveiliging van de beroepslokalen. Zo bekeken, moet het dus niet langer om een verbetering gaan. Een investering die gebeurt om een vorige veiligheidsinstallatie te vervangen, moet bijgevolg ook in aanmerking kunnen komen, zelfs als de beveiliging daardoor niet noodzakelijk beter wordt.
Aanbeveling. Wie beslist of de investering in aanmerking komt? Krachtens de wet moet de belastingplichtige die een investering in veiligheid overweegt, te biechten gaan bij de lokale ambtenaar die belast is met de adviezen inzake technopreventie in de politiezone waar de activa worden gebruikt. Deze ambtenaar moet de investeringen aanbevelen. En zodra ze zijn uitgevoerd, moet hij ze ook goedkeuren. Hij levert daartoe een goedkeuringsattest af, dat door de belastingplichtige bij zijn aangifte in de personen- of vennootschapsbelasting moet worden gevoegd.
Waar vindt u een dergelijke ambtenaar inzake technopreventie? Volgens de minister van Binnenlandse Zaken moet u daarvoor terecht bij het plaatselijke gemeentebestuur. De bal ligt dus bij de gemeentelijke overheden. Zij moeten binnen hun politiekorps, of desnoods bij een naburig politiekorps, de ambtenaar aanduiden die zich zal bezighouden met het aanbevelen en goedkeuren van de investeringen. Maar in de praktijk loopt dat niet noodzakelijk van een leien dakje. De minister van Binnenlandse Zaken heeft in de Kamer van Volksvertegenwoordigers onomwonden toegegeven dat er veel te weinig inspecteurs voorhanden zijn om alle aanvragen afdoende te onderzoeken.
En wat met investeringen die begin dit jaar zijn gebeurd (toen de nieuwe wetgeving formeel nog niet bestond)? Voor die investeringen kan onmogelijk worden vereist dat ze op voorhand aanbevolen zijn geweest door de lokale ambtenaar inzake technopreventie. Voor investeringen verwezenlijkt tot en met 31 mei 2003 volstaat het daarom dat ze achteraf zijn goedgekeurd.
Jan Van Dyck
Naar verluidt zijn er veel te weinig inspecteurs voorhanden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier