‘Hoge rentes garanderen is met vuur spelen’

Banken en verzekeraars strijden met ongelijke wapens, vindt Oliver Bäte, directielid van de Duitse verzekeraar Allianz. “Als de banken willen concurreren met de verzekeraars, moeten voor iedereen dezelfde kapitaalverplichtingen gelden.”

“Prachtig uitzicht, niet?” zegt Oliver Bäte, terwijl we vanaf de bovenste verdieping van het Allianz-gebouw in Brussel de barokke toren van de voormalige Sint-Katelijnekerk bewonderen. Honderd meter verder vullen de terrassen van het Sint-Katelijneplein en de Oude Graanmarkt zich met zakenmensen en toeristen die zich in de zon te goed doen aan champagne en oesters.

Het is niet het eerste bezoek van Bäte aan Brussel. Op 1 januari 2013 werd hij verantwoordelijk voor enkele belangrijke Europese markten van Allianz, waaronder de Benelux. De 49-jarige Duitser werd overigens op een boogscheut van de Belgische grens geboren: in Bensberg, tien kilometer ten oosten van Keulen.

Hij heeft een goede band met Robert Franssen, zegt Bäte. Franssen is de Duitstalige Belg die aan het hoofd van Allianz Benelux staat en de voorbije jaren de integratie van de Belgische, Nederlandse en Luxemburgse activiteiten vormgaf. Met enige zin voor overdrijving kun je stellen dat ze streekgenoten zijn. Franssen is afkomstig uit Eupen, in vogelvlucht vijftig kilometer van Keulen.

Bäte is vol lof over het werk van de Belgen bij Allianz: “De Allianz-groep heeft de voorbije jaren veel aandacht besteed aan de kwaliteit en de samenstelling van haar investeringsportefeuille. België was daarbij een voorbeeld. Het Belgische management heeft heel goed werk geleverd in balansbeheer. Het risicoprofiel van onze portefeuille is veel verbeterd.”

Hoe belangrijk is de Belgische markt voor Allianz?

OLIVER BÄTE. “België is een interessante markt. De gemiddelde Belg heeft een groot financieel vermogen. Allianz doet het hier ook goed. In 2013 steeg de omzet met 11 procent, wat betekent dat we opnieuw marktaandeel hebben gewonnen. Zeker in levensverzekeringen — nochtans een moeilijke markt — presteren we sterk, want zowel de premie-inkomsten als de marges gingen hoger.”

Hoe verklaart u dat succes?

BÄTE. “Belgische klanten zijn gevoelig voor de financiële sterkte van een verzekeraar, en Allianz is nu eenmaal een heel solide maatschappij met een uitstekende reputatie. Bovendien hebben we een sterk commercieel netwerk in België. Op die twee fundamenten willen we voortbouwen. We denken dat we hier nog flink kunnen groeien.”

Wat is er typisch aan de Belgische markt?

BÄTE. “Makelaars nemen hier een heel belangrijke positie in. In schadeverzekeringen controleren ze bijna twee derde van de markt. Belgen waarderen de deskundigheid en de beschikbaarheid van hun makelaar. In andere landen, zoals Duitsland en Frankrijk, zijn verzekeringsagenten veel belangrijker. In België werkt Allianz exclusief via het makelaarskanaal. Wij zijn de derde makelaarsmaatschappij van België.”

Vorig jaar besliste Allianz zijn Nederlandse, Belgische en Luxemburgse activiteiten te integreren. Waarom was dat nodig?

BÄTE. “We wilden een bedrijf met voldoende kritische massa creëren. Die schaalgrootte is nodig, omdat de verzekeringssector voor forse investeringen staat. De regulering en de technologie veranderen snel, en dat gaat gepaard met de ontwikkeling van nieuwe diensten. Door die investeringen op Benelux-schaal uit te voeren, kunnen we concurreren met grotere spelers. Dit en de komende jaren investeren we meer dan 90 miljoen euro in IT-systemen. Het gros daarvan gaat naar de creatie van een nieuw digitaal platform, dat onze makelaars moet toelaten digitale diensten aan te bieden aan de klanten.”

Verwacht u een sanering van de markt?

BÄTE. “Ik denk dat er een verdere consolidatie aan zit te komen, vooral in Nederland, waar de situatie anders is dan in België. Daar zijn er nog heel wat kleine spelers, terwijl in België al een aantal fusies en overnames zijn gebeurd. In 2012 heeft Allianz bijvoorbeeld Mensura Verzekeringen overgenomen. Dat was voor beide partijen een win-winsituatie.”

Ligt de klemtoon op interne of op externe groei?

BÄTE. “De investering in het IT-platform moet de basis leggen voor groei, en die kan zowel organisch als extern zijn. Ik geloof dat er zich vroeg of laat overnamekansen zullen aandienen. Maar we zijn niet gehaast. De druk van de lage rente en de volatiliteit op de financiële markten doen zich steeds meer gevoelen. Dat zal zeker een van de motoren voor een verdere consolidatie zijn. Bovendien ziet de markt een wijziging in het klantengedrag, gedreven door de technologie, de regulering en de globalisering. Daardoor moeten we andere manieren vinden om de klanten en de makelaars te bedienen. Niet iedereen heeft de skills, de schaal en het kapitaal om met die wijzigingen om te gaan.”

In België legt de wet op de aanvullende pensioenen een wettelijk gegarandeerd rendement van 3,75 en 3,25 procent op voor de stortingen in groepsverzekeringen. Wat vindt u daarvan?

BÄTE. “Wij zijn geen marktleider in dat segment. Maar mijn visie is puur economisch: financiële instellingen die rentes garanderen die een hogere kredietwaardigheid vereisen dan degene die ze zelf hebben, zijn aan het speculeren. Proberen een rendement van 3,75 procent te geven, vereist dat een verzekeraar risico’s neemt die niet compatibel zijn met de financiële degelijkheid die Allianz in België wil bieden.

“Wie toch hogere risico’s neemt, speelt met vuur. Er bestaat geen risicoreturn zonder dat iemand daar de prijs voor betaalt. De laatste jaren hebben de overheden in een aantal gevallen moeten ingrijpen. De vraag is of dat nog langer haalbaar en aanvaardbaar is, en of het de rol van de overheid is om dat te doen.”

Denkt u dat we in Europa evolueren naar een Japans scenario van twintig jaar van aanhoudende lage rente en deflatie?

BÄTE. “Nee, daar geloof ik niet in. In Europa krimpt de bevolking niet zoals in Japan. Bovendien hebben de Japanners hun overheidsschuld zelf gefinancierd, waardoor ze zichzelf hebben opgesloten in die cyclus van lage rente en deflatie.

“Toch houdt Allianz rekening met het ergste scenario. Dat is de les die we hebben geleerd uit de drie crisissen van de voorbije vijftien jaar. We zijn door een zware periode gegaan tijdens de dotcom- en de bankencrisis. Allianz heeft daar lessen uit getrokken, en dat heeft ons geholpen de crisis van het overheidspapier in 2011 aan te pakken. Dat willen we opnieuw waarmaken bij de volgende crisis. Allianz moet er hoe dan ook voor zorgen dat de klanten hun geld terugkrijgen — ook als zich in Europa een Japans scenario zou ontwikkelen. Daarom bereiden we ons voor op een lange periode van lage intrestvoeten.”

De aandacht van de regelgevers en de toezichthouders lijkt langzaam te verschuiven van de banken naar de verzekeraars. Is dat terecht?

BÄTE. “Het stoort me dat verzekeraars continu worden vergeleken met de banken, en zelfs even strenge regels opgelegd krijgen. Natuurlijk houden verzekeringsmaatschappijen een risico in, maar het is geen liquiditeitsrisico dat zich op korte termijn manifesteert. Met het oog op de consumentenbescherming worden eenvoudige levensverzekeringen behandeld als complexe gestructureerde financiële producten. Dat is buiten proportie.

“Vandaag wordt elke maatregel die een financiële instelling treft — of het nu een bank of een verzekeraar is — met applaus begroet. Daar wordt niemand beter van. Gezien de demografische evolutie in Europa, zouden de burgers meer geld moeten spenderen aan de zorg voor later, via levensverzekeringen en pensioenfondsen. Als je die producten demoniseert, help je de goede zaak niet.”

De good guys worden gestraft voor de fouten van de bad guys?

BÄTE. “Zo voelt het aan. In plaats van een volledige sector te viseren zouden de toezichthouders zich het beste concentreren op de maatschappijen met een zwakke balans.”

In België is het bank-verzekeren een vrij succesvol model. Verscheidene banken focussen ook meer op de verkoop van hun verzekeringsproducten. Vormt dat geen bedreiging voor Allianz in België?

BÄTE. “Banken zullen zich in de toekomst moeten concentreren op de distributie van verzekeringsproducten. Eigenaar blijven van hun eigen levensverzekeringsbedrijven lijkt me op lange termijn niet mogelijk.”

Hoezo?

BÄTE. “In het verleden was er zoiets als kapitaalarbitrage. Banken mochten hun verzekeringsbedrijven consolideren, zonder dat ze het geïnvesteerde kapitaal hoefden af te trekken van hun eigen vermogen. Dat is niet houdbaar. Onder Bazel III is het zogenoemde ‘Danish compromise’ in sommige rechtsgebieden van toepassing. Daarbij krijgen banken een korting op hun kapitaalverplichtingen voor hun verzekeringsmaatschappij. Dat vinden wij niet aanvaardbaar en niet duurzaam.”

Waarom?

BÄTE. “Omdat Allianz als een ‘systeembelangrijke financiële instelling’ wordt bestempeld en daardoor extra kapitaalverplichtingen opgelegd krijgt, ook omdat we een aantal banklicenties bezitten. Terwijl banken die een levensverzekeraar bezitten een korting op hun kapitaalverplichtingen krijgen. Daardoor ontstaat een ongelijk speelveld. We hopen dat we de regulatoren daarvan kunnen overtuigen, maar we zijn bereid om acties te overwegen die verder gaan, als dat nodig is. Banken en verzekeringsmaatschappijen moeten met gelijke wapens kunnen strijden. Als banken hun eigen verzekeringsproducten willen aanbieden, moet dat onder dezelfde voorwaarden gebeuren.”

PATRICK CLAERHOUT, FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG

“Allianz kan in België nog flink groeien”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content