‘Ik zie het internet het papier nog niet verdringen’

Mark Thompson moet The New York Times het digitale tijdperk in loodsen. Maar volgens de CEO is het papier niet ten dode opgeschreven. Hij heeft vertrouwen in de toekomst van de groep.

Sinds hij in november 2012 aan het hoofd van The New York Times kwam, is Mark Thompson belast met de versnelde overgang van de groep naar het digitale tijdperk en haar ontplooiing in de wereld. Onlangs doopte hij International Herald Tribune, de internationale editie van The New York Times, om tot International New York Times. De gewezen BBC-baas was de architect van het succes van de groep, die is uitgegroeid tot een referentie op digitaal gebied.

Het internet bloeit, het papier gaat achteruit. Kunt u zich voorstellen dat The New York Times op een dag niet meer gedrukt wordt?

MARK THOMPSON. “Onze krant is winstgevend en we zijn niet van plan op te houden ze te drukken. Waarom moeten het internet en het papier tegen elkaar worden opgezet? In de Verenigde Staten bekijkt driekwart van de mensen met een abonnement op onze gedrukte krant ook de internetsite. Het digitale ontwikkelt zich, maar het zal het papier niet kapotmaken. Er zullen altijd mensen zijn die graag de krant lezen in haar gedrukte versie. ‘s Morgens kunnen ze de papieren krant thuis lezen, ze kunnen ze mobiel raadplegen op het openbaar vervoer en op hun computer op kantoor, en ‘s avonds terugkeren naar de gedrukte krant. Wij begeleiden de lezer de hele dag door. Er wordt veel gepraat over het verdwijnen van de papieren kranten, maar ik zie daar nog geen bewijzen van.”

U denkt niet dat papier de jonge generatie niet meer interesseert?

THOMPSON. “Normaal zou het lezerspubliek van de papieren krant dan moeten verouderen, maar dat is niet het geval. Gemiddeld zijn die lezers 51 à 52 jaar oud. Op de site is dat 45 à 46 jaar. Jongeren komen inderdaad op onze site terecht, maar abonneren zich niet noodzakelijk. Onze site trekt wel 50 miljoen mensen per maand. Zelfs als slechts een minderheid van hen zich abonneert, dan is dat nog altijd veel volk.”

Hoever reiken uw digitale ambities?

THOMPSON. “We willen het aantal digitale abonnementen wereldwijd opkrikken. We zijn heel tevreden over ons betaalmodel dat we in 2011 hebben ingevoerd. Anderhalf jaar geleden leverde de digitale uitgave ons niets op, nu is ze goed voor 1 miljoen dollar per jaar. En er is nog een fors groeipotentieel, vooral internationaal. Het merk The New York Times staat niet alleen sterk in de VS: 10 procent van onze nieuwe abonnees en 30 procent van de trafiek op onze site komen uit het buitenland.

“Om onze Amerikaanse markt uit te breiden, denken we nieuwe producten uit. Sommige lezers zijn niet bereid 200 dollar te betalen voor toegang tot de volledige site, maar ze kunnen wel geïnteresseerd zijn in goedkopere, thematische formules, bijvoorbeeld in verband met voeding. The New York Times is een referentie in koken en restaurants. We zouden ook abonnementen voor het hele gezin kunnen aanbieden, in plaats van voor een enkele persoon. Of we kunnen partnerships aangaan met andere producenten van inhoud. We kunnen premiumabonnees preferente toegang bieden tot wat we publiceren. We doen veel tests en waken er tegelijk over dat we geen enkele informatiedrager kannibaliseren.”

Is de concurrentie van de gratis sites dan iets wat u verontrust?

THOMPSON. “Die hebben een ander publiek en model dan wij, maar ook wij groeien. Nog nooit hebben we zo veel mensen gehad die betalen voor onze inhoud. We hebben weliswaar gratis concurrenten, maar die investeren niet zoals wij. Onze kwaliteit wordt gedragen door onze journalisten. Op onze redacties werken 1100 mensen, evenveel als tien jaar geleden. We hebben op alles bespaard, behalve op de redacties. We hebben journalisten gerekruteerd in Londen en Hongkong. We werken met 75 correspondenten. Nooit tevoren had onze krant zo veel correspondenten.”

Enkele jaren geleden stond The New York Times er slecht voor. Er moest zelfs een beroep worden gedaan op een miljonair. Gaat het nu beter?

THOMPSON. “The New York Times staat opnieuw sterk. De schulden zijn onder controle, we beschikken over de cash en de kritische massa om onszelf verder te ontwikkelen. Zoals alle kranten zien we een terugval van de papieren advertenties, maar omdat we een wereldwijd publiek bereiken, zullen we kunnen blijven groeien.”

Op welke inkomsten zal de pers in de toekomst uiteindelijk kunnen rekenen?

THOMPSON. “Tot in de jaren negentig maakten de advertenties op papier 90 procent van onze inkomsten uit. Tegenwoordig vertegenwoordigen de inkomsten uit de verkoop al meer dan de helft van onze omzet en de reclame iets minder dan de helft. Maar ik denk wel dat ze een belangrijke inkomstenbron blijft.”

Bij de informatie op het internet wordt almaar vaker een beroep gedaan op video.

THOMPSON. “The New York Times zal voor alles een geschreven medium blijven, zelfs binnen 25 jaar. Maar dat belet niet dat we het aantal video’s in een jaar verdubbeld hebben. We ontwikkelen die voor informatie-items, maar we bieden ook documentaires aan, kwaliteitsvolle kortfilms. Dat heeft een prijs. We zien weliswaar de reclame-inkomsten uit video snel aandikken, maar de economische afweging is niet eenvoudig. We moeten wel blijven produceren om geen reclamekansen mis te lopen.”

Verontrust het u dat Jeff Bezos, de baas van Amazon, The Washington Post koopt?

THOMPSON. “Ik vind het eerder opwindend dan verontrustend. Hij is een van de briljantste ondernemers van zijn generatie. We zullen wel zien wat hij gaat doen. Ik hoop dat hij uitpakt met goede ideeën waarop wij ons kunnen inspireren.”

Zijn overnames een noodzaak?

THOMPSON. “Wij focussen op The New York Times. Overnames kunnen ons vooruit helpen, maar dan zal het vooral gaan om kleine acquisities met een precieze bedoeling. Heel wat mediagroepen vinden dat ze moeten diversifiëren. Ik vind dat onze voornaamste activiteit, The New York Times, echt potentieel heeft en dat we ons moeten toespitsen op alle kansen die we als mediagroep kunnen grijpen.”

De Franse kranten trekken ten strijde tegen Google? En u?

THOMPSON. “Heel wat van onze lezers krijgen toegang tot onze berichtgeving via die zoekrobot. Het is een sterke partner met wie we meer samenwerking dan conflicten hebben. We discussiëren natuurlijk over zaken als het copyright, maar we stellen vooral vast dat Google News niet de enige informatiebron op het internet geworden is.”

The Guardian meldde onlangs dat uw positie aan het hoofd van The New York Times verzwakt is door het schandaal rond de afscheidsvergoedingen van kaderleden van de BBC toen u de organisatie leidde.

THOMPSON. “Ik heb daarover enkele weken geleden uitleg gegeven aan het parlement. Ik heb uitgelegd dat de afscheidsvergoedingen van de kaderleden deel uitmaakten van een uitgebreid kostenverlagingsplan bij de BBC. Die mensen hadden een contract. Maar ik ben de agressiviteit van de Engelse pers wel gewoon, ik kan het me niet anders voorstellen.”

FABIENNE SCHMITT, NICOLAS BARRÉ EN DAVID BARROUX, LES ECHOS

“The New York Times zal voor alles een geschreven medium blijven, zelfs binnen 25 jaar”

“We stellen vooral vast dat Google News niet de enige informatiebron op het web geworden is”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content