In schijfjes
De DVD moest de opvolger worden van de cd en de VHS-cassette. Het heeft niet mogen zijn. We stevenen af op incompatibele standaarden, en dus verschillende schijfjes voor verschillende toepassingen.
Op het eerste gezicht ziet men geen verschil met een audio-cd of een cd-rom : de DVD ( Digital Video Disk of Digital Versatile Disk) is even groot als een klassieke cd en heeft dezelfde kleuren van de regenboog. Maar hij kán veel meer : zijn capaciteit volstaat voor twee uur film, met stereogeluid, beeld op formaat 16/9 en een buitengewoon kwaliteitsniveau terwijl men vandaag twee cd-roms nodig heeft om één film op te slaan. Bovendien kunnen DVD-schijfjes aan microcomputers de capaciteit leveren die ze nodig hebben om volwaardige multimedia-instrumenten te worden. Hun leessnelheid is minstens drie keer hoger dan die van een cd-rom en bewegende beelden zullen niet langer beperkt zijn tot kleine schermpjes.
De grote breuk
DVD mikt dus op de opvolging van alle bestaande cd’s (cd-rom, audio-cd en andere) én van de VHS-cassettes. Twee jaar geleden bestond er een reële hoop dat er snel één enkele industriestandaard zou komen en werd er al druk gespeculeerd over een commerciële lancering. De verschillende initiatieven voor een nieuwe generatie van digitale opslagmedia, ontwikkeld door Philips, Sony, Matsushita en andere grote namen, vonden elkaar in één concept, de DVD. Die eendracht is nu ver zoek. De fabrikanten hebben zich gehergroepeerd en werken aan verschillende schijfjes voor verschillende toepassingen schijfjes die niet compatibel zullen zijn. Nog vóór de DVD op de markt verschenen is, heeft een vorm van chaos haar intrede gedaan.
Neem het voorbeeld van de variant van de DVD die beschreven kan worden interessant voor de informatica-industrie en voor het opnemen van films. Deze zomer hebben Sony, Philips, Hewlett-Packard, Ricoh, Yamaha en Mitsubishi Chemical aangekondigd dat ze hun eigen versie zullen ontwikkelen, de ” Phase-Change ReWritable” of DVD+RW. Het schijfje zal op elke zijde tot 3 gigabyte gegevens kunnen opslaan, terwijl de DVD-Ram waarover met andere fabrikanten ( Hitachi, Toshiba, Matsushita) werd onderhandeld slechts 2,6 gigabyte vermogen heeft.
Huur een schijfje
Bij de video-DVD zien we een vergelijkbaar scenario. In plaats van één enkele standaard, komt er naast de door Toshiba, Warner en andere fabrikanten gevolgde DVD-norm een andere norm, de Divx, ontwikkeld door Thomson Consumer Electronics en Zenith. De onenigheid heeft hier meer te maken met marketing dan met technologie. De Divx is bedoeld om de markt van de verhuur van videocassettes te vervangen. De klant betaalt een bescheiden bedrag (er is sprake van 5 dollar, dus ongeveer 175 frank), en kan de film gedurende 48 uur na het eerste gebruik bekijken. De oorspronkelijke video-DVD is een meer traditioneel concept, duurder maar zonder beperking van de leestijd.
Ook op het vlak van de audio-DVD is de unanimiteit verdwenen. Er zijn dus een heleboel verschillende standaarden op komst, die verwarring zullen scheppen en de penetratie van de DVD op de verschillende toepassingsdomeinen zullen vertragen. Wie een DVD-speler koopt, of een computer met een ingebouwde DVD-lezer, weet niet of zijn toestel compatibel zal zijn met de verschillende varianten die in de maak zijn. Men zal de gebruiksaanwijzing aandachtig moeten lezen. De huidige DVD-rom-spelers, die reeds bij pc’s van het topgamma worden geleverd, kunnen wel traditionele cd-roms lezen, maar herkennen geen Divx-schijfjes. Uiteindelijk zullen we in dezelfde situatie belanden als in de begintijd van de videorecorders, toen de V2000 van Philips en de Betamax van Sony het onderspit moesten delven tegen de VHS-standaard, tot groot verdriet van hun eerste kopers.
Ruzie over royalty’s
Sony en Philips, de vaders van de huidige cd’s, zijn het oneens geraakt over de technologie voor de toekomstige beschrijfbare DVD’s de keuze zal immers gevolgen hebben voor de royalty’s. Sony wil het magnetisch-optische systeem van zijn MiniDisc gebruiken, wat een beduidende verbetering van de capaciteit van de schijfjes zou inhouden.
Voor de video-DVD houden de problemen verband met auteursrechten en de strijd tegen piraatversies. Deze schijfjes moeten gelezen worden door geavanceerde decompressie- en decoderingssystemen, wat de spelers duurder maakt. Een Macrovision-circuit belet dat men een schijfje naar een videocassette kopieert. Het kopiëren naar andere digitale systemen kan gecontroleerd worden door het aantal kopieën te beperken of door te verhinderen dat men ze op hun beurt kopieert. Er staan hier grote belangen op het spel. Zo wordt de intrede van de video-DVD in Europa vertraagd door onenigheid over de auteursrechten op de soundtracks van de films.
Beter beeld en geluid
De verschillende varianten van de DVD zouden ons het nut van dit nieuwe medium kunnen doen vergeten. De beeldkwaliteit van een film op DVD zal beter zijn dan op videocassette. De weergave van de geluidseffecten zal zelfs zo goed zijn als in de bioscoop op voorwaarde dat men over een aangepaste installatie beschikt. Het is natuurlijk niet zeker of particulieren bereid zullen zijn te investeren in een beetje extra kwaliteit. Met de 16/9-schermen is dat niet gebeurd. De hoge-resolutietelevisie heeft evenmin een vloedgolf van belangstelling veroorzaakt. Het laatste medium dat de verbruikers echt heeft overtuigd was de audio-cd, die de vinylplaat volledig heeft verdrongen. Hij had niet alleen grote praktische voordelen (compactheid, betere weerstand tegen slijtage) maar werd ook door heel de industrie gevolgd, in het kielzog van de tandem Philips-Sony.
De vraag zal trouwens afhangen van de verkrijgbare inhoud, die voorlopig pover is. Disney gaat in zee met de video-DVD en zal videodisks volgens deze norm uitbrengen. De DVD is natuurlijk erg interessant voor filmproducenten, vooral omdat ze goedkoper is dan videocassettes. Bovendien kan men op één DVD ondertitelingen en soundtracks in verschillende talen opnemen, zodat hetzelfde schijfje in een heleboel landen verkocht kan worden. De grote producenten (Disney, Warner enzovoort) hebben zich dan ook in theorie ertoe verbonden om in de volgende maanden video-DVD’s (of Divx’s, naargelang van het kamp) uit te brengen.
Dominant tegen het jaar 2000
In afwachting blijven de bureaus voor marktstudie optimistisch. Ondanks de verschillende strategische keuzen zou de DVD tegen het jaar 2000 zijn doorbraak moeten kennen. InfoTech, een in Woodstock, Vermont, gevestigd bureau, verwacht een massamarkt van 7 miljoen DVD-spelers tegen 1999 en van 80 miljoen tegen 2005. De nieuwe schijfjes zullen geïntroduceerd worden bij de microcomputers sommige topmodellen zijn er al mee uitgerust (de DVD-rom is dan ook de minst betwiste standaard). Dankzij deze distributie zou de kostprijs van de spelers moeten dalen, zodat ze betaalbaar worden voor de echte massamarkt, die van de videoschijfjes. Het is een aantrekkelijke hypothese met een solide basis : de groeiende behoefte van de programmamakers aan opslagcapaciteit. Vandaag volstaat een cd-rom voor Windows 95 of Office 97. Maar zal dat over twee jaar ook nog zo zijn ? Het is bovendien duidelijk dat de nieuwe capaciteiten van de DVD erg interessant zullen zijn voor de makers van amusementsprogramma’s, spelletjes en educatieve software.
ROBERT VAN APELDOORN
DVD EN DE TELEVISIE Eerst komt de pc aan de beurt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier