IEDER ZIJN WETJE, IEDER ZIJN ZEGJE
U hebt bouwplannen met uw bedrijf? Reken op vijf tot tien jaar en een pak grijze haren voor u er kunt aan beginnen. Want uw plannen moeten eerst langs tal van administraties die ieder hun eigen richtlijnen en hun eigen interpretaties volgen. Veel succes!
Batibouw zal het weer bewijzen. De Vlaming is geboren met een baksteen in zijn maag. Bouwen is zijn ultieme droom. Maar die droom wordt almaar moeilijker te verwezenlijken. Minister van Ruimtelijke Ordening Philippe Muyters kan er van meespreken. “Tijdens al mijn bedrijfsbezoeken krijg ik vragen over bouwvergunningen”, zegt de N-VA’er. “Ik kende uit mijn Voka-verleden het probleem, maar ik wist niet dat het zo scherp is.”
Muyters weet dat veel ondernemingen bouwplannen hebben. “De hoop op het einde van deze crisis groeit. Er liggen middelen klaar om in de economie te pompen. Op zo’n moment moet een overheid een duidelijk regelgevend kader bieden. Het mag geen vijf of tien jaar duren voor de werken kunnen starten.”
Het Vlaamse regeerakkoord pleit voor de invoering van een ‘redelijke termijn’ in de bouwvergunningsprocedure. De regering laat zich voor de bijsturing begeleiden door een commissie van experts, geleid door de Antwerpse gouverneur Cathy Berx. Ook de parlementaire commissie ‘Versnelling maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten’ buigt zich over het probleem. Op 26 februari verwacht Muyters de aanbevelingen van beide commissies. Muyters: “Ik sta open voor alle oplossingen. Vlaanderen is geen voorbeeld in ruimtelijke ordening. Er is nood aan een bijsturing van het beleid.”
Vast in eigen regels
Een van de leden van de parlementscommissie is volksvertegenwoordiger Dirk De Kort (CD&V), ook burgemeester van Brasschaat. “Vlaanderen rijdt zich vast in zijn regelgeving”, zegt hij. “Van kleine infrastructuurwerken zoals fietspaden tot de Lange Wapper, het duurt soms tien tot twaalf jaar voor je met de bouw kan beginnen. De complexe regels en de houding van de ambtenarij maken dat Vlaanderen in volle crisis niet snel en efficiënt kan reageren met investeringen.”
Karel Vervoort, die ruimtelijke ordening opvolgt bij Voka-Vlaams Economisch Verbond, stelt nochtans een momentum vast. “De Vlaamse overheid erkent zelf dat ze faalt als vergunningsverlener. Politici zijn bereid tot een grondig gewetensonderzoek. Eindelijk.”
En je moet geen betonboer of projectontwikkelaar zijn om voor snellere procedures te pleiten. Ook de overheden stuiten op allerlei regels. Johan Vande Lanotte (sp.a) laakt de “betuttelende houding” van hogere overheden tegenover lokale besturen. “Het gebeurt meer dan eens dat de Vlaamse of de provinciale overheid de aanleg van een door de gemeente vergund fietspad blokkeert. Dat is onzin. Gemeentes weten echt wel waar ze mee bezig zijn.”
Xavier Buijs, stafmedewerker ruimtelijke ordening en huisvesting van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten: “De Vlaamse overheid wantrouwt de gemeenten fundamenteel in de ruimtelijke planning. Op elke slak wordt zout gelegd. Voor elke futiliteit zijn er regeltjes. Tien jaar geleden werd al gezegd dat het zo niet langer kon. Toch stijgt het aantal regels zienderogen.”
Buijs stelt met genoegen vast dat onder de vorige Vlaamse regering een sense of urgency ontstond. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, die sinds september 2009 van kracht is, pakte een aantal knelpunten aan. Zo moet de gemeente binnen de 75 dagen (soms 105) na de vergunningsaanvraag een standpunt innemen. Stilzwijgen geldt als een weigering. De aanvrager kan zo sneller in beroep kan gaan.
Buijs: “Het is nog te vroeg om te weten of de Codex zoden aan de dijk zet.” Volgens hem zit de knoop niet in de procedure. “Daar valt weinig tijdswinst te halen. Het informele circuit veroorzaakt de meeste problemen. Zeker voor grotere projecten heeft het weinig zin om je vergunningsaanvraag zomaar bij de gemeente binnen te gooien in de hoop dat het wel in orde komt. Het is efficiënter om op voorhand de knelpunten op te lossen in samenspraak met de administratie. Dat proces kan lang duren, soms veel te lang.”
