Horta in ere hersteld
De afwerking van het Victor Horta-project in Antwerpen is begonnen. Het complex zal onderdak bieden aan een feestzaal, een brasserie en zes winkels.
De behandeling van het Volkshuis van Victor Horta geldt als een schoolvoorbeeld van slecht monumentenbeheer. Horta bouwde het Brusselse Maison du Peuple aan het einde van de 19de eeuw. Vandaag beschouwen architectuurspecialisten dit gebouw, een elegante constructie van glas en ijzer, als een van de belangrijkste werken van de Belgische art nouveau-architect. Toch werd het wegens “bouwvallig” in 1965 zonder pardon gesloopt.
De ijzeren spanten van het gebouw konden gered worden maar ze raakten al snel in de vergetelheid. Edgard Goedleven, directeur van de afdeling Monumenten en Landschappen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, vestigde er weer de aandacht op. Een eerste poging om er iets mee te doen naar aanleiding van Antwerpen 1993 mislukte.
In 1995 schreef de stad Antwerpen een wedstrijd uit voor “een commercieel totaalproject dat technisch en architectonisch een geheel moet uitmaken met de Horta-constructie.” Als locatie koos men de open ruimte achter de Stadsschouwburg. Het projectvoorstel van Brouwerij Palm kwam als winnaar uit de bus en in oktober 1998 werd de eerste steen gelegd. De initiatiefnemers hopen dat het complex nog voor de zomer van dit jaar volledig klaar zal zijn.
Feestzaal en brasserie.
Het nieuwe Horta-project, een ontwerp van het Gentse architectenbureau Arrow, is zeker geen reconstructie van het oude Volkshuis. Het meest opvallende deel van het project is de feestzaal, een ruimte van ongeveer 800 vierkante meter onder een enorm zinken dak. In deze feestzaal worden de oude ijzeren Horta-spanten tentoongesteld. Ze hebben dus geen bouwkundige functie in het complex. De kopgevel en een deel van de zijgevel worden in glas opgetrokken zodat de spantenstructuur ook van op straat te bewonderen valt. In overeenstemming met hun oorspronkelijke omgeving zijn de spanten van het café van het Volkshuis geïntegreerd in het brasseriegedeelte. De inkomhal wordt ingericht als een didactische communicatieruimte rond leven en werk van Victor Horta. Boven de brasserie komt een terras met uitzicht op het plein Wapper.
Jan Toye, algemeen directeur van Brouwerij Palm, hoopt dat de feestzaal onder meer zal worden gebruikt voor defilés van de Antwerpse modescène. Hij suggereert ook een mogelijke samenwerking met Music Hall, de concessiehouder van de Stadsschouwburg. “Maar,” voegt hij er snel aan toe, “dat is eigenlijk de bekommernis van de NV Horta van Gunther Dieltjens, die de feestzaal en de brasserie zal exploiteren.”
Brouwerij Palm investeerde ongeveer 200 miljoen frank in het project. Een groot bedrag, en dat terwijl de erfpachtovereenkomst met de stad Antwerpen bepaalt dat de stad na vijftig jaar eigenaar wordt van het complex. Jan Toye beklemtoont wel dat het project kadert in een marketingstrategie waarbij Palm de volkse biercultuur op een hoger niveau wil tillen. De brouwerij heeft plannen om in elke grote agglomeratie een monument een nieuwe bestemming als communicatiehuis rond biercultuur te geven. Er zijn reeds vergevorderde plannen voor het Brusselse Flageygebouw.
Winkelcircuit.
Het tweede deel van het Hortaproject is een winkelcomplex van ongeveer 650 vierkante meter (verdeeld over zeven units) aan de kant van Hopland. Dit gedeelte werd gebouwd op kosten van de stad Antwerpen (via de vzw Pensioenfonds). De stad wil een winkelcircuit creëren dat Meir, Huidevetterstraat, Schuttershofstraat en Hopland met elkaar verbindt. Er werd op zoek gegaan naar winkels met een zeker cachet. Intussen zijn alle units verhuurd. Onder de huurders bevinden zich twee zaken in hoogwaardige kleding, een antiekzaak, een winkel met bruidskleding, een kunstgalerij en een “betere speelgoedzaak” (twee units).
Begin december 1999 verkocht de stad dit winkelgedeelte aan de NV Rijswijck, een ad hoc-vennootschap rond de Antwerpse investeerder Julot Hayen. Volgens Marc Vandenbroeck, verantwoordelijke voor het project bij Hugo Ceusters (samen met EPMC de makelaar voor het handelsgedeelte), wijst de vlotte commercialisering op een groot investeerdersvertrouwen in de Antwerpse binnenstad als winkelcentrum. “Bovendien,” zegt hij, “zijn zowel de huurders als de koper zeer goed vertrouwd met de Antwerpse retailmarkt. Het gaat dus niet om avonturiers.” Het winkelcomplex werd verkocht voor 143,6 miljoen frank aan een rendement van 6%. Dit percentage stemt overeen met het rendement op de Meir, de belangrijkste Antwerpse winkelstraat.
l.v.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier