“Ik ben erg bezorgd”
Muziek verzacht de zeden. Zeker als je zelf jarenlang achter de lessenaar zat bij de Gingelomse Harmonie Sint-Caecilia met een tenorsaxofoon aan de lippen. Dat is misschien waarom Valère Croes iets heeft van een warme, ja, vaderlijke figuur. De voorzitter van de raad van bestuur van Sabena noemt de crisis bij de zieltogende Belgische flag carrier “een van de zwaarste dossiers uit mijn loopbaan. Ik ben erg bezorgd.”
Als zo’n uitspraak uit de mond van de 66-jarige Limburger vloeit, wil dat wat zeggen. Want Valère Croes, die in 1934 in Alken het levenslicht zag, werd twee jaar geleden door De Financieel-Economische Tijd officieus gekroond tot kampioen van de – echte of vermeende – onafhankelijke bestuursmandaten. Slechts een greep uit het aanbod: CIB, Fortis België en Fortis Nederland, Generale Maatschappij, Tractebel, Electrabel, Tessenderlo Chemie, en Sabena’s regionale dochter DAT.
In een vroeger leven kon Croes zich bovendien uitleven bij ASLK, Asturienne, Auxifina, AGF België, De Medische, Metropolitan Bank, Delta Lloyd Levensverzekering, Tiense Bank en Afidif.
Die vele mandaten zeggen iets over de bekwaamheid van Valère Croes, die door niemand in vraag wordt gesteld. Na licenties wiskunde en actuariële wetenschappen aan de KU Leuven, deed de inwoner van Gingelom vanaf 1958 zijn eerste werkervaring op bij het studiebureau CECE en later bij verzekeraar Nationale Nederlanden. Maar vanaf 1963 ging hij als actuaris aan de slag bij concurrent AG, het bedrijf dat de rest van zijn loopbaan zou tekenen. In 1968 werd hij lid van de directie, in 1985 algemeen directeur.
Een Vlaming – laat staan een Limburger – die het maakte in de Franstalige Brusselse salons, was in de jaren zestig geen voor de hand liggende zaak. De no nonsense-aanpak en werklust deden Valère Croes doorbreken. Weliswaar in de schaduw van toenmalig AG-opperhoofd Maurice Lippens. In de loop der jaren ontpopte Croes zich tot de eerste luitenant van de graaf uit Knokke le Zoute. Lippens: “Noem hem een vriend, bijna een broer. Het vertrouwen tussen ons is totaal geworden.” Het duo lag in 1990 mee aan de basis van Fortis, de eerste transnationale fusie – tussen AG en het Nederlandse Amev – in de Europese financiële sector. “Samen met twee Nederlandse collega’s hebben wij Fortis gesticht,” beaamt Valère Croes. “Ik heb nooit problemen gehad met het feit dat ik in de schaduw van Maurice Lippens opereerde. Wij hadden een zeer goede en ongeschreven werkverdeling.” Croes bleef tot in december 1996 ondervoorzitter en chief executive officer van Fortis. Tussendoor hielp hij in 1993 mee de ASLK te privatiseren.
Zijn werk in de voorbije decennia maakt dat Croes gepokt en gemazeld is binnen het ‘Belgische’ systeem, waarbij de controle-aandeelhouder alle beslissingen neemt. Via de vele mandaten in uiteenlopende bedrijven vervulde Croes een brugfunctie tussen Fortis – waar Suez Lyonnaise des Eaux toen voor 20% in participeerde – en de andere bedrijven uit de invloedssfeer van de Franse groep. Die rol kwam extra in het voetlicht bij de omstreden aftocht van Philippe Bodson als Tractebel-voorman.
Ook in zijn functie als voorzitter van de raad van bestuur van Sabena kwamen bij Croes de spelregels van het Belgische systeem aan de oppervlakte. Een criticus wijst erop dat de facto SAirGroup de beslissingen nam. De raad van bestuur vervulde zijn rol niet naar behoren. Ondanks de bestaande wetgeving in verband met belangenconflicten was de raad niet meer dan een nutteloos orgaan tussen het management en de aandeelhouders. In de audit van het Amerikaanse IPSC werd de rol van alle partijen – directie, raad van bestuur én vakbonden – bekritiseerd. De raad van bestuur legde het management te moeilijk haalbare budgetrealisaties op.
Croes benadrukt dat de doorlichters zelfs niet de moeite namen om contact met hem op te nemen. “De kritiek is onverantwoord en niet bewezen. SAirGroup was ten gevolge van de akkoorden van 1995 met de Belgische staat de virtuele meerderheidsaandeelhouder. SAirGroup is daarenboven de industriële partner van Sabena. In die omstandigheden heeft Sabena zich aangesloten bij de strategie van de Zwitsers. De vlootvernieuwing moet daarbij worden gezien in de context van einde 1997, toen die beslissing genomen werd en unaniem goed onthaald.” Valère Croes heeft wél kritiek op de samenwerkingsakkoorden met Virgin en CityBird.
Maar Croes heeft nooit veel zin gehad om met de vuisten op tafel te slaan tegenover de Zwitsers. “De raad van bestuur bij Sabena bestaat uit zes Belgen, aangesteld door de Belgische regering, en vijf Zwitsers. Van die vijf zijn er drie ook directielid van SAirGroup.”
De voorzitter van Sabena meent dat de Belgische flag carrier zonder partner geen toekomst heeft in de luchtvaartsector. Swissair is sinds 1995 bezig met de overname van Sabena. De Belgische overheid trekt zich geleidelijk terug uit de carrier. Sabena is misschien de eerste nationale luchtvaartmaatschappij die in een groter geheel opgaat, maar zeker niet de laatste. Croes twijfelt zelfs of Swissair en Sabena samen groot genoeg zijn.
Toch blijft Valère Croes overtuigd van een goede afloop in het vraagstuk Sabena. Zijn uitspraak op donderdag 8 februari dat een akkoord tussen de vakbonden en directie voor 90% rond was, getuigt van dat (te beate?) optimisme. Op dat moment lag er voor maximaal de helft van de beoogde 2,2 miljard aan sociale maatregelen op tafel. Bovendien zal het verlies voor het boekjaar 2000 waarschijnlijk 10 miljard overstijgen, ruim 2 miljard meer dan tot nu toe werd aangenomen.
Luc Huysmans/Wolfgang Riepl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier