Hugo, Steve en wij

De Venezolaanse president Hugo Chávez haalde dit weekend zijn derde ambtstermijn binnen. Een jaar geleden overleed Steve Jobs, boegbeeld van het succesbedrijf Apple. En begin deze week raakte bekend dat de vergrijzingskosten in ons land veel hoger oplopen dan tot nu toe gedacht.

Drie feiten die volledig los staan van elkaar? Toch niet.

In wezen is Hugo Chávez een linkse dictator met een heel dun laagje democratisch vernis eroverheen. In een stijl die veel gelijkenis vertoont met die van zijn illustere Cubaanse kompaan en groot voorbeeld Fidel Castro, belaadt Chávez de Amerikanen en het kapitalisme steevast met alle zonden Israëls. De enorme natuurlijke rijkdommen van Venezuela – de olievoorraden behoren tot de grootste ter wereld – gebruikt Chávez zonder scrupules om zijn machtspositie te stutten. Grote sommen geld gaan onder diverse vormen naar de armeren in de samenleving. In ruil wordt expliciet onvoorwaardelijke trouw aan de ‘grote leider’ geëist.

Chávez herverdeelt wat de natuur gegeven heeft aan het land dat hij als uiterst behendige politieke manipulator heeft ingepalmd. Maar als het over de toekomst gaat, heeft hij de Venezolanen heel weinig te beiden. Hij koopt af, maar investeert niet. Hij deelt van alles en nog wat uit, maar produceert nauwelijks iets. Zijn herverdeling berust economisch op drijfzand. Corruptie heerst alom, de olie-industrie kreunt onder het gebrek aan investeringen, duurzame economische activiteiten zijn er nauwelijks en de inflatie dreigt te galopperen. Alles in Venezuela stond de voorbije jaren uitsluitend in het teken van de uitbouw en de consolidatie van de machtspositie van Hugo Chávez.

Is Chávez een machtswellusteling die herverdeling en repressie gebruikt voor eigen doelstellingen, dan was Steve Jobs een hoogbegaafde creatieveling, bovendien begiftigd met enig zakelijk talent. Uiteraard zal ook Jobs met egocentrische motieven behept geweest zijn. Fortuin verzamelen en macht verwerven, ook bij hem speelde dat zeker mee. Het grote verschil tussen Jobs en Chávez is dat eerstgenoemde erin slaagde op visionaire wijze de mensheid te overtuigen van zijn ding, zonder dwang of machtsmisbruik. Jobs deelde niks uit, hij creëerde goederen en diensten die blijkbaar voor heel veel mensen meer ‘opbrachten’ dan ze kostten. Veel van die producten helpen om een moderne economie in stand te houden en uit te bouwen. Alles rond Steve Jobs en Apple was en is doordrongen van dynamiek, innovatie en vernieuwing.

De vrees dat bedrijven als Apple ooit hun macht misbruiken, is reëel. Maar als de concurrentiewaakhonden hun werk doen, is dat gevaar al veel kleiner. Bovendien leert de geschiedenis dat de forse winsten die een bedrijf als Apple maakt, concurrentie aantrekt zoals honing bruine beren lokt. Vaak komt die concurrentie uit onvermoede hoek. De monopolies van de treinconglomeraten gingen tegen de vlakte door de opkomst van de auto, niet door hun onderlinge concurrentie. Tenzij de overheid monopolies beschermt, staat een vrijemarkteconomie het ontstaan van structurele machtsposities hoogst zelden toe.

De Jobs’ van deze wereld creëren, ze scheppen meerwaarde en motiveren anderen om nog beter te doen. De Chávez’ van deze wereld herverdelen zonder zich te bekommeren om de leefbaarheid en de dynamiek van het economische systeem. Zonder die dynamiek komt aan die herverdeling nochtans onherroepelijk een einde. Mensen als Jobs stutten vrijheid en democratie. Figuren als Chávez zoeken wegen en middelen om vrijheid en democratie te kanaliseren en aan banden te leggen in functie van eigenbelang.

In eigen land staat de vergrijzingscrisis nu echt wel voor de deur, en ze zal handenvol geld kosten. Omdat allemaal enigszins onder controle te houden, zullen we veel verder komen met het Jobs-type dan met het Chávez-type. Zonder een nieuw elan voor de economische groei krijgt onze maatschappij het bijzonder moeilijk om zonder kleerscheuren de vergrijzing te doorstaan .

Mensen als Steve Jobs zijn het ware hart van economische groei. De noodzaak van meer groei mag niet lichtvaardig opgevat worden. Tekenen van toenemende spanning tussen generaties worden met de dag duidelijker zichtbaar. Tijdens een recent debat in Gent wierp een student de vraag op waar de oudere generatie het recht vandaan haalt om zoveel lasten op zijn generatie te laden. Ikzelf behoorde tot het panel dat, zo bleek, tot niet veel meer in staat was dan ontwijkende commentaren.

JOHAN VAN OVERTVELDT, HOOFDREDACTEUR

Zonder een nieuw elan voor de economische groei krijgt onze maatschappij het bijzonder moeilijk om zonder kleerscheuren de vergrijzing te doorstaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content