Rudi Mariën overweegt weer in Innogenetics te stappen

© belga

Rudi Mariën, de medeoprichter en voormalige sterke man van Innogenetics, overweegt weer in het biotechnologiebedrijf te investeren. En als het zover komt, is een terugkeer naar de beurs voor Innogenetics een mogelijke optie.

Innogenetics, dat in 1996 naar de beurs trok, werd anderhalf jaar geleden gekocht en van de beurs gehaald door Solvay. Maar Solvay verkocht zijn volledige farmadivisie – inclusief Innogenetics – vorig in 2009 aan de Amerikaanse farmagroep Abbott. En die zet Innogenetics weer in de etalage.

Mariën wacht nu eerst af of vroegere kandidaat-kopers, zoals het Amerikaanse Gen-Probe, weer interesse tonen voor Innogenetics. Andere namen die de ronde doen zijn het Franse bioMérieux en Roche Diagnostics. “Laten we het eerst over aan die grote jongens”, zegt Mariën. “Maar als de appetijt beperkt is, kunnen we een syndicaat vormen met enkele venture capitalists, zowel binnen- als buitenlandse. Ik doe dat ook in andere dossiers, waarom dan niet in een dossier dat ik een beetje ken?”

Mariën is het voorbije anderhalf jaar uitgegroeid tot de meest actieve investeerder in biotech in ons land. De overname alleen trekken, ziet de West-Vlaming niet zitten. “Daar ben ik te oud voor geworden.” Hij beseft ook dat zijn koopinteresse op de nodige scepsis zal stuiten. “Ze zullen me zeggen ‘koop nooit iets dat je verkocht hebt’. Maar je mag niet zo dogmatisch zijn.”

En als Mariën samen met enkele durfkapitaalgroepen Innogenetics kan inlijven, zal een nieuwe beursgang worden overwogen. “Zo’n fondsen moeten altijd een exit doen en dat kan dan een beursgang zijn. Als je dat goed runt, kan je zo’n vehikel over drie, vier jaar terug naar de beurs brengen. Als je Innogenetics inhoudelijk bekijkt, is wat ze hebben aan biomerkers (om ziekten op te sporen en op te volgen, nvdr) en IP (intellectueel eigendom) niet onaardig. En dit bedrijf realiseert toch 50 miljoen sales. Er zijn niet zoveel biotechbedrijven in Europa die dat doen.”

Mariën hapt alleszins niet toe als de verkoopprijs in de buurt blijft van de 200 miljoen euro die Solvay ervoor betaalde. “Om dit realistisch te maken, moet er een ander prijskaartje tegenover staan.”

Be.L.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content