Ieder zijn cloud
De ‘wereldwijde’ cloud wordt minder Amerikaans, met dank aan Edward Snowden.
Cloudcomputing is een beetje als het ‘proza’ van Molières Bourgeois Gentilhomme: ingewikkeld, maar mensen gebruiken het zonder het te begrijpen. Als u met een smartphone-app speelt, online gebruikmaakt van tekstverwerkingsprogramma’s of shopt op het internet, dan communiceert u met computers in datacenters die zich om het even waar bevinden en in actie komen naargelang de vraag het vereist.
In 2013 begonnen vele mensen te beseffen dat er voor dat gemak ook een prijs betaald moet worden, namelijk dat iemand hun digitaal proza wel eens zou kunnen afluisteren en dat die iemand wel eens een dief kon zijn. Of het kan een politieke activist zijn, die hun bedrijf schade wil berokkenen; of een door de staat betaalde hacker die zoekt naar waardevolle geheimen. Of gewoon een spion, zelfs uit eigen land of een bevriende natie.
Er wordt almaar meer in de cloud gecomputerd. De onderzoeksfirma Gartner voorspelt dat ondernemingen in 2014 liefst 154 miljard dollar uitgeven aan clouddiensten. Dat is 60 procent meer dan in 2011.
In 2014 doet de angst voor luistervinken (vooral na de onthullingen van Edward Snowden over de spionage van de Amerikaanse NSA) particulieren en bedrijven dieper nadenken over waar hun gegevens opgeslagen worden. De cloud wordt dan ook minder wereldomvattend, regionaler en minder Amerikaans.
Europa roert zich
De cloud is evenwel wegens technische of wettelijke beperkingen niet naadloos wereldomvattend. Sommige bedrijven, makers van onlinegames bijvoorbeeld, willen dat de gegevens slechts een korte afstand afleggen om elke milliseconde te benutten. Banken en zorgverleners worden vaak verplicht om de gegevens binnen de nationale of Europese grenzen te houden. Nu heeft ook de politiek zich bij de fysica en de bureaucratie gevoegd. Vooral Europese politici bekijken de Amerikaanse overheersing in de informatietechnologie al lang met afgunst. Zelfs voor de affaire-Snowden wilden ze al regionale cloudcapaciteit uitbouwen.
De angst dat de Amerikanen kunnen rondneuzen, heeft de argumentatie voor een Europese cloud extra urgentie verleend. “De strategische belangen van Europa zijn gebaat bij veilige cloudcomputingdiensten”, zei Europees commissaris Neelie Kroes. “Europa mag niet overgelaten worden aan de willekeur van providers van buiten Europa.”
In juli 2013 stopten de Duitse databeschermingsautoriteiten met vergunningen te verlenen voor de transfer van persoonlijke gegevens buiten de Europese Unie. In september deden ze een aanbeveling om na te gaan of “het mogelijk is de routing van de telecommunicatieverbindingen enkel over netwerken binnen de EU te doen plaatsvinden”.
Zulke bekommernissen blijven niet beperkt tot Europa. Aantijgingen dat de Amerikanen aan het binnendringen waren, brachten de Braziliaanse president Dilma Rousseff ertoe maatregelen voor te stellen om het internet van het land te isoleren. Of dat alles niet-Amerikaanse cloudbedrijven bevoordeelt, valt moeilijk te zeggen. Het is denkbaar dat de Amerikaanse bedrijven hun capaciteitsvoorziening buiten de VS opvoeren.
Niettemin zijn er aanwijzingen dat klanten en functionarissen zich ongemakkelijk voelen. Sommigen hebben overeenkomsten met Amerikaanse providers opgezegd. De denktank The Information Technology & Innovation Foundation is van oordeel dat de affaire de Amerikaanse cloudsector tussen 21,5 en 35 miljard dollar kan kosten. In het slechtste geval daalt het aandeel van de Amerikaanse bedrijven op de markten buiten de VS van 85 tot 55 procent.
De auteur is technologiecorrespondent van The Economist
PATRICK LANE
Vooral Europese politici bekijken de Amerikaanse overheersing al lang met afgunst.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier