INNOVATIE GAAT NIET TSJIK, TSJAK
Verbrugge uit Roeselare is een van de zes of zeven bedrijven in de wereld die de vier essentiële onderdelen van een weefgetouw produceren.
Verbrugge levert voor de helft van zijn 450 miljoen frank omzet aan fabrikanten van getouwen, bijvoorbeeld Picanol en Van de Wiele. De andere helft komt uit de verkoop aan eindgebruikers. Dat zijn wevers die “naakte” getouwen kopen en zelf uitrusten. Een derde van de totale omzet realiseert Verbrugge in lagelonenlanden.
Het vierde generatie-familiebedrijf Verbrugge werd vorig jaar overgenomen door de holding Brant Beheer (zie Trends, 11 maart 1999). “Verbrugge is onze eerste acquisitie in de textielsector,” zegt Jürgen Bresser, gedelegeerd bestuurder van Brant Beheer, een holding die industriële kmo-toeleveranciers overkoepelt.
Behalve Verbrugge zijn er nog een vijf- of zestal andere aanbieders in de wereld: in Frankrijk, Duitsland, Japan, Zwitserland en de VS. Zij zijn – samen met Verbrugge – de enige ondernemingen die alle vier de essentiële onderdelen van een weefgetouw produceren: weeframen (schachten), hevels, lamellen en rieten. Technisch directeur Daniel Blontrock: “Dat we de volledige set aanbieden, geeft onze klanten belangrijke voordelen. Zo leveren we een perfect compatibel geheel. We zijn bovendien erg flexibel, want we bouwen al onze productiemachines zelf.”
“Die knowhow is een fundamentele troef,” weet Jürgen Bresser. “Een getouwenfabrikant is altijd op zoek naar onderdelen waarmee hij nog efficiëntere machines kan bouwen. Het gaat om geleidelijke evoluties, geen revoluties met veelbelovende patenten. Bij Verbrugge zijn vier ingenieurs continu met innovatie bezig.”
“De markt van accessoires voor weefgetouwen is niet bepaald een booming markt,” zegt Bresser. “De marges zijn bescheiden en de technische toetredingsdrempel is hoog. Bovendien moet je investeren in ontwikkelingen die lang niet altijd tot onmiddellijke resultaten leiden. Daardoor maken nieuwkomers weinig kans op slagen.”
Zo stelt Verbrugge tijdens de ITMA-beurs een weefraam voor met liggers in composietmateriaal. “Composietmateriaal maakt het weefraam lichter zodat het sneller de kettingdraden op en neer kan bewegen,” legt Daniel Blontrock uit. “Composiet is bovendien vele malen sterker dan bijvoorbeeld aluminium.” Acht jaar geleden pakte Verbrugge al uit met weefraamliggers in composiet. Toen bleek de vraag nog niet echt dringend. Nu zou dat wel eens anders kunnen zijn.
Een andere innovatie is de “Super Eye”-hevel. Dankzij zijn speciale vorm kunnen er meer exemplaren op eenzelfde oppervlakte. “Een getouw telt gemiddeld zo’n 8000 hevels, verdeeld over meerdere weeframen,” verklaart Daniel Blontrock. “Meer hevels per weefraam betekent dus minder bewegende ramen. Dat leidt tot minder verbruik en minder slijtage en dus stijgt de productiviteit.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier