Hoe rechtvaardig is fiscale amnestie?
Is de fiscale amnestie een kaakslag voor rechtgeaarde belastingbetalers? En worden ‘kruimelfraudeurs’ niet te hard aangepakt?
Nu de eerste officiële teksten bekend zijn in verband met de fiscale amnestie, pluizen juristen uit of ze wel in overeenstemming zijn met de Grondwet. Trends trok naar Paul Van Orshoven, een advocaat met een ruime ervaring inzake procedures voor het Arbitragehof en professor Publiek Recht aan de KU Leuven.
TRENDS. Worden belastingplichtigen die correct hebben betaald aan de overheid gediscrimineerd tegenover fraudeurs?
PAUL VAN ORSHOVEN (KU LEUVEN). “Een zelfstandige die jarenlang trouw zijn belastingen heeft betaald, ziet dat zijn oneerlijke concurrent plots een enorm voordeel krijgt. Terwijl hij zo’n 75 % afdroeg aan sociale en fiscale verplichtingen, is de andere er in een klap vanaf met 7 tot 9 %.
“Op zich kan het Arbitragehof oordelen dat zo’n ongelijke behandeling verantwoord is en kennelijk niet onevenredig. Een voorbeeld. Ooit betaalden belastingplichtigen hetzelfde tarief voor alle inkomsten. Op een bepaald moment werd geoordeeld dat een liberatoire roerende voorheffing van 15 % nodig was. Er is dus ongelijkheid, omdat andere inkomsten meestal ongeveer tegen de helft worden belast. Toch vond men deze ongelijkheid verantwoord, omdat ze de enige manier was om die sommen toch nog door de fiscus te laten innen. Anders was het geld weg. Nu is de ongelijkheid echter veel flagranter omdat er een verschil is van 75 % tegenover 7 % lasten. Is dit niet disproportioneel om het doel – geld in de economie pompen – te rechtvaardigen?”
Kan het meespelen dat dit doel op een andere manier bereikt kan worden: via de strijd tegen de fiscale fraude, versterkt door de Europese spaarrichtlijn, die de lidstaten verplicht financiële informatie uit te wisselen?
VAN ORSHOVEN. “Inderdaad is dat een extra argument. We komen steeds dichter bij de grens van de kennelijke disproportionaliteit. Het Arbitragehof zal oordelen of die overschreden is.”
Wat vindt u van de gelijke behandeling van het zwarte geld (dat in Luxemburg terechtkwam zonder dat er ooit belastingen op werden betaald) en het grijze (aangegeven inkomsten waarvan alleen de dividenden of intresten in het zwart werden betaald)? De tweede moet nogmaals (6 % of 9 %) belasting betalen op totale verstopte vermogen. Is dit een gelijke behandeling van een ongelijke si- tuatie, dus discriminatie?
VAN ORSHOVEN. “Dat is een onbelangrijk probleem vergeleken bij de fundamentele vraag die u net aanhaalde. Zonder vooruit te lopen op de feiten, voel ik aan dat het Arbitragehof in dat geval zal oordelen dat die belastingplichtige al tevreden mag zijn dát hij zijn geld kan witwassen. De grijze fraudeur heeft misschien wat minder voordelen dan de zwarte variant, maar onnoemelijk meer voordelen dan de correcte belastingbetaler.”
Wat met buitenlands geld dat wel, en Belgische zwart geld dat niet kan worden gewit?
VAN ORSHOVEN. “Dat is opnieuw een ongelijke behandeling van verschillende wetsovertreders. Wie boter op zijn hoofd heeft, maar niet kan rekenen op fiscale amnestie, kan beter de normale fiscale procedures volgen dan hopen dat het Arbitragehof hem te hulp schiet. Men mag niet van rechters verwachten dat ze fraudeurs een handje helpen.”
H.B.
“Men mag niet van rechters verwachten dat ze fraudeurs een handje helpen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier