Hoe Vandeurzen de meerderheid in LMS verwierf
Urbain Vandeurzen was niet echt de oprichter van LMS. De wijze waarop hij hoofdaandeelhouder is geworden, zegt veel over zijn soms erg doortastende manier van optreden.
LMS gaat terug tot de pvba Leuven Measurement & Systems uit 1979, waar drie assistenten van de KU Leuven hun werk voor Renault-Keller in onderbrachten: Maurice Mergeay, Paul Sas en wijlen Jos Simons.
Urbain Vandeurzen wordt in 1980 als jonge doctoraatsstudent aandeelhouder van de pvba en in 1982 zaakvoerder. In 1985 is hij mede-oprichter en mede-statutair zaakvoerder van een tweede maatschappij, LMS International bvba. Hij staat er op gelijke voet met de andere partner, de iets oudere Maurice Mergeay. De twee schuiven elk een evenredig pakket aandelen door naar Jan Leuridan, een vriend van hen die in de VS heeft gedoctoreerd en technisch directeur wordt van LMS – tot op vandaag.
De bvba vermarkt de producten van het oorspronkelijke LMS en trekt daarvoor in 1988 externe aandeelhouders aan. Benevent (Kredietbank) en Mees en Hope Participaties betalen ongeveer 1 miljoen euro voor een participatie van ongeveer 12,5% (respectievelijk 7,5 en 5%).
De relatie tussen Mergeay (verkoop en financiën) en Vandeurzen (strategie en marketing) verzuurt echter, zeker nadat Vandeurzen, die ontevreden is over de groei, een consultant binnenhaalt om het bedrijf door te lichten. De crisis barst los in augustus van 1990, een periode waarover pittige anecdotes de ronde doen. Nadien zullen beide partners elkaar ervan beschuldigen gecomplotteerd te hebben om de meerderheid te veroveren.
Hoe het ook zij, achter de rug van bestuurder Jos Peeters van “lead investor” Benevent, leent Urbain Vandeurzen samen met Jan Leuridan bij de toenmalige BBL geld om de aandelen van Benevents partner Mees & Hope over te nemen voor het dubbele van hun instapprijs twee jaar voordien, ongeveer 30 euro. (De lening staat beschreven in het neergelegde bedrijfsrevisorenrapport bij de omvorming van de “Dr. Ir. U. Vandeurzen Management Firm”, de managementvennootschap van Vandeurzen, tot naamloze vennootschap, in juli 1991.)
Meteen heeft Vandeurzen een nipte meerderheid in de algemene vergadering van LMS International. Op 13 december zet hij Maurice Mergeay uit de bedrijfsleiding. Mergeay controleert ruim 40 procent van de aandelen, maar gaat akkoord met een uitkoopsom van minimaal 9,36 euro per aandeel, een derde van wat Mees en Hope (die uiteraard profiteerden van hun positie op de wip) had gekregen. De aandeelhoudersovereenkomst geeft Mergeay een aantal maanden om een hoger bod te vinden, dat de groep Vandeurzen dan moet evenaren of moet accepteren om zijn eigen pakket tegen de hogere prijs te verzilveren.
De witte ridder voor Mergeay is industrieel Leo Billion, de toenmalige eigenaar van het elektronicabedrijf Elbicon, een vriend uit de Leuvense Kamer van Koophandel. Samen met Benevent richt Leo Billion de nv Software Holding en Finance (SHF) op, een vehikel dat grosso modo het dubbele van het minimumbedrag biedt voor het belang van Mergeay (hetzelfde SHF is vandaag de investeringsmaatschappij van Leo Billion).
Vandeurzen trekt naar de rechtbank om het bod nietig te laten verklaren: SHF is niet serieus, argumenteert zijn advocaat. Tot verbazing van Billion en Mergeay geeft de rechtbank hem gelijk, ook in beroep en in cassatie. Dat effent de weg om Mergeay uiteindelijk slechts het minimum van 9,36 euro per aandeel te betalen. Benevent zelf, dat vreest tussen wal en schip te vallen, zal zijn aandelen uiteindelijk goedkoper dan Mees en Hope van de hand doen. Jos Peeters spreekt over een “correcte” meerwaarde.
Intussen heeft Vandeurzen Petercam Securities ingeschakeld om via een privé-plaatsing zelf een koper te vinden voor de aandelen van Mergeay. In juli 1991, als de beide partijen effectief het geld van hun bod op de rekening van Mergeay hebben gestort, koopt het Amerikaanse PDA Engineering 11 procent van LMS tegen omgerekend 32,94 euro per aandeel. (Dat cijfer staat in de beursrapportering van PDA en het waardeert LMS op 16,3 miljoen euro, ongeveer 3,5 keer het minimumbod aan Mergeay.) Gimv van haar kant koopt tegelijk 22% van LMS, tegen een naar verluidt ongeveer 25% lagere prijs dan PDA. Voor Vandeurzen en Leuridan zijn dat zeer lucratieve deals, zelfs vergeleken met de 18,4 euro die zijzelf luttele dagen voordien voor de aandelen betaalden. En zeker wanneer zij, eens het proces over SHF van de baan, met succes het “teveel” dat aan Maurice Mergeay was gestort (boven de 9,36 euro per aandeel) terugvorderen, plus 8 procent verwijlintresten op jaarbasis, hoewel de Consignatiekas hun overnamebedrag al die tijd in bewaring had en geen interest betaalt.
LMS, dat typisch lange verkoopscycli kent, blijkt intussen behoorlijk goed te boeren. In 1990 was de geconsolideerde nettowinst, zo leert het jaarverslag van de Gimv, ruim 950.000 euro. In 1991 zelfs 1,5 miljoen. LMS had toen al 148 werknemers.
De tribulaties in het aandeelhouderschap van LMS hebben, ondanks tienduizenden bladzijden procesdossiers, nooit de pers gehaald. Jos Peeters noemt ze “één van de minder fraaie bladzijden” in het curriculum van Vandeurzen. Leo Billion: “Hij is daar zeker over de grenzen van het fatsoen gegaan. Aan de andere kant moet je ook zijn verdiensten onderlijnen. LMS is vandaag een sterbedrijf, wat het nog niet was met Maurice Mergeay.”
Mergeay zelf zet zich vandaag voor “200 procent” in voor initiatieven die ondernemerschap stimuleren: LRM-Bizmotor, het Interreg project “Industriële Spin-off’s” van Innotek, de nv Ondernemerstalent van UHasselt, Small Business Projects van VLAO, zijn boek en zijn stichting. Hij noemt LMS “een prachtig bedrijf” en “een voorbeeld voor onze toekomst in Vlaanderen”. Maar toch. “Dertien december 1990 was een zwarte dag voor mij, mijn familie, mijn vrienden en vele medewerkers van LMS,” zegt hij. Al verwijst hij tegelijk naar de Madonna-clip van “I’m going to tell you a secret”. Daar zingt ze “I forgave and wish them well.” “Een super-zakenvrouw, vind je niet?” vraagt hij.
Urbain Vandeurzen zelf onderstreept vooral de risico’s die hij heeft genomen en de reële mogelijkheid dat LMS onder een voorlopige bewindvoerder zou eindigen. “Ofwel leg je je neer bij zo’n situatie, ofwel probeer je de aandeelhouders achter jou te verzamelen en te zorgen voor een oplossing. Het betalen van de vertrekkende partijen en het zoeken naar financiering daarna was heel risicovol. Maar we hebben toen vermeden dat het bedrijf zou stilvallen en achteruitgaan. De komst van de Gimv en van dat Amerikaans bedrijf zijn een keerpunt geworden. We hebben toen een traject aangevat van groei en professionalisering in een visie.”
Bruno Leijnse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier