Invaliditeit dan toch geen ‘vluchtroute’ voor werkonwillige ouderen
België telt meer dan 200.000 invaliden. Hun aantal neemt jaarlijks met 3 % toe. Sommigen vrezen dat de invaliditeit een nieuw soort vervroegd pensioen wordt. Een Riziv-studie, die Trends exclusief kon inkijken, ontkracht die hypothese.
eXtra informatie op www.trends.be Meer cijfergegevens over de invaliditeit vindt op de website trends. be.
In 1994 telde België ruim 166.000 invaliden. In 2003 waren dat er al meer dan 200.000 of 20,77 % meer. Dat is 5,3 % van de uitkeringsgerechtigden. Vooral tussen 1999 en 2003 steeg het aantal sterk (met 12,4 % of gemiddeld 3 % per jaar). Er wordt vermoed dat sommigen door de moeilijkere toegang tot een aantal systemen van vervroegde pensionering een nieuw kanaal hebben gevonden: de arbeidsongeschiktheid. Het doembeeld van Nederland met zijn leger arbeidsongeschikten (de WAO’ers) duikt op.
Het Riziv heeft over dat fenomeen een grondige studie afgeleverd. De stijging met 20 % verbergt twee erg uiteenlopende tendensen, zo blijkt. Het aantal invalide mannen en vrouwen vertoont een enorm verschil: +3,26 % voor de mannen en +52,36 % voor de vrouwen. De verklaring voor het stijgende aantal invaliden moet dus vooral bij de vrouwen gezocht worden.
De eerste oorzaak is het optrekken van de pensioenleeftijd vanaf 1997 voor vrouwen. Dat betekent dat invalide vrouwen langer in het systeem blijven en dat ze langer de kans lopen invalide te worden. Bovendien lopen vrouwen een hoger risico op invaliditeit. De tweede oorzaak is de toegenomen participatiegraad van de vrouwen. Er komen meer vrouwen op de arbeidsmarkt en dus stijgt het aantal invaliden mee. Een derde verklaring geldt zowel voor mannen als vrouwen: de vergrijzing. Daardoor komen meer gerechtigden in de oude leeftijdscategorieën, waar de invaliditeitsgraad hoger is.
De drie oorzaken maken duidelijk dat de stijgende trend niet onmiddellijk zal stoppen. Uitgaande van een verder stijgende participatiegraad van de vrouwen, worden er 251.000 invaliden tegen 2025 verwacht. Dat zijn er 25 % meer dan in 2003. Voor de vrouwen zou die stijging 40 % bedragen.
De analyse van het aantal intreders en uittreders toont aan dat de hypothese van een vluchtroute voor ouderen die niet meer willen werken, geen steek houdt. Het aantal intreders stijgt wel, maar de intredegraad (de verhouding tot het aantal gerechtigden) daalt (omdat er meer gerechtigden bijkomen dan invaliden).
De redenen voor de uittrede zijn nog overtuigender. Een uittrede kan om vier verschillende redenen plaatsvinden: werkhervatting, weigering van de invaliditeit, overlijden en pensionering. Werkhervatting en weigering van invaliditeit zijn niet alleen de twee belangrijkste redenen, ze stijgen ook meer dan het aantal invaliden. Het aantal uittreden ten gevolge van een weigering is tussen 1995 en 2003 gestegen met 36,14 %, terwijl het aantal invaliden met 16,45 % steeg. Ook de werkhervatting steeg met 38,67 % beduidend meer.
De gemiddelde duur van de invaliditeit bedroeg 6,56 jaar in 2002 en verschilt amper van de duur in 1994 (6,48 jaar). Ook de gemiddelde leeftijd (49,68 jaar) beweegt nauwelijks. Er is dus geen sprake van een ‘vluchtroute’.
G.M.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier