HOEZO, GEEN GOED CONTRACT?
Te duur, te veel en te rigide. Dat is de meest gehoorde kritiek als het beruchte Algerijnse LNG-contract van Distrigas ter sprake komt. Het contract bond Distrigas en Sonatrach voor 25 jaar aan elkaar. In 2006 loopt het definitief af. Willy Claes (SP.A) was als toenmalig minister van Economie de architect van de deal.
TRENDS. Hoe kijkt u terug op het Algerijnse contract?
WILLY CLAES (SP.A). “In alle omstandigheden werden de hoeveelheden Algerijns gas in samenspraak met Distrigas correct uitgevoerd. Ook het verhaal over te hoge prijzen is een fabel. De invoerprijs van het Algerijnse gas is vandaag zelfs lager dan de prijs voor het gas uit Nederland en Noorwegen. Begin de jaren tachtig echter steeg de olieprijs door de Iran-Irakoorlog naar een historisch hoogtepunt. U moet weten dat aardgas meestal door petroleummaatschappijen wordt geproduceerd en veelal ook wordt gecommercialiseerd. De binding aan de olieprijs is vrijwel een automatisme. Toen en nu nog.”
Waarom bestelden we aanvankelijk zoveel Algerijns gas (5 miljard kubieke meter per jaar) terwijl we veel minder nodig hadden?
CLAES. “De vraag van de elektriciteitssector, de privé-sector nota bene, werd tussen 1975 en 1976 verhoogd van 3,5 naar 5 miljard kubieke meter. Het surplus moest dienen als tegengewicht voor een verminderd olieverbruik in de centrales (meer dan 60 % bij de eerste oliecrisis). Pas later bleek het nucleaire programma en de doorgevoerde omschakeling naar steenkool een barrière voor het gebruik van het bijbestelde aardgas. Daarom heb ik tussen 1982 en 1985 met de Algerijnen onderhandeld over de halvering van het initiële contact. Na 1985 heeft de elektriciteitssector zijn eerder genomen engagementen uit midden de jaren zeventig ook niet gehonoreerd. Dat engagement was nooit schriftelijk vastgelegd. Na de eerste oliecrisis was het elektriciteitverbruik trouwens al gehalveerd.”
In 1989 moest u naar Algiers om een schadevergoeding (finaal 11 miljard frank of 273 miljoen euro) te bedingen wegens de niet-afgenomen hoeveelheden gas tussen 1986 en 1989. Hielden de Algerijnen België in een wurggreep?
CLAES. “Toen ik in 1988 weer verantwoordelijk werd, wist ik dat het zwaard van Damocles boven ons hoofd en dat van Distrigas hing. Als ik toen niet aan de onderhandelingstafel was gaan zitten in Algiers, dan was Distrigas vermoedelijk failliet. Beide partijen begrepen dat en hebben een eervol compromis gesloten, waarin ook positieve toegevingen zaten vanwege de Algerijnen. Die 11 miljard frank werd deels betaald door de elektriciteitssector en deels door de aardgasverbruikers.”
Frankrijk en Italië beschuldigden België van een veel te toegeeflijke houding tegenover de Algerijnen. Wat vindt u vandaag van die kritiek?
CLAES. “De prijs was wat hij was. Ik kan alleen maar vaststellen dat de andere landen achteraf het Belgische voorbeeld gevolgd hebben.”
Hoe beoordeelt u het huidige energiebeleid en de bevoorradingspolitiek van de regering? Er zou vanaf 2006 veel minder LNG worden afgenomen in Algerije maar veel meer in het Midden-Oosten.
CLAES. “Daar weet ik niets van. Dat de beste prijs het moge halen. Maar ik vind dat het Midden-Oosten een groter geopolitiek risico inhoudt dan Noord-Afrika. Ik heb ook bedenkingen bij de scheepsroutes die de LNG-tankers zullen moeten volgen. De Straat van Ormuz en het Suezkanaal, bijvoorbeeld. Hopelijk zal de privé-sector, zoals in het verleden, achteraf weer niet de minister verantwoordelijk stellen voor eventuele problemen die ontstaan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier