Hoop op verandering
Mexico heeft na 71 jaar voor een nieuw politiek bewind gekozen. De verwachtingen zijn bijzonder hooggespannen. President Vicente Fox heeft dan ook grootse plannen.
Mexico maakte in 2000 een politieke aardverschuiving door, die aan beide zijden van de Rio Grande werd gevoeld. De overwinning van Vicente Fox in de presidentsverkiezingen maakte een einde aan het 71-jarige bewind van de Institutionele Revolutionaire Partij (PRI) en snoerde de mond van critici overal ter wereld die aan de gezondheid (of zelfs het bestaan) van de Mexicaanse democratie twijfelden. De overwinning van Fox was voor een groot deel te danken aan een kracht die zich van tijd tot tijd in iedere democratie laat gelden: de roep om verandering bij het volk. In 2001 krijgt Fox de kans om nog een andere groep critici te doen zwijgen: de mensen die zich afvragen of het wel mogelijk is werkelijk iets te veranderen.
Hij aanvaardde zijn ambt pas op 1 december, slechts zeven weken voor George W. Bush in het Witte Huis wordt geïnstalleerd. De verwachtingen zullen hooggespannen zijn. Zullen deze twee grote, zeer verschillende en elkaar moeilijk liggende buren het jaar gebruiken om hun relatie te verbeteren? De Verenigde Staten hebben er belang bij dat Mexico versneld op weg gaat naar een open markt, meer respect voor mensenrechten toont en de wet strenger handhaaft. 2001 biedt Mexico, een van de rijkste culturen van de wereld, de kans om volwassen te worden, om de kinderachtige politiek van een land in ontwikkeling achter zich te laten en de normen van de ontwikkelde landen te aanvaarden.
Een van de belangrijkste doelen van Fox is het uitroeien van de corruptie binnen de overheid en de rechtspraak, die Mexico lange tijd heeft ondermijnd. Omdat hij een groot deel van zijn loopbaan buiten de overheid heeft gewerkt en niet de bagage van de PRI met zich meetorst, verkeert Fox in een uitstekende positie om een grondige schoonmaak in eigen huis te houden. Een duurzame strijd tegen officiële corruptie zou buitenlandse investeringen kunnen stimuleren. Als Mexico zich met zijn handelsactiviteiten op een hoger niveau wil tillen, zal het ook zijn rechtssysteem moeten hervormen.
Dergelijke hervormingen zouden een eerste stap zijn in Fox’ economische hervormingen. De man die ooit aan het hoofd stond van de Mexicaanse divisie van Coca-Cola, heeft het over “een nieuwe zakelijke regeerstijl”, compleet met ijkpunten waaraan prestaties moeten worden afgemeten. Om deze belofte waar te maken, zal hij medewerking van de Verenigde Staten moeten vragen om de rol van instituten als de Noord-Amerikaanse Ontwikkelingsbank uit te breiden. Fox heeft voorgesteld om het kapitaal van de bank van 450 miljoen dollar tot 10 miljard dollar uit te breiden.
Beide landen beseffen echter dat er in de bilaterale betrekkingen geen werkelijke vooruitgang kan worden geboekt zonder vooruitgang op twee specifieke terreinen: drugs en immigratie.
De oorlog tegen drugs heeft vaak aanleiding gegeven tot wantrouwen en verontwaardiging aan beide zijden van de grens, waarbij beide landen de ander beschuldigden van activiteiten die haaks stonden op het gezamenlijke doel. De Verenigde Staten zijn op dit front weinig toeschietelijk: het Congres eist een jaarlijks certificatieproces om vast te stellen of vreemde naties wel volledig meewerken in de strijd tegen drugs. Volgens Kevin Middlebrook, directeur van het Centrum voor Amerikaans-Mexicaanse Studies aan de Universiteit van Californië in San Diego, wordt deze jaarlijkse diploma-uitreiking in het buitenland gezien als een “interventionistische houding van een land dat zelf het meeste doet om de markt voor illegale drugs te waarborgen”. Maar wanneer zal Amerika eindelijk de waarheid onder ogen zien: dat het de vráág van zijn eigen gebruikers is, en niet het aanbod van anderen, die de drugshandel doen floreren?
Ook qua immigratie zouden de Verenigde Staten wat toeschietelijker kunnen zijn. Illegale immigratie zal blijven bestaan zolang het loonverschil tussen beide landen in stand blijft. Toch zouden de Verenigde Staten kunnen ingaan op Fox’ verzoek om meer tijdelijke werkvisa te verstrekken zodat Mexicaanse landbouwarbeiders tijdens het landbouwseizoen in de Verenigde Staten kunnen werken.
Van zijn kant belooft Mexico scherpere grenscontroles om illegale immigratie tegen te gaan. Tijdens zijn bezoek aan de Verenigde Staten en Canada in augustus, schetste Fox een toekomst voor Noord-Amerika die grote gelijkenis vertoonde met het model van de Europese Unie, compleet met open grenzen en meer economische integratie. Zowel Bill Clinton als de Canadese premier Jean Chrétien reageerde sceptisch op het idee. Zij vonden het voorstel niet haalbaar vanwege de grote economische verschillen tussen de landen van Noord-Amerika.
Fox is echter niet zo naïef te denken dat zo’n droom onmiddellijk verwezenlijkt kan worden. Hij is sluw genoeg om te weten dat het bij onderhandelingen het beste is om meer te vragen dan men verwacht te krijgen. Mexico wil als een gelijkwaardige partner in de toekomst van het continent worden beschouwd. De eerste stap is al gezet, nu de verlaging van de handelsbarrières in het kader van de Nafta de drie grote landen van Noord-Amerika economisch afhankelijk van elkaar heeft gemaakt. Sinds de Nafta-vrijhandelsovereenkomst in 1993 werd gesloten, is de export van Californië naar Mexico meer dan verdubbeld, tot 10,8 miljoen dollar per jaar, en de handelsstroom door Texas blijft aanzwellen.
Voorheen konden de Verenigde Staten altijd de voorwaarden voor de handelsbetrekkingen met Mexico dicteren, maar het toegenomen belang van de Mexicaanse markt voor Amerikaanse producenten geeft Mexico een betere uitgangspositie in toekomstige onderhandelingen. Bovendien heeft de snelle groei van de Mexicaans-Amerikaanse bevolkingsgroep (die nu 67% van de Latino-populatie in de Verenigde Staten uitmaakt) het politieke landschap in Amerika veranderd: tegenwoordig verdringen politici elkaar om hun bewondering voor Amerika’s zuiderbuur uit te spreken. Kritiek spuien op Mexico is immers vragen om een electorale pandoering.
Samen zullen deze factoren president Fox ongetwijfeld politieke wittebroodsweken bezorgen die tot het einde van 2001 duren. Met zijn verkiezingsoverwinning heeft hij een mandaat voor verandering gekregen, en dus zal hij ook de tijd krijgen om die veranderingen door te voeren. Zowel in eigen land als in het buitenland koestert men hooggespannen verwachtingen van het presidentschap van Fox. Op de avond van zijn verkiezingsoverwinning liep een mensenmassa door de straten van Mexico City. Ze scandeerde: “Stel ons niet teleur! Stel ons niet teleur!” Ongetwijfeld zijn er mensen in Washington die stilletjes hetzelfde denken.
Mark Mazzetti is correspondent voor The Economist in het zuidwesten van de Verenigde Staten.
MARK MAZZETTI
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier