INNOVATIE. Meer flirten met de unief

Het zit erin. We kunnen het. We zoeken en vinden in Vlaanderen. Wel moeten de statuten van de onderzoekers soepeler worden. En de overheid is zo gierig als een rat.

Soort zoekt soort, zeker in een spitstechnologisch industriepark als dat van Haasrode. Ingenieur Johan Van Ginderdeuren, marketing manager van International Technology Centre Leuven (ITCL), het 85 man sterke ontwikkelingslabo van Philips, vergelijkt zijn bedrijf met de buren : “LMS-International en Krypton zijn staaltjes van spin-offs van de KU-Leuven. Wij niet. Maar ook wij bouwen sterk voort op de onderzoekswereld hier en op afgezwaaiden van de Leuvense universiteit. Noem ons maar een schoolvoorbeeld van kennisdoorstroming. Het DSP-Valley-initiatief van een aantal bedrijven hier DSP staat voor digital signal processing, de Valley is een knipoog naar het Amerikaanse Silicon Valley is een konkreet verlengstuk van de samenwerking met de campus. Samen vermarkten wij wereldwijd onze technologie. ” ITCL pakt uit met wereldprimeurs in de digitalizatie van de hifi-audioketen. Het is leider in die digitale signaal-processing, een van ‘s werelds sterkst groeiende technologieën. Imec, de KU-Leuven en bedrijven zoals EDC vormen samen met ITCL in de Dijlevallei een netwerk van “co-development”, een belangrijke cluster van DSP-kennis. Een cluster, zoals de Vlaamse regering die graag ziet.

General manager Jos Raets : “Binnen de Philips-groep is het besef gegroeid dat de ideale vestigingsfaktoren voor produktiecentra anders zijn dan deze voor ontwikkelcentra. Die laatste richt je best op nabij de haarden van brains. Leuven is voor Philips alvast een krachtige biotoop, onmisbaar in de eerste levensfaze van een gesofistikeerd produkt. “

LIBERALIZERING.

De overheid mag gerust haar rol op verschillende markten herdenken. Hoe sneller bepaalde monopolies verdwijnen en de konkurrentie wordt opengetrokken, hoe liever ze dat hebben in Haasrode. Innovatie hun artikel is immers een kind van open mededinging. Europa kan zich niet veroorloven te talmen met dat invoeren van meer konkurrentie. Raets : “Wanneer andere grote industrieblokken langere tijd een heel liberale toer opgaan, dan staan ze voor ons klaar met marktklare ontwikkelingen en produkten. Opent Europa dan een grens, dan is de markt voor de eigen initiatiefnemers verloren. Dat gevaar zit er dik in. We hebben tegelijkertijd hier O&O-stimuli nodig. ” Van Ginderdeuren : “De Belgische overheidssteun voor O&O-aktiviteiten moet zo snel mogelijk het peil halen van de handelspartners. Wij hebben weinig eigen multinationals. We dienen het te hebben van “centers of excellence”. Die moeten wereldwijd hun uitmuntendheid kunnen verkopen. Opkomende landen uit het Verre Oosten beginnen overigens ook flink O&O te ondersteunen, met hun bijkomend loonvoordeel. De dreiging van verhuis beperkt zich dus niet tot arbeidsintensieve aktiviteiten. Naast direkte subsidies kunnen fiskale en parafiskale stimuli voor O&O-investeringen of personeel helpen. “

Raets geeft nog een argument om O&O, veeleer dan traditionele, ten dode opgeschreven aktiviteiten krachtig te ondersteunen : “De wereld van onderwijsgebonden onderzoekscentra moet op een goede manier geïntegreerd kunnen worden met innovatie, die plaats vindt in de industrie. Het doel blijft produkten en diensten klaarmaken, die toekomstige behoeften invullen. Het gericht zijn op de marktvraag moet alleszins een belangrijk criterium blijven voor het al dan niet geven van stimuli. Ten tweede : we dienen selektief te blijven en slechts dat te doen, waarin we goed zijn. In de VS werkt de erg natuurlijke verwevenheid van universiteiten, basisonderzoek en bedrijfsleven perfekt. Dit verklaart er mede de recente ekonomische heropleving en het feit dat de Japanners opnieuw schrikken en beven voor hun voornaamste konkurrent. “

ONDERZOEKERSLOOPBAAN.

Er is te weinig doorstroming van onderzoekers van en naar het bedrijfsleven. Raets ziet wat in terugkeergaranties : “Ik begrijp dat sommige vorsers een zekere tijd graag toegepast onderzoek willen doen, dichter bij de markt. Maar ook dat zij na een tijdje naar het fundamenteel onderzoek willen terugkeren, omdat dit meer in hun bloed zit. Zij geraken helaas nooit terug. Dat verhoogt de drempel voor de industrie om deze waardevolle mensen te kunnen aantrekken. Hier moeten we naar veel soepeler statuten, die stages in bedrijven bevorderen. ” Van Ginderdeuren : “Gedurende hun loopbaan zouden onderzoekers tijdelijk de industrie moeten vervoegen. Dat leidt tot meer wederzijds begrip. ” Jos Raets rondt positief af : “Vlaanderen heeft het klimaat waarin innovatieve ideeën zich kunnen ontwikkelen. Maar we meten het imago van een bedrijf nog al te zeer af aan omzet, tewerkstelling en zeker aan een vermindering daarvan. Té weinig aan het feit dat er, zoals hier, hard getimmerd wordt aan de technologische toekomst. De wieg van de cd met al haar afgeleiden staat hier. Permanente intensieve innovatie op die terreinen is nodig om de multimedia te realizeren. Strategisch heeft Vlaanderen een sterke uitgangssituatie. “

BDB

JOS RAETS (ITCL) “Voor innovatie heeft Vlaanderen een sterke uitgangspositie, maar met de overheidssteun hinkt het achterop. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content