Hoe bang moet u zijn voor de spaarrichtlijn?

Vanaf 1 juli 2005 wordt het spaargeld van Europese burgers in andere lidstaten belast. Maar hoe interpreteren de banken de Europese spaarrichtlijn? En welke rol spelen Zwitserland en de Bahama’s? Paul Hatry, vertegenwoordiger van de Belgische regering bij de onderhandelingen over de Europese fiscaliteit, zet de puntjes op de i.

16.30 uur. De rolluiken van het Colom- biaanse consulaat in Brussel zijn gesloten. Maar binnen in dit statige herenhuis aan het Terkamerenbos brandt licht. Meer zelfs: hier ligt het Belgische dossier over de Europese spaarrichtlijn, losjes opeengestapeld op een antieke tafel voor een Frans wandtapijt uit de zeventiende eeuw. De kamertemperatuur schommelt rond dertig graden Celsius. Toch offreert de heer des huizes Paul Hatry (MR), ereconsul van Colombia in België en voormalig minister van Financiën, ons een whisky.

Als persoonlijk adviseur van minister van Financiën Didier Reynders (MR) leidt Hatry (75) de Belgische delegatie bij de onderhandelingen over de Europese spaarrichtlijn. Op 1 juli gaat de maatregel van start. Vanaf dan zullen de lidstaten onderling informatie uitwisselen over de interesten van buitenlandse belastingplichtigen, zodat alle spaargelden – waar ze zich ook in de Europese Unie bevinden – belast kunnen worden. Voorlopig passen België, Luxemburg en Oostenrijk de overgangsmaatregel toe, namelijk een bronheffing van 15 %. Maar dat er een einde komt aan de klassieke couponnetjestrein om aan de spaarfiscaliteit te ontsnappen, staat volgens Hatry buiten kijf. Toch heeft professor Frans Vanistendael, de decaan van de Leuvense rechtsfaculteit, zijn twijfels. Volgens hem moeten de Zwitserse kantons nog hun definitieve zegen geven. Hatry: “Vanistendael vergist zich. Omdat voor de kantons de termijn om een referendum aan te vragen op 1 april verviel, komt de spaarrichtlijn niet meer in het gedrang. Beide kamers van het Zwitserse parlement hebben de maatregel goedgekeurd. Vanaf 1 juli zal Zwitserland net als België een bronbelasting invoeren op de betaling van interesten aan EU-inwoners.”

PAUL HATRY. “Neen, ik denk van niet. Alle lidstaten (inclusief hun overzeese gebieden) en de zogenaamde derde landen (Zwitserland, Andorra, San Marino, Monaco en Liechtenstein) hebben de overeenkomst getekend. Alleen Bermuda is uit de boot gevallen, omdat het niet in het Caraïbische gebied ligt. De Bahama’s zijn volledig onafhankelijk en komen dus per definitie niet in aanmerking. Diverse parlementen moeten de overeenkomst nog ratificeren, maar dat is een formaliteit. In België kan dat soms lang duren. Ik heb in de Senaat nog belastingverdragen ter goedkeuring gekregen voor landen die op dat ogenblik al niet meer bestonden, zoals de Sovjet-Unie, Joegoslavië en Tsjecho-Slovakije.”

Nochtans wachten de banken nog altijd op duidelijke informatie. Het is bijvoorbeeld nog steeds onduidelijk of bepaalde producten, zoals vastgoedcertificaten, onder de richtlijn vallen (zie blz. 81).

HATRY. “We hebben dagelijks contact met de Belgische Federatie van het Financiewezen (Febelfin). Intussen hebben de banken onze circulaire over de toepassing van de spaarrichtlijn ontvangen. In navolging van Luxemburg betwisten zij dat vastgoedcertificaten onder de richtlijn vallen, wat de interpretatie van de Belgische administratie is. Als het groothertogdom bij zijn standpunt blijft, zullen we een oplossing moeten zoeken om deze discriminatie uit de wereld te helpen.”

Volgens Vanistendael moeten alle overzeese gebieden een dubbelbelastingverdrag afsluiten met elke lidstaat voordat de Europese spaarrichtlijn in werking kan treden.

HATRY. “Dat is niet juist. Het secretariaat van Ecofin – de raad van Europese ministers van Economie en Financiën – heeft van de veertig betrokken partijen een schriftelijke bevestiging ontvangen die de toepassing van de spaarrichtlijn waarborgt. Het is trouwens onmogelijk om 375 bilaterale overeenkomsten op zo’n korte tijd te realiseren. Wel zullen zij vóór 1 juli een memorandum of understanding tekenen met de Europese Unie om zulke belastingovereenkomsten te realiseren.”

Maar de Kaaimaneilanden hebben al een procedure voor het internationale gerechtshof van Luxemburg gewonnen, waaruit blijkt dat de regering in Londen de spaarrichtlijn niet kan opleggen aan de Britse kroonkolonie.

HATRY. “Ja, maar dat is een schijngevecht. De Britse minister van Financiën, Gordon Brown, heeft vóór de verkiezingen van 5 mei beloofd dat probleem snel te zullen oplossen als hij herverkozen zou worden. Dat is nu gebeurd en wij zullen hem aan zijn woord herinneren.”

Zijn de lidstaten admini-stratief klaar om fiscale gegevens uit te wisselen?

HATRY. “Dat is het grote vraagstuk. We vrezen dat de informatica van de nieuwe Oost-Europese lidstaten nog niet aangepast is. Zelfs Gordon Brown heeft op een Eco-fin-raad begin dit jaar bekend dat zijn systeem nog niet volledig in orde is. Hetzelfde geldt voor ons land. Daarom heeft België ook gekozen voor het overgangsregime van de zogenaamde ‘woonstaatheffing’. De Belgische fiscus mag 25 % van deze bronheffing op de interesten van buitenlanders zelf houden.”

Vergroot de woonstaatheffing niet de kans op fraude?

HATRY. “De inhouding van de woonstaatheffing van 15 % voor niet-ingezetenen is niet bevrijdend: ze moeten hun interesten aan de fiscus van hun thuisland aangeven. In het begin zal deze roerende voorheffing niet voor grote problemen zorgen, want de belasting is even hoog voor autochtonen als voor allochtonen. Maar vanaf 1 juli 2011 stijgt de bronheffing op de roerende inkomsten van buitenlanders tot 35 %, terwijl de Belgen amper 15 % moeten afdragen. Met een verschil van 20 % tussen beide tarieven valt het dus te vrezen dat de buitenlanders Belgische stromannen zullen inschakelen om hun interesten te komen innen. Daarom heeft minister Reynders verklaard dat ons land waarschijnlijk vanaf 2011 ook op informatie-uitwisseling zal overschakelen.”

Waarom wordt de richtlijn ingevoerd als er nog zoveel twijfel is?

HATRY. La preuve de la marche, c’est marcher. We moeten het stelsel gewoon in werking zetten en daarna de moeilijkheden die zich voordoen oplossen. Bovendien kunnen we de richtlijn over drie jaar al herzien.”

Komt er nu een vermogensbelasting?

HATRY. “Zolang wij liberalen aan het bewind zijn, zal dat niet gebeuren. Bovendien verdwijnt de vermogensbelasting langzaam maar zeker. Zo plant Luxemburg dit jaar nog de afschaffing van haar belasting op fortuinen van 0,5 % – wat nog een overblijfsel is van de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog – in ruil voor de invoering van een roerende voorheffing van 10 %.”

Wat is dan nog de zin van de spaarrichtlijn?

HATRY. “De maatregel is een onderdeel van een fiscaal pakket, waartoe ook de afschaffing van de fiscale gunstregimes en de richtlijn op dividenden en royalty’s behoren. Bovendien komt er nu een einde aan de ontsnappingsroutes in de andere lidstaten van de Europese Unie. Dat betekent echter niet dat er geen fiscale paradijzen meer bestaan, zoals Hongkong of Singapore. Maar dat is toch al verder van huis. En dan spreek ik nog niet over exotische oorden zoals Nauru of Niue. Maar op die pirateneilanden kan de belastingplichtige niet alleen de roerende voorheffing vermijden, maar zelfs zijn hele kapitaal verliezen.”

Wie haalt zijn slag thuis met de richtlijn?

HATRY. “Uiteindelijk komt het Verenigd Koninkrijk als grote overwinnaar uit de bus. Na de invoering van de roerende voorheffing in Amerika verhuisde de internationale obligatiemarkt onmiddellijk naar Londen. Dankzij de grootvaderclausule hebben de Engelsen hun leiderspositie in de financiële sector kunnen behouden. Ook de vrijstelling van vennootschappen in de spaarrichtlijn komt hen goed uit. Ondernemingen geven de voorkeur aan de Londense beurs wegens haar grote vrijheid. Op financieel vlak staat Duitsland, nochtans een grootmacht in de Europese Unie, nergens. Het feit dat de Deutsche Bank overwogen heeft zijn maatschappelijke zetel van Bonn naar Londen te verplaatsen, zegt veel.”

Toch blijft de besluitvorming een probleem binnen de Europese Unie.

HATRY. “Jacques Chirac en Gerhard Schröder hebben de Europese Unie een slechte dienst bewezen door zich begin dit jaar zo sterk af te zetten tegen de belastingverlagingen in Oost-Europa. Door de Duitse en Franse dreiging om hun regionale subsidies terug te trekken, hebben de nieuwe lidstaten de zijde van het Verenigd Koninkrijk en Ierland gekozen om de unanimiteitsregel in fiscaliteit te bewaren. Anders was de invoering van een hooggekwalificeerde meerderheid zeker mogelijk geweest. Het fiscale vetorecht werkt verlammend op de Europese besluitvorming. Zo kunnen in principe 400.000 Maltezers een maatregel blokkeren die 59 miljoen Europeanen wensen. Nu denk ik dat we op termijn meer naar een vrijhandelszone evolueren dan een echte politieke en economische unie.”

Werner Niemegeers – Eric Pompen

“Het valt te vrezen dat de buitenlanders Belgische stromannen zullen inschakelen om hun interesten te komen innen.”

“Er komt nu een einde aan de ontsnappingsroutes in de andere lidstaten van de EU. Dat betekent echter niet dat er geen fiscale paradijzen meer bestaan.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content