Een ervaringsdeskundige is professor Koen De Backer, beheerder van de KULeuven. “In heel wat bouwdossiers lopen de gesprekken met de Vlaamse administratie vlot, tot er plots een andere ambtenaar verschijnt, die het geweer van schouder verandert. Onze architecten kunnen dan helemaal opnieuw beginnen. Het ontbreekt in het voortraject dikwijls aan transparantie. Soms is er ook een houding van ‘kom maar met je voorstel en je zal wel zien of we akkoord gaan’. Dat is niet ernstig.”
Ieder doet zijn goesting
Rusthuisbeheerder Kurt Stabel, ook ondervoorzitter van de Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg (FOS), kent het probleem. Het stoort hem dat ambtenaren eigen regels hanteren die nergens in een gewestplan of een ruimtelijk uitrustingsplan staan. “Met de standaardzin ‘past niet in de goede ruimtelijke ordening van de omgeving’ wijzen ambtenaren bouwvergunningen af in zones waar een project juridisch gezien perfect kan. Persoonlijke voorkeuren worden verheven tot noodzakelijke vereisten. En als de ambtenaar met pensioen gaat, kun je terug naar af. Meer dan eens gebeurt het dat een strategische medebeslisser ons naar een bepaalde architect leidt. Die raad kun je maar beter opvolgen, want anders steekt die later spaken in de wielen. Dat zet de deur open voor misbruiken.”
In principe kun je met een klacht naar de Raad van State trekken. Maar bij gebrek aan een schriftelijk bewijs is dat moeilijk. Stabel: “Milieuvergunningen zijn ook moeilijk te verkrijgen, maar dat is gewone kommaneukerij, waar je uiteindelijk wel een uitweg in vindt. Met bouwvergunningen doet iedereen gewoon zijn goesting. Daarom is een verslag van het voortraject meer dan noodzakelijk.”
Minister Muyters erkent: “Het moet mogelijk zijn om voorafgaande afspraken te maken met de Vlaamse administratie. Het gaat niet op dat een ambtenaar aan tafel zijn akkoord geeft om later in beroep te gaan. De administratie kan uiteraard enkel werken binnen de wettelijke grenzen. Het is niet de bedoeling de teugels te vieren. Wel verwacht ik van de administratie minder bevoogding. Ze doet me soms denken aan een al te ijverige politieagent die tot in het absurde boetes uitdeelt.”
Iedereen zijn richtlijn
Marc Dillen van de Vlaamse Confederatie Bouw is verheugd dat de Vlaamse regering de termijnen structureel wil verkorten. De grootste problemen doen zich trouwens niet voor bij de bouwvergunning zelf, maar op tientallen andere domeinen. “De oplossing is niet eenvoudig”, zegt hij. “Inspraakprocedures, planningsprocessen, milieueffectenrapporteringen, bodemsanering, Europese regels zoals de habitat- en de vogelbescher-mingrichtlijn… Het is niet eenvoudig om dat allemaal in een decreet te gieten. Hoe is het zover kunnen komen? Niemand heeft ooit op een dag beslist dat de vergunningsprocedure trager moest. Het was een proces van jaren. De Europese vogelrichtlijn gaat bijvoorbeeld terug tot 1979. De consequenties worden nu pas duidelijk. In bouwrecht is Vlaanderen uitgegroeid tot Absurdistan. Het komt er nu op aan een lijn te trekken.”
Een nieuwe trend zijn erfgoedregels. Dillen: “Wie in Vlaanderen een spade in de grond steekt, heeft een kans op de twee om een archeologische vondst te doen. Er wordt ook veel geschipperd met de interpretatie van wat ‘waardevol’ is. Waarom is er geen lijst met waardevolle gebouwen, in plaats van een advies geval per geval? Als je lang genoeg wacht, wordt elk gebouw ooit wel historisch waardevol.”
De KU Leuven kruist hierover regelmatig de degens met de Vlaamse administratie. De universiteit wilde in 2008 een gebouw van de farmaceutische wetenschappen een nieuwe bestemming geven. De Vlaamse administratie besliste niet alleen het gebouw, maar ook de oude laboratoria te beschermen. “Er bijvoorbeeld een studentencomplex van maken, is nu goed als onmogelijk”, zegt algemeen beheerder Koen Debackere. “De unief is trots op haar patrimonium, we verdedigen het met hand en tand. We stellen echter steeds meer vast dat Monumenten en Landschappen niet alleen het gebouw, maar ook de functie ervan wil beschermen. Die extra regels, dikwijls gebaseerd op individuele inzichten, zijn er te veel aan.”
Johan Vande Lanotte, medeauteur van een handboek over administratief recht, schetst een oplossing. Er moet een einde komen aan de wirwar van instanties die een bindend en vaak tegenstrijdig advies geven. “Iedereen doet zijn zeg en niemand neemt een beslissing”, weet de voorzitter van voorzitter van Electrawinds en Plassendale, dat in Oostende een industrieterreinen ontwikkelt. “Als particulier of onderneming weet je het op den duur niet meer. Er is ook geen mechanisme om een beslissing te forceren. Ik pleit voor de invoering van een permis unique.”
In het Waals Gewest bestaat dat voor al projecten waarvoor een stedenbouwkundig attest en een milieuvergunning vereist zijn. In dat geval volstaat een enkelvoudige vergunning van het college van burgemeester en schepenen om administratief in orde te zijn. Voka en de chemiefederatie essencia pleiten er in een gezamenlijk document voor om de procedures voor het milieu-effectenrapport en de bouwvergunning gezamenlijk te kunnen opstarten. “Dat betekent een tijdswinst van vijf maanden”, weet Philippe Cornille van essencia Vlaanderen. Ze vragen ook een uniek aanspreekpunt bij de overheid, dat (zoals in Duitsland) de andere administraties moet aansturen.
Procedurefouten voeden nimby
Volgens Marc Dillen is meer nodig dan een wetgevend initiatief. Ook kwalitatief scheelt er een en ander. “Er gebeuren nogal wat procedurefouten. Dit voedt het not in my backyard-syndroom. Het geeft een actiegroep wapens om een vergunning te laten vernietigen.”
Debackere: “Een inefficiënte overheid leidt dus niet dus alleen tot traagheid. Iedereen die zich een belanghebbende noemt, kan zijn privégrieven botvieren op miljoenenprojecten die noodzakelijk zijn voor de gemeenschap.”
Een en ander maakt minister Muyters erg voorzichtig. “Het project Prana Resort in Limburg is daar een mooi voorbeeld van”, zegt hij. “De regelgeving is zo strikt dat we niet kunnen vergunnen. Als ik dat wel zou doen, maak ik een procedurefout. Een opponent zou met veel kans op slagen naar de Raad van State kunnen stappen. Nu kan ik vaak niet anders dan dossiers afwijzen, wat leidt tot krankzinnige toestanden. Een vernietiging van de bouwvergunning kost de bouwheer nog meer geld, omdat hij dan de werken moet afbreken.”
Een ander geliefkoosd doel van actiegroepen zijn biobrandstofinstallaties. De voorbije jaren zagen tientallen landbouwers hun aanvraag voor een vergistingsinstallatie geweigerd na verzet van de buurt. Bert Bohnen van het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking: “De installaties kunnen perfect afgeschermd worden. Er is dan geen enkele geurhinder. Toch kan een enkele compleet irrationele persoon de hele buurt alarmeren. Veel gemeentebesturen gaan dan overstag uit electorale overwegingen. Een actiegroep telt nu eenmaal meer potentiële kiezers dan een boerderij.”
Muyters zoekt een oplossing ad hoc om enkele dossiers te deblokkeren. Met de Codex Ruimtelijke Ordening kan het Vlaams Parlement een gewestplan wijzigen zonder zware procedures. “Ik hoop dat binnen twee maanden te laten gebeuren. Momenteel heb ik 36 dossiers op mijn bureau liggen met noodzakelijke aanpassingen. Als het parlement echt wil, kan het snel vooruitgaan.”
Muyters wil de procedures ook fundamenteel wijzigen. De minister geeft het voorbeeld waar een ruimtelijk uitvoeringsplan werd geschorst, omdat op de radio een communicatiefoutje was gemaakt. “Dan zit zo’n dossier muurvast. Het moet toch mogelijk zijn om kleine fouten te herstellen zonder heel de procedure te herbeginnen. Het Nederlandse lusmodel kan daarbij inderdaad inspiratie geven (zie kader: Lus biedt soelaas). Inspraak mag niet verglijden tot de dictatuur van het individu.”
opinie. Kappen met Kafka, blz. 13
Door hans brockmans
“Vlaanderen is geen voorbeeld in ruimtelijke ordening”
philippe
muyters
minister van
ruimtelijke
ordeningJe moet geen betonboer of projectontwikkelaar zijn om voor snellere procedures te pleiten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier