“Hoe kleiner eerste klasse, hoe interessanter tweede”
De tweede klasse in het voetbal geldt al jaren als het vagevuur. Sport op de grens van amateur- en profvoetbal, en minstens één seizoen verwijderd van het manna van tv-geld. Brengt Alfacam beterschap?
Wordt Gabriël Fehervari binnen enkele jaren gehuldigd als de redder van het tweedeklassevoetbal? Nadat de onderhandelingen over een competitiehervorming en de verdeling van de tv-gelden met de Profliga, de vereniging van eersteklassers, spaak liepen, rook de digitale pionier zijn kans. Euro1080, de omroepdochter van zijn Alfacam Group, sloot enkele weken geleden een akkoord met de Nationale Voetballiga, die de clubs overkoepelt uit de tweede divisie. Het voetbal uit de tweede klasse, en passant omgedoopt tot Exqi League, zal de komende vier jaar, naast andere sporten als hockey en curling, de onderbouw leveren van Exqi Sport. Die themazender is op zijn beurt een onderdeel van de highdefinitiontelevisiezender Exqi.
De eerste match die live werd uitgezonden, Brussels-Beveren van woensdag 13 augustus, kon nog enkel worden bekeken door de highdefinitionklanten van televisiedistributeurs Indi en Coditel. “Maar we willen dat Exqi zo snel mogelijk in alle basispakketten zit, zodat iedereen ze kan zien”, sust David Steegen, verantwoordelijk voor Exqi Sport. De onderhandelingen met Belgacom TV, Telenet, het Waalse VOO en andere tv-distributeurs zijn volop bezig. Naast de Engelse Premier League wordt de Belgische tweede klasse de enige Europese voetbalcompetitie die in high definition (HD) zal worden uitgezonden, en allicht zelfs de enige die zowel analoog, digitaal als in HD te bewonderen zal zijn.
Maar terwijl de eersteklassers per jaar 44,7 miljoen euro beuren uit hun driejarige deal met Belgacom TV, is Fehervari iets zuiniger. “Exqi League? Mooie naam”, meesmuilt voorzitter Gérard Herbigniaux van Excelsior Virton. “Maar buiten wat mediabelangstelling levert het ons niets op. Dat is ten vroegste voor binnen twee, drie jaar, schat ik.”
De voorzitter van de club uit Luxemburg is niet de enige die klaagt over het afspringen van de deal met de Profliga. Die was op een bepaald moment bereid 1,5 miljoen door te sluizen naar de tweedeklassers. Herbigniaux: “Dat is bijna een achtste van ons budget. Ik ben zeer benieuwd naar de controles van de licentiecommissie het komende seizoen. Want ik kan u één ding verzekeren: voetballen in tweede klasse, c’est pas rendable du tout!”
5,7 miljoen euro verlies
De cijfers geven hem gelijk. In het seizoen 2006-2007, het eerste waarin de clubs verplicht waren hun balansen neer te leggen, liep het gezamenlijke verlies van de zeventien ploegen waarvan we de balansen konden inkijken, tot 5,7 miljoen euro op. Van de negentien ploegen die volgend jaar strijden om de promotie naar eerste klasse, kampen er minstens acht en mogelijk twaalf met een negatief eigen vermogen (zie tabel: Het vagevuur van tweede klasse).
Al oogt het plaatje intussen wellicht positiever dan het er op het eerste gezicht uitziet. Guido De Croock, voorzitter van de Nationale Voetballiga. “In vergelijking met tien jaar geleden hebben onze clubs nauwelijks nog schulden bij openbare besturen. Natuurlijk blijven er clubs die het financieel moeilijk hebben, maar dat heeft eerder met degradaties of problemen uit het verleden te maken.”
Bij Beveren, Ronse en andere clubs heeft het nieuwe bestuur naar eigen zeggen de financiële gezondheid flink verbeterd. Ook bij Lierse bezweert woordvoerder Terry Verbiest dat zowel de schuldenberg als het eigen vermogen inmiddels zijn aangezuiverd door de Egyptische investeringsgroep Wadi Degla. Maar hij geeft wel toe verrast te zijn dat er toch een paar ploegen break-even draaien. “Want het is echt niet makkelijk, zeker niet als ex-eersteklasser: je hebt nog wel een flink pak vaste kosten die niet dadelijk in te krimpen zijn, maar van het ene op het andere seizoen kelderen je inkomsten kelderen wel.”
“Een voetbalclub heeft drie bronnen van inkomsten”, doceert algemeen secretaris Paul Bistiaux van Antwerp, de oudste club van het land. “Tickets van toeschouwers, tv-gelden en sponsoring. Dat eerste hebben we, en zelfs meer dan sommige eersteklassers, maar het tweede niet. Dat laat zich voelen bij het derde, want het is een vorm van exposure die je sponsors niet kunt aanbieden.”
Daarom zadelt de Exqideal de meeste clubbestuurders met een dubbel gevoel op. “Op zich vind ik het niet slecht”, oordeelt Wim Bamps, technisch directeur van KV Tienen. “Het kan iets teweegbrengen wat op termijn goed is. Maar ik ben absoluut ontevreden over het feit dat we de tv-gelden zijn kwijtgespeeld. Dat is 75.000 tot 80.000 euro die we nu bij andere sponsors moeten bijeenschrapen.”
Voorzitter Yves Lejaeghere van KV Oostende is dan weer een absolute voorstander. “Natuurlijk, het eerste jaar zal dit budgettair misschien niet zoveel betekenen, maar om sponsors aan te trekken, helpt het wel wanneer je kunt zeggen dat ze op tv zullen komen.”
“Ach,” relativeert voorzitter Jean-Marie Vandendriessche van SK Ronse, “het is zeker geen kip met gouden eieren, maar alles is beter dan niets.”
“Je moet de Exqi League ook in zijn ruimere context zien”, meent Guido De Croock van de Nationale Voetballiga. “We willen eerst het product ‘tweede klasse’ verkoopbaar maken. Daarvoor moeten we af van ons underdogstatuut. Onze divisie is nog nooit zoveel in de media geweest als het afgelopen jaar. Bovendien is de sfeer bij ons rustiger, meer familiaal: je kan om 15 u. aan het stadion staan en om 16 u. 45 ben je ook weer buiten, zonder fanpassen of te zware veiligheidscontroles. We zijn geen superliga, maar de toekomst ziet er toch ook niet slecht uit.”
En op termijn komt dat tv-geld misschien wel terug, vult David Steegen aan. “Wij maken ons sterk, dat als tweedeklassevoetbal overal kan worden bekeken, we over vier jaar ook precies weten wat tweede klasse waard is. Nu komen de tweedeklassers amper aan bod op tv, tenzij in een samenvatting bij de regionale zenders, en op de regiopagina’s van de kranten. En de ervaring is toch dat, hoe meer een sport op tv te zien is, hoe meer toeschouwers ze trekt, niet omgekeerd.”
Bovendien is tweede klasse best een aantrekkelijke reeks geworden. Duels als Antwerp-Lierse of Beveren-Sint-Truiden ogen op papier minstens zo aantrekkelijk als Tubeke-Dender of Bergen-Roeselare in eerste klasse. Toch is de beste garantie om financieel een goed seizoen te draaien, nog steeds een goede transfer realiseren, beaamt algemeen manager Guido Vandersanden van Oud-Heverlee-Leuven, een van de weinige verenigingen die operationeel een lichte winst boekt. “Wij werken goed samen met het stadsbestuur, maar je moet een doorgedreven jeugdpolitiek voeren en er ook de regio bij betrekken. Wij rekruteren tot Diest en Aarschot. Maar zonder elk jaar een mooie transfer lukt het niet.”
Eerste klasse wenkt
Hoe aantrekkelijk tweede ook is, toch is er bijna geen clubbestuurder te vinden die niet liever in eerste zou spelen. Helaas wordt dat door de nieuwe competitiehervorming die de Profliga tegen de wil van de tweedeklassers heeft doorgedrukt, een stuk moeilijker. Vorig seizoen stegen de kampioen in tweede klasse (KV Kortrijk), en de winnaar van de eindronde (Tubeke) rechtstreeks. In het nieuwe seizoen blijft dat beperkt tot de kampioen, en speelt de winnaar van de eindronde barrages tegen een eersteklasser. Bovendien zakken er dit jaar minimum drie en maximum vier ploegen uit eerste klasse. Daardoor wordt het seizoen 2009-2010 in tweede klasse in principe aangevat met 21 ploegen, al worden intussen pistes bekeken om terug naar achttien te gaan.
Bamps fulmineert: “Wij zijn volledig buitenspel gezet. Volgend jaar krijgen die zakkers dan nog eens 500.000 euro extra tv-geld mee. Voor mij is dat een vorm van competitievervalsing.”
“Je voelt dat de grote vijf (Anderlecht, Club Brugge, AA Gent, Racing Genk en Standard Luik, nvdr) op niet al te lange termijn naar veertien willen”, meent gerechtigd correspondent Arthur Pensart van FC Luik. “En eigenlijk”, haalt Herbigniaux uit, “zouden ze het liefst een eerste klasse willen zonder dalers.”
Dat ontkent voorzitter Ivan De Witte van de Profliga ten stelligste: “Met de hervorming willen we de spankracht verhogen, en ervoor zorgen dat onze ploegen in de Belgische competitie al meer duels van hoger niveau spelen, zodat de kloof met Europese wedstrijden overbrugbaar blijft. Maar dat het naar veertien clubs of minder zou gaan, betwijfel ik enorm als je ziet hoeveel moeite het heeft gekost om deze stap te zetten.”
De pleitdatum voor de gerechtelijke procedure ten gronde in het proces dat de Nationale Voetballiga heeft aangespannen tegen de Profliga, valt echter in januari 2010. “In feite sluiten de eersteklassers geleidelijk de markt af”, meent De Croock. “Terwijl voetbal op dat vlak niet verschilt van gewone economie. Als je morgen naar een soort numerus clausus gaat in het voetbal, zullen er veel minder mensen geneigd zijn om te willen investeren in je product. In Nederland stapt men daar juist vanaf: een tweedeklasser kon daar niet zakken naar derde, maar in het Beleidsplan Betaald Voetbal schaffen ze die regel juist af.”
Toch heeft niet iedereen moeite met het plan. Vandersanden: “Ik kon best leven met het plan Vanden Stock om naar 14 eersteklassers te gaan. En zelfs die 500.000 euro vind ik geen drama, want uiteindelijk zit je toch met bepaalde verplichtingen en contracten die je als tweedeklasser niet hebt. Maar voor mij blijft het onbegrijpelijk dat de kleinere eersteklassers hebben geweigerd om een toegeving te doen aan een reeks waar ze mogelijk zelf in verzeild raken.”
En, besluit David Steegen van Alfacam: “Het klinkt misschien cynisch, maar hoe kleiner eerste klasse wordt, hoe interessanter tweede wordt.” (T)
Door Luc Huysmans/Foto’s Reporters
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier