Hoe meer pixels, hoe beter?
Digitale fotocamera’s worden steeds beter, populairder én goedkoper. Het aanbod breidt ook alsmaar uit, met grote kwaliteits- en prijsverschillen tot gevolg. Waar moet u op letten?
Herinnert u zich nog hoe de cd-technologie eind de jaren tachtig de platendraaier naar de zolder verjoeg? Een gelijkaardig lot is nu het analoge fototoestel beschoren. De opmars van de digitale camera is immers niet meer te stuiten. Het internationale onderzoeksbureau GfK berekende dat in België vorig jaar meer dan 190.000 digitale camera’s verkocht werden. Dat is meer dan het dubbele van de verkoop in 2001. In de eerste maanden van 2003 werden zelfs meer digitale dan klassieke fototoestellen verkocht.
De digitale fotografie evolueert ook snel: pas in 1994 verschenen de eerste succesvolle digitale consumentencamera’s op de markt, toen nog met een povere resolutie van 320×480 pixels. Minder dan tien jaar later zijn toestellen met een resolutie van vijf miljoen pixels geen uitzondering. Ook het koperspubliek is grondig veranderd. Enkele jaren geleden lokten digitale fotocamera’s nog bijna uitsluitend computerfreaks. Nu laten ook consumenten die nauwelijks vertrouwd zijn met bits en bytes hun oog vallen op een digitale camera.
De voordelen van digitale fotografie zijn dan ook onmiskenbaar: de beelden zijn onmiddellijk beschikbaar, je kunt ze zelf afdrukken of ze eenvoudig bewaren op een cd-rom of op de harde schijf, je kunt ze e-mailen enzovoort.
Aantal pixels niet zaligmakend
Digitale fotocamera’s zijn er in alle mogelijke kwaliteits- en prijsklassen. Welk toestel u het best kiest, hangt in de eerste plaats af van het beoogde gebruik. Zijn de foto’s bedoeld om een website aantrekkelijker te maken, dan hebt u aan een toestel met 1 of 1,5 megapixels ruim voldoende. Wie een uitstekende beeldkwaliteit of hoogwaardige afdrukken op fotopapier wil, kiest voor 4 megapixels of meer. Verschillende merken ( Minolta, Fuji, Sony, Nikon, Canon) bieden toestellen aan met 5 megapixels. De prijzen schommelen dan al gauw tussen de 750 en de 1200 euro. Maar op de CeBIT-beurs 2003 presenteerde HP wel de PhotoSmart935, een camera met 5,3 megapixels voor 599 euro. Het is nog eens een bewijs dat digitale fotografie razendsnel evolueert.
Ondanks de pixelwedloop van de fabrikanten is het aantal pixels niet zaligmakend: de grootte en de kwaliteit van de lichtgevoelige chip spelen eveneens een rol. En het gegoochel met resoluties leidt ook de aandacht af van andere belangrijke zaken, zoals het energieverbruik. Omdat de meeste digitale camera’s stroom verslinden, is de levensduur van de batterijen van groot belang. Allerlei bijkomende functies (MP3-speler, dictafoon et cetera) kunnen leuk zijn, maar slorpen vaak meer energie op dan de batterijen aankunnen. Herlaadbare batterijen en accu’s zijn altijd de beste keus, maar batterijen blijven hoe dan ook een kwetsbaar en kostbaar punt bij digitale toestellen.
Een hoge resolutie heeft overigens ook een belangrijk nadeel: hogeresolutiebeelden slorpen heel wat opslagruimte op. Daaraan kan verholpen worden door beelden op te slaan in jpeg-formaat. Jpeg maakt bestanden kleiner maar vermindert ook de beeldkwaliteit. De opgenomen beelden worden (al dan niet gecomprimeerd) bewaard op een vast geheugen of op verwisselbare geheugenkaarten, die tot 3 gigabyte informatie kunnen opslaan. Het best kiest u voor een camera met een vast geheugen én verwisselbare geheugenkaarten, zodat u minder gebonden bent aan het beperkte vaste geheugen van uw toestel. Als u andere mobiele toestellen hebt die geheugenkaarten gebruiken (PDA, MP3-speler enzovoort) kan het handig en kostenbesparend zijn om een camera te kiezen die hetzelfde type kaarten gebruikt.
Kijk naar de lens
Wat doet u als u uit uw vakantieoord terugkomt met enkele geheugenkaarten vol foto’s? Eenvoudig: u brengt ze over op uw computer, om ze op te slaan op de harde schijf, om ze on line te plaatsen of om ze op een cd-rom te branden. Professionele camera’s gebruiken daarvoor een ultrasnelle Firewire-verbinding, maar de meeste consumentencamera’s sluizen foto’s door via een USB-kabel. Een losse USB-kaartlezer werkt even snel en is bijzonder handig als u verschillende apparaten hebt die met geheugenkaarten werken, zoals MP3-spelers en PDA’s. Zo vermijdt u ingewikkeld gegoochel met kabels en aansluitpunten. U kunt natuurlijk ook de klassieke weg volgen en uw geheugenkaart afgeven bij uw fotohandelaar, die de foto’s voor u afdrukt. Veel camera’s hebben ook een video-uitgang, zodat u uw foto’s ook op uw televisietoestel of dvd-speler kunt bekijken.
Evenmin over het hoofd te zien bij de aankoop van een toestel: de zoeker. Duurdere camera’s hebben een lenzenstelsel dat het effect van het opnameobjectief nabootst, maar de meest geavanceerde toestellen geven via spiegels of prisma het camerastandpunt: beter kan uiteraard niet. Het ideale toestel heeft een optische zoeker én een lcd-scherm, waarop u kunt zien welk beeld de camera zal nemen. Met een optische zoeker zijn bewegende onderwerpen makkelijker te volgen. Met een lcd-scherm kunt u nauwkeurig de beelduitsnede bepalen, na de opname de kiekjes bekijken en in veel gevallen ook de basisinstellingen van het toestel aanpassen. Maar een lcd-scherm verbruikt veel kostbare stroom. Kodak probeert met de EasyShareLS633 (529 euro) de consument te strikken met een Oled-scherm. Dat heeft een scherpere weergave, verbruikt minder energie en het blijft ook bij overvloedig daglicht zichtbaar.
En dan is er nog de lens. Veel merken pakken uit met een indrukwekkende digitale zoom, maar dat is bedrieglijk: de digitale zoom is een kunstmatige uitvergroting van het beeld, die de kwaliteit vermindert. Veel belangrijker is de optische zoom, die het bereik van een toestel aangeeft. Toestellen met een optische zoom tussen x5 en x10 steken kwalitatief ver boven het gemiddelde uit: courante consumententoestellen hebben een optische zoom van x3. Twee toestellen die de moeite lonen, zijn de LumixFZ1 van Panasonic (650 euro) en de Nikon Coolpix5700 (1699 euro). De Lumix FZ1 zoomt optisch x12 en heeft een beeldstabilisator, zodat u probleemloos uit de losse pols kunt fotograferen. Alleen de resolutie (2 megapixels) is aan de lage kant. Nikon Coolpix 5700 heeft een resolutie van 5 megapixels, een optische zoom x8 en een elektronische viewfinder. Ook Olympus heeft enkele toestellen met een grote optische zoom.
Los van de lens moet u ook oog hebben voor de befaamde shutterlag, de tijd tussen het indrukken van de ontspanner en het maken van de foto. Hoe kleiner de shutter lag, hoe beter. Zelfs kwalitatief hoogstaande camera’s presteren op dit vlak soms zwak.
Foto- en videocamera in één
Een nieuwe trend is het inbouwen van functies die niet echt met fotografie te maken hebben. Zo komen er steeds meer toestellen op de markt die tegelijk foto- en videocamera zijn. Maar onvermijdelijk is de kwaliteit minder dan bij een echte videocamera. De opnameduur is immers beperkt omdat het meegeleverde geheugenkaartje relatief weinig opslagruimte bevat. Ook de resolutie is meestal minderwaardig in vergelijking met een echte videocamera. Wie toch voor een combinatie camcorder/fototoestel kiest, vindt degelijke toestellen vanaf 800 euro. Enkele toestellen hebben ook een ingebouwde dictafoon, andere toestellen hebben een ingebouwde MP3-speler. Meer dan gadgets zijn het meestal niet: ga dus na of u er echt wel behoefte aan hebt.
Dominique Soenens
Bijkomende functies zoals een MP3-speler of een dictafoon kunnen leuk zijn, maar slorpen vaak meer energie op dan de batterijen aankunnen.
Kies voor een camera met een vast geheugen én verwisselbare geheugenkaarten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier