IG Metall plooit voor recessie
De Duitse vakbond IG Metall zet vaak de toon in het Europese loonoverleg. Het is daarom een belangrijke vaststelling dat de bond zijn oorspronkelijke eis om forse loonsverhogingen liet varen en zich schikte naar de economische realiteit. Dat maakt de baan vrij voor verdere renteverlagingen door de ECB.
Afgelopen zomer hielden hoge olieprijzen en de vrees voor inflatie de financiële markten nog in hun ban. Het economische plaatje is sindsdien danig veranderd. De activiteitsdata gingen in zowat de hele industriële wereld in vrije val en de Amerikaanse kredietproblemen leidden in september tot de ergste financiële crisis in de naoorlogse geschiedenis. Het inflatiespook heeft de voorbije weken plaats moeten maken voor deflatievrees.
Niettemin werd in Europa de voorbije weken uitgekeken naar het loonakkoord in de Duitse metaalsector. Het Duitse IG-Metall was in het verleden een belangrijke voorloper voor de loononderhandelingen elders in Europa. Na jaren van loonmatiging eiste IG-Metall eerder dit jaar voor zijn 3,5 miljoen leden een loonsverhoging van 8 procent. Dat is de hoogste eis van de voorbije tien jaar. De Duitse metaalvakbond zag zijn kans schoon om tegen de achtergrond van de bijzonder krappe Duitse arbeidsmarkt compensatie te eisen voor de oplopende inflatie. In het verleden haalde IG-Metall uiteindelijk maar tussen de 40 en 60 procent van zijn looneisen binnen en historische data suggereren bovendien dat akkoorden ook niet evenredig in effectieve loonstijgingen worden vertaald.
Mogelijke buitensporige looneisen zorgden in Frankfurt voor heel wat nervositeit. Ondanks de economische onzekerheid verhoogde de Europese Centrale Bank de beleidsrente in juni nog als schot voor de boeg. De strijdvaardigheid van de Duitse metaalvakbond werd de voorbije weken echter onderuitgehaald door de harde economische realiteit. De scherpe terugval van de orders dwong een aantal Duitse bedrijven uit de verwerkende nijverheid al tijdelijk de productie stil te leggen. Het stakingsdreigement van IG-Metall maakte daardoor nog weinig indruk.
Vorige week werd uiteindelijk een akkoord gesloten voor de komende 18 maanden, waarbij bovenop een eenmalige bonus (510 euro in november) de lonen in februari worden verhoogd met 2,1 procent en daarna in mei opnieuw met 2,1 procent De tweede stap is echter voorwaardelijk en kan met zeven maanden worden uitgesteld. Op jaarbasis betekent dat een loonstijging van 4 procent voor dit jaar en 2,9 procent volgend jaar, of zelfs 1,6 procent indien het tweede deel van het akkoord wordt uitgesteld. De ECB veranderde al voor het loonakkoord het geweer van schouder (twee renteverlagingen van 50 basispunten in vier weken tijd) en het IG-Metall akkoord neemt de laatste drempel weg voor verdere forse renteverlagingen. (T)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier