Ingenieurs op maat

Belgatech is in zes jaar uitgegroeid tot een kmo met 140 werknemers en een omzet van 8,5 miljoen euro. Nu trekt het Brusselse bedrijf naar Frankrijk.

Wanneer bedrijven geen goed zicht hebben op hun toekomst, willen ze meer flexibiliteit en doen ze vaak tijdelijk een beroep op externe consultants voor welomlijnde projecten. Het Brusselse Belgatech stelt voor gemiddeld één à twee jaar consultants ter beschikking van industriële bedrijven, om er projecten rond procesoptimalisatie en onderzoek & ontwikkeling te ondersteunen. “Door de afgenomen vraag tijdens de crisis, focussen bedrijven zich op deze projecten, om binnen enkele jaren met verbetering of vernieuwing te kunnen uitpakken”, verklaart Henri Drouin. De Fransman richtte Belgatech eind 2007 op samen met zijn landgenoot Frédéric Sigel.

“Wij passen ons voortdurend aan de markt aan. De risico’s die onze klanten vermijden, nemen wij op ons door al onze medewerkers vast aan te werven”, vult Sigel aan. Ingenieurs, technici of economen van Belgatech komen hoofdzakelijk terecht in de energiesector, life sciences (zoals farma en biotech) en transport. Oorspronkelijk zette het tweetal vooral in op de automobielsector en de metallurgie, maar door de crisis moesten ze diversifiëren. “Veel van onze consultants zitten niet vast aan een bepaalde sector. Als ze veranderen, kunnen ze best practices uit andere sectoren delen. Onze klanten appreciëren die kruisbestuiving, en ook voor de consultants werkt het verrijkend.”

Niet alleen

Voor ze Belgatech oprichtten, werkten Sigel en Drouin samen bij Alten Benelux, een afdeling van de Franse multinational in de sector. Geen ongebruikelijke carrièrewending, zo blijkt. Ook Veronique Van de Kerckhove, de Vlaams-Brabantse Starter van het Jaar, richtte VeroTech op (33 ingenieurs) na een passage bij Alten. Toen Alten Benelux in 2010 een reorganisatie doorvoerde, begonnen ook andere ex-medewerkers een eigen zaak in de projectsourcing. Zo stond de voormalige directeur van Alten Benelux, Patrice Serange, mee aan de wieg van Nalys, en stichtte David de Brouwer Engibex (25 ingenieurs).

“Ons voordeel tegenover de meeste concurrenten, de grote multinationals, is dat we onafhankelijk zijn. We hebben geen hoofdkwartier dat ons een quota oplegt zoals ’25 procent van de omzet realiseren in de telecomsector’. Dat maakt ons wendbaarder.”

Belgatech gaat op zoek naar ingenieurs zodra er effectief vacatures zijn. “Sommige grote spelers halen ingenieurs binnen die dan weken of maanden zonder werk zitten. Dat vinden we te risicovol en voor de werknemer is het niet stimulerend.”

Tegenover de kleinere spelers haalt Drouin dan weer het voordeel van de schaalgrootte aan: “We hebben de voorbije jaren kunnen specialiseren in verschillende sectoren. Met die brede waaier aan profielen en ervaring kunnen we kort op de bal spelen.” Op termijn hoopt het bedrijf in België naar 300 medewerkers te evolueren, op voorwaarde dat de kwaliteit van het werk er niet op achteruitgaat. “De consultants zijn verdeeld in kleine teams, op mensenmaat.”

Wat heeft een goede consultant nodig? “Hij of zij moet intellectueel én geografisch flexibel zijn”, haalt Frédéric Siegel aan. “Dat betekent dat men zich snel moet kunnen inwerken en veel bijleren, maar ook zichzelf ter discussie moet stellen. Omdat onze klanten over heel België verspreid zitten, mogen ze niet verwachten dat alle opdrachten op tien kilometer van hun deur zijn. Toch proberen we de locaties zo goed mogelijk af te stemmen.”

Knelpuntberoepen

Op het hoofdkwartier van Belgatech in de Brusselse deelgemeente Sint-Pieters-Woluwe werken naast de directie en administratie ook een tiental managers die de teams van consultants aansturen.

Belgatech vindt consultants via sociaalnetwerksites als LinkedIn, Viadeo (Frankrijk) en Xing (Duitsland) en websites als Jobboard, maar minstens even vaak via persoonlijke contacten en spontane sollicitaties. De bedrijfsleiders benadrukken het internationale karakter van Belgatech. “Velen van ons hebben ook in het buitenland gewerkt of gestudeerd.” Van de 125 consultants heeft ongeveer de helft de Belgische nationaliteit.

Vorig jaar opende Belgatech met Fratech een zusterbedrijf in het Franse Villeneuve d’Ascq, bij Rijsel. Het volgende doel is Parijs. “De driehoek Rijsel-Brussel-Parijs kan het begin zijn van een Europees netwerk”, zegt Henri Drouin. “Op die manier kunnen we onze internationale klanten beter begeleiden en interne mobiliteit op gang brengen. Maar eerst willen we ons marktaandeel in België consolideren.”

“De driehoek Rijsel-Brussel-Parijs kan het begin zijn van een Europees netwerk” Henri Drouin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content