Innoverende syndicaten ?

Het leven van de bedrijven vloeit steeds sneller, schokkender, internationaler (dat is vermoeiend, maar onvermijdelijk) ; het Belgische sociale overleg kabbelt steeds trager, benepener (dat is vermoeiend, maar vermijdbaar). Karel Vinck van Union Minière (ex- Eternit, ex- Bekaert), sedert kort boekauteur over de weg naar doorbraak, maakt als zoveelste bevoorrechte getuige deze analyse. Hij schaart zich als oud-unitaire ondernemer achter de Belgische decentralisering en het Vlaamse sociale overleg (Vinck citeert voor deze bekering The End of the Nation-State van Kenichi Ohmae). Gisteren congresseerde het VEV over Innoverend Ondernemen. Karel Vinck opende de dag met een geloofsbelijdenis. Eden werden nadien gezworen om in de volgende drie jaar op eigen kracht economische groei te verwezenlijken door meer vindingrijkheid, durf, wereldburgerschap en visie. De DIRV-Bis is gestart.

De vrome voornemens moeten meteen in een hogere versnelling. Innoverend Ondernemen en Innoverend Sociaal Onderhandelen zijn een noodzakelijke januskop. Kan een bedrijf in Vlaanderen voldoende wendbaar, op maat (indien nodig) zijn personeelsaanwervingen, -afdankingen, -vergoedingen, -werktijden afstellen om te beantwoorden aan de eisen van het innoverend ondernemen ? Wat een bedrijf in Vlaanderen al of niet vermag, is maatgevend voor het land. Wie twijfelt, bekijke de nieuwe cijfers over de Vlaamse, Waalse en Brusselse economie, verder in dit nummer.

Mag het loden gewicht van het centralistische syndicale conservatisme blijven ? De Belgische interprofessionele onderhandelingen en evenwichten zijn versleten. We zijn deftige luitjes onder mekaar, dus hardop lachen is hier ongepast. Toch prikkelt de reeks van vermoeide dames en heren op de beeldbuis na wat hier alsnog sociale onderhandelingen heet de lachspieren. Voor schrijvers van slapstick zijn ze inspirerend.

Eind oktober zouden de sociale partners een nieuw interprofessioneel akkoord ’97-’98 dienen af te sluiten. Met als hoofdschotel een overeenkomst over een loonnorm. Niemand is optimistisch. Ook de Belgische verwarring speelt een rol. Wat de ondernemers vragen, zit op federaal niveau, b.v. fiscale maatregelen. Wat de vakbonden willen, is vaak al gedecentraliseerde materie, b.v. arbeidsbemiddeling, bijscholing, kinderoppas.

Het zal, lees de erudiete boeken, jarenlang wel heroïsch geweest zijn, dat sociale onderhandelen volgens het Belgische model. Maar vandaag moet men de waarheid onder ogen zien, de NAR’s, CRB’s en tutti quanti afslanken en de gewichtigdoenerij neersabelen. Wat is nog de rol van een Controlecomité voor Elektriciteit en Gas in een geliberaliseerde energiemarkt ? Ook daar delen de sociale partners de lakens uit. Zoals de antiklerikalen de kerkbedienaars ooit naar de sacristie dreven, weg uit hun allesomvattende maatschappelijke rol, zo moet men de gewijden van het sociale overleg terugdrijven uit alle hoeken van de samenleving waarin zij nestelen, als usurpators. Wat is de legitimiteit van de bonzen ? In nieuwe, avant-garde-bedrijven zakt de syndicaliseringsgraad. Deze voorhoede zet een trend uit. De syndicale machtsbasis krimpt, de syndicale hoogmoed blijft.

Als het Belgische model versleten is, wat is dan het alternatief ? Een klassieke vraag voor een voorzitter van het VEV luidt : “Wanneer ondertekent u Vlaamse CAO’s ?” Over de jaren is het antwoord uitgepuurd tot het simpele woord : nooit. Was deze reactie eerst aarzelend, vandaag klinkt ze eensluidender. De nieuwe ronde van de staatshervorming in 1999 doet het VEV nadenken over de sociale verhoudingen in Vlaanderen. Zullen zij een kopie worden van het Belgische model ? Dus met Vlaamse interprofessionele onderhandelingen en Vlaamse CAO’s of zodoende een opeenstapeling op een opeenstapeling van eisen ?

Het VEV houdt van het Nederlandse sociaal-economische model. In de voorbije uren toonden de Nederlandse vakbonden en de werkgevers van de grafische branche een vooruitstrevende decentralisering van het arbeidsvoorwaardenbeleid. Over beloning, ziekengeld, arbeidstijd en arbeidsduur kan de directie van een bedrijf straks onderhandelen met de ondernemingsraad of rechtstreeks met de werknemers. De grafische sector is klein, 50.000 werknemers in 3500 bedrijven. Andere sectoren en VNO en FNV volgen echter aandachtig deze principiële doorbraak. De onderhandelingen op decentraal niveau zijn prioritair en worden bij conflicten voorgelegd aan een arbitragecommissie. De mantel-CAO zegt uitdrukkelijk dat bijvoorbeeld in een decentrale afspraak “kan worden afgeweken van de jaarlijkse toekenning van de standaardverhoging van de lonen”.

Ruil het dure en overgehiërarchiseerde Belgische model in Vlaanderen in voor dergelijke filosofie. Zij past bij de prioriteiten van het VEV en bij de wens van haar leden. Een VEV-enquête van ’92 onthulde dat 65 % van 500 ondervraagde bedrijfsleiders kozen voor bedrijfsoverleg. Na het debacle dat de Belgische sociale onderhandelaars in de volgende weken wacht, is de “weg naar doorbraak” duidelijk.

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content