‘Ik vind zelfs geen gas als het voor mijn voeten stroomt’

Howard Gutman neemt volgende week afscheid als ambassadeur van de Verenigde Staten in ons land. Voortaan is hij actief in het zakenleven. “Ik ben een problem solver. Het voelt goed het verschil te maken.”

Geen enkele Amerikaanse ambassadeur heeft zo vaak zijn affectie voor ons land uitgeschreeuwd als Howard Gutman. In de media en in toespraken liet hij daarvoor geen gelegenheid onbenut. Gutman vond het ook zijn plicht de oneffenheden in de relatie tussen de Verenigde Staten en België glad te strijken. Zijn laatste maanden als ambassadeur had hij zich ongetwijfeld anders voorgesteld, na de aantijging dat hij in het Brusselse Warandepark, tegenover zijn residentie, contact zou hebben gezocht met prostituees. Hoewel die zaak hem duidelijk nog altijd zwaar valt, is Gutman zijn beminnelijke zelf. Zijn luide, distinctieve stem klatert door de kantoren in het Amerikaanse ambassadecomplex. De dag daarna wordt in het gebouw de Amerikaanse nationale feestdag gevierd met 2500 genodigden. “Ik haat het afscheid te moeten nemen van zo veel mensen”, zegt Gutman. Na zijn afscheid als diplomaat zoekt de voormalige topadvocaat zijn weg in het zakenleven. Dat hij een zitje krijgt in de raad van bestuur van het Belgische gastankerbedrijf Exmar, is daarvan slechts het begin.

Hoe concreet zijn uw toekomstplannen?

HOWARD GUTMAN. “Ik praat met een dozijn bedrijven, ofwel voor een zitje in de raad van bestuur, ofwel voor een baan als consultant. Naast het bestuursmandaat bij Exmar is er al een akkoord voor twee andere bestuurszitjes. Daarnaast sta ik op het punt een consultancyakkoord te ondertekenen met een groot Vlaams bedrijf. Washington wordt mijn thuisbasis. Ik schat dat ik per maand gemiddeld twee weken in de Verenigde Staten vertoef en een week in België. De rest van de tijd gaat op aan reizen.”

Welke zijn die andere bedrijven?

GUTMAN. “Vooral multinationals — Belgische bedrijven met belangen in de Verenigde Staten en Europese bedrijven met belangen buiten Europa. Bij die Belgische ondernemingen zijn er die zeer gediversifieerde activiteiten hebben, van financiën tot energie. De meeste willen groeien in de Verenigde Staten, het Midden-Oosten of Rusland. Preciezer kan ik nu niet zijn.”

Tijdens de jongste economische zending met kroonprins Filip langs de Amerikaanse westkust leek u verrast dat u niet meteen meer aanbiedingen kreeg.

GUTMAN. “Toch niet. Het tegendeel is veeleer waar. Alleen ben ik niet geïnteresseerd in functies waarbij ik jaarlijks alleen maar op vier vergaderingen wordt verwacht. Zulke fin-de-carrièredingen wil ik niet doen. Ik wil meewerken aan deals, business aanbrengen en zaken verwezenlijken. Zelfs bij Exmar verwacht ik snel consulting te doen. Ik kies dus aanbiedingen met een win-winwaarde, bedrijven waarvan ik weet wat ze nodig hebben en waar ik de beste persoon ben om dat mee te helpen bereiken.”

U hebt te veel energie om zomaar in een raad van bestuur te zitten?

GUTMAN. “Correct. Ik ben niet op zoek naar kansen om vier keer per jaar champagne te drinken. Niet dat ik niet graag eens champagne of een biertje drink, maar ik wil liever actief zijn, in farma, defensie, gas of distributie. Om het even wat.”

En wat zit er nog in uw pijplijn?

GUTMAN. “Er is altijd een kleine kans dat ik weer als advocaat aan de slag ga bij mijn vroegere firma en weer veel geld ga verdienen, want dat heb ik toch wat gemist. Vergeet niet dat ik een salarisverlaging van 94 procent heb moeten slikken toen ik ambassadeur werd. Maar momenteel is het plan veeleer deeltijds advies te verlenen aan enkele advocatenkantoren, zonder zelf te pleiten. Daarnaast zoek ik drie à vier grote projecten in de energiesector. Ik heb een vrij goede kennis van bepaalde regio’s en heb goede contacten met Rusland, het Midden-Oosten, Europa en Amerika.

“Er zijn veel geopolitieke issues. Velen doen het geogedeelte — wat niet mijn ding is, ik zou zelfs geen gas vinden als het voor mijn voeten stroomt — maar ik houd me bezig met het politieke aspect. Zo begrijp ik het belang van schaliegas en -olie, en van politieke zaken in Turkije, Cyprus en Israël. Daar wil ik vooral aan werken.”

Ziet u zichzelf in het een of ander managementcomité functioneren?

GUTMAN. “Verscheidene bedrijven hebben me gebeld om te zeggen dat ze een nieuwe CEO hadden en mij als de nummer twee wilden. Maar ik wil niet elke dag aan de slag gaan voor één bedrijf of product. Tenzij het heel uitzonderlijk zou zijn, zoals baas van Disney of van de Wereldbeker Voetbal worden.”

Wat is dan uw sterkste punt? Lobbyen?

GUTMAN. “Dat nog het minste van alles. Ik ben een problem solver, al dertig jaar. Ook als ambassadeur, want ik vertegenwoordigde een land dat hier een populariteitsprobleem had. Ik heb geholpen om bruggen te bouwen tussen België en de Verenigde Staten.”

België verkopen aan Amerikaanse bedrijven moet een enorme opgave zijn?

GUTMAN. “Zeker niet. België heeft massa’s dingen te bieden in de juiste domeinen. Het moet zich alleen focussen op zijn sterktes. Vooral de start-ups en kmo’s in biotechnologie en technologie vormen hier een enorme kracht.”

U strooit graag met complimentjes over België en de Belgen, maar u kent ongetwijfeld de problemen van onze economie?

GUTMAN. “Jullie zware industrie zal het lastig krijgen, nu energie hier vier keer meer kost dan in de Verenigde Staten. Dat geldt trouwens voor heel Europa. Maar dat maakt een sterke case voor schaliegas in Europa. Polen en Oekraïne beginnen er al mee. Er zit ook veel schaliegas in Frankrijk en mogelijk een beetje in België. Jullie moeten natuurlijk ook gaan voor een slimme energiepolitiek. Voor Vlaanderen denk ik dan aan biomassa en windenergie.”

Denkt u oprecht dat schaliegas een kans maakt in Europa?

GUTMAN. “Ja. In de Verenigde Staten leidt het tot een revival van de industrie. We hebben bewezen dat we het op een veilige manier kunnen doen. Dat is een belangrijk issue voor heel de wereld, en ik wil daar deel van uitmaken.”

Maar de kosten voor fracking, het procedé om schaliegas te winnen, zijn hoger in Europa. Er is nog geen bewijs dat het hier succesvol kan zijn.

GUTMAN. “Omdat hier wordt gestart met een negatieve instelling. We moeten het gewoon testen. Gas kost in Houston een stuk minder dan 4 dollar per miljoen British thermal units (mmbtu, de eenheid van energie die vooral in de Verenigde Staten wordt gebruikt, nvdr. ). Hier is dat 14 dollar en in Japan 17 dollar. Dat model moet veranderen.”

Is Europees schaliegas dan geen slecht nieuws voor Exmar, dat rekent op business uit het transport van gas uit de Verenigde Staten?

GUTMAN. “Exmar heeft overal ter wereld gasprojecten. Hoe meer gas, hoe beter voor Exmar. Het hoeft zich geen zorgen te maken.”

Wat is u het meest opgevallen over onze economie tijdens uw verblijf in België?

GUTMAN. “Iedereen spreekt over de loonkosten, maar er wordt onvoldoende onderscheid gemaakt. Er is inderdaad een probleem voor ongeschoolde arbeid. Ik herinner me mijn eerste baan als bordenwasser in een restaurant. Ik was zestien en mijn vader was overleden. Dat soort banen kost hier drie keer meer dan in de VS: 7 à 10 dollar per uur tegenover 30 dollar in België. Maar voor burgerlijk ingenieurs of biotechonderzoekers is er geen probleem. Ik ken hier trouwens veel mensen van wie de kinderen voor ingenieur studeren. Dat is goed nieuws.

“België lijkt als kenniscentrum steeds meer op Boston of Silicon Valley. Op de jongste prinselijke handelsmissie naar Californië waren heel wat Belgische IT-bedrijven. Zelfs op de luchtvaartbeurs in Le Bourget waren er 66 Belgische bedrijven, vele zijn actief in nieuwe materialen. Als nu nog de financiering op peil is, kan België boomen.”

U voorspelt dus wel dat België zijn traditionele industrie zal zien verdwijnen?

GUTMAN. “Het wordt een evolutie, geen revolutie. Banen die verloren gaan in de productie, kunnen zich verplaatsen naar onderzoek en ontwikkeling en logistiek. Daarvoor is er geen betere plaats dan hier. Veel Belgische fabrieken hebben het arbeidsprobleem trouwens al geregeld. Die zijn meer geautomatiseerd dan om het even waar. Zo bezocht ik een speculaasfabriek, en ik zag er twee mensen aan de machine staan. De een drukte op de knop vooraan, en de ander at een koekje aan het einde. De rest was voor robots.”

Een aantal multinationals wil België verlaten, bleek uit een studie van Ernst & Young.

GUTMAN. “Als arbeid tot vijf keer goedkoper is in Roemenië, ga je die banen niet houden. Puur op arbeidskosten kan België niet concurreren. Maar design, technologie, biotechnologie en farma staan hier nog altijd enorm sterk. Ik ben er zeker van dat als we een middel tegen alzheimer vinden, dat door een partnerschap van Belgische en Amerikaanse wetenschappers zal zijn. Of neem het onderzoek naar nieuwe composietmaterialen om vliegtuigen lichter te maken, zodat de brandstofkosten dalen. Wie maakt die dingen mee lichter? Belgen.”

Wat Amerikaanse bedrijven willen van onze overheden, is stabiliteit en voorspelbaarheid van bestuur en belastingvoordelen. Daar schort wel het een en ander aan.

GUTMAN. “Als je spreekt over politieke en economische onzekerheid, neem je dan België of de Verenigde Staten als voorbeeld, of een van de vele landen waar chaos in de straten heerst en er onzekerheid over de democratie is? De media in België en de Verenigde Staten zullen altijd kritisch zijn en zeggen dat het beter kan. Maar de enige plaatsen waar er meteen eensgezindheid is over belastingmaatregelen, zijn die waar mensen hun stem niet vrij kunnen laten horen.”

Vergelijk Belgische bedrijven eens met Amerikaanse?

GUTMAN. “Er zijn veel verschillen. Als je een bedrijf ziet met de naam van een persoon, is het allicht Belgisch. Vaak is het een familiebedrijf, dat schuldenvrij is, nooit naar de beurs wilde trekken, maar in zijn sector wel een topspeler is. Zoiets heb je niet in de Verenigde Staten, waar een startend bedrijf het eerste jaar 100 miljoen dollar verliest, het tweede jaar 50 miljoen en het derde jaar 25 miljoen, maar dan wel naar de beurs trekt omdat het erin is geslaagd elk jaar het verlies te halveren. Dat is niet de Belgische manier.”

Maar hier hebben we nauwelijks durfkapitaal.

GUTMAN. “Inderdaad. Jullie hebben hier in feite lang twee VC’s (risicokapitaalverschaffers, nvdr. ) gehad: Kris Peeters en Rudy Demotte. In de Verenigde Staten hebben we wel de mechanismen voor financiering die bedrijven naar het volgende niveau kunnen brengen. Steeds meer Belgen zien dat ook en trekken daarom naar Silicon Valley. Maar België zal zich die cultuur van financiering wel eigen maken.”

Hebt u nooit spijt gehad van uw functie als ambassadeur?

GUTMAN. “Ik had als topadvocaat vier jaar lang veel geld kunnen blijven opstrijken. Dus je kun je indenken wat me dat heeft gekost (grijnst). Maar ik had nog nooit de kans gehad om het verschil te maken. En het voelt goed het verschil te maken.”

BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH

“België lijkt als kenniscentrum steeds meer op Boston of Silicon Valley”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